Samenvatting - dans 2.1

Lara Van de Voorde dans 2.1


3. werkvormen dans
3.2 leerkern
3.2.1 werkvorm 1: creatieve dans
3.2.1.1 dansexpressie
centraal  Louter bewegen op muziek en uiten van belevingstoestanden via het
lichaam

- geen bewegingen aangeleerd of afgekeurd
- werkt aan eigen kunnen en interpretatie
- dansexpressie ontwikkeld natuurlijke bewegingsmogelijkheden  speelse,
maar bewuste wijze
- bepaald thema  duidelijke bewegingsopdrachten

3.2.1.2 dans-/ bewegingsverhaal
- dansopdrachten vanuit verhaal gecreëerd
- bewegingsideeën uit verhaal  geformuleerd als opdrachten
- geschikt voor iedere leeftijd
- eerst voorlezen in de klas, erna kleuters uitdansen
- verhaal in stukjes vertellen  dansopdracht eraan koppelen

verhalen die je kan gebruiken:

- sprookjes
- gekende verhalen
- prentenboeken
- dierenverhalen
- zelf verhaal schrijven

aandachtspunten bij het kiezen van een verhaal

- passend verhaal dat uitnodigt tot bewegen, met daarin veel activiteiten
- diepgang in de dansopdrachten
- vlot verloop van het geheel

3.2.1.3 dansimprovisatie
- kinderen improviseren in dans (zelfgekozen of opgegeven bewegingen)
- oudere kleuters geschikt

improviseren = ter plaatsen verzinnen zonder voorbereiding of afspraken

- bewegingen kunnen toch voorbereid worden
- bewegingen zelf verzinnen, variaties maken op bestaande bewegingen
- eenvoudigste improvisatie = vrij bewegen op muziek
- zorg voor structuur
- kleuters bewegingsreeks aanleren, zelf op variëren
- geen vage opdrachten geven  geen boeiend dansmateriaal opleveren




1

,Lara Van de Voorde dans 2.1


3.2.1.4 dansen met materiaal
- vanuit opdrachten bewegen met materiaal
- verschillende dansante vormen
- op of zonder muziek
- kls op aangegeven ritme bewegen/ materiaal bewegen wanneer specifiek
woord aan bod komt

3.2.2 werkvorm 2: dans ontwerpen
3.2.2.1 bewegingsreeks
bewegingsreeks = een gestructureerde aaneenschakeling van dansante
bewegingen

doorloop volgende stappen:

- bewegingen zoeken of verzinnen met de kls (eventueel ondersteuning van
prenten)
- die bewegingen dansant of dansbaar maken en/ of verfijnen
- de bewegingen na elkaar plaatsen in een volgorde. Eventueel sommige
bewegingen kunnen nog verfijnd of bewerkt worden

waaruit vertrek je bij ontwerpen van een dansreeks?

- Dagdagelijkse dingen
- Beroepen en personages, gebeurtenissen
- Een verhalend gegeven
- Dansbewegingen, abstracte bewegingen of bewegingen uit een dansvorm
of bewegingsstijl

Aangeleerd worden

Creatieve dans ontwerpen de kls samen met de juf een dans (3 stappen)

1. Verzinnen
2. Verfijnen
3. Ordenen




2

, Lara Van de Voorde dans 2.1


3.2.2.2 danspartituur
doel: vanuit een grafische partituur ontwerpen de kleuters een dans met daarin
bewegingen

- vergelijken met muziekpartituur
- verschillende vormen aannemen (tekeningen/ symbolen eenvoudig)

verschillende manieren

- duplopartituur
- touwpartituur
- tekeningen of foto partituur

hoe aanbieden?

- Foto’s of tekeningen aanbieden
- Iedere tekening = beweging
- Bewegingen oefenen
- Beslissen waar elke foto komt
- Geheel samen doen

Belangrijk  voldoende verwoorden wat de bewegingen zijn zodat ze zich deze
snel kunnen herinneren

3.2.2.3 danslabo
danslabo = zelfontworpen, gestructureerde kleuterdansen met inbreng van de
kleuter op een populair, meestal instrumentaal, muziekje.

- Dansje bestaat net voor activiteit
- Op moment zelf gemaakt

3.2.3 werkvorm 3: gestructureerde dans
3.2.3.1 kennismaken met dansstijl
als danser ervaring  aanbrengen in de kleuterklas

- dans wel goed beheersen
- bewegingen kunnen demonstreren aan kleuters
- voldoende aandacht aan het aanleren
- dansstijl aanleren = technische vaardigheid

3.2.3.2 kinderdans
doel: je leert de kls een gestructureerde dans met min of meer vaste structuur

- bestaande kindervolksdansen maar dan aangepast
- bepaalde basispassen
- stap voor stap aanleren

aandachtspunten:

- bepaalde bewegingen moeilijk te verwoorde gebruik sprekende beelden
- eerst bewegingen aanleren, daarna juiste opstelling

3