Hoofdstuk 2: Beginselen van elektrocardiografie
1. Inleiding
ECG= kijken naar de elektrische activiteit van het hart vanuit alle richtingen
Registratie hartcyclus:
P-top= mechanische voorkamercontractie
Herstel van de voorkamers= niet zichtbaar op ECG
PQ-interval= tijd om het bloed na de voorkamercontractie via de AV-kleppen in de
ventrikels te stromen
QRS-complex= mechanische ventrikelcontractie
o Q= eerste negatieve uitslag
o R= eerste positieve uitslag
o S= negatieve uitslag voorafgegaan door een positieve uitslag
T-top= herstel van de ventrikels
Standaard-ECG
- 12 afleidingen met elk een ander beeld (gezichtspunt) van dezelfde hartfrequentie
o 6 extremiteitsafleidingen= bekijken frontaal vlak van het hart
I, II, III = bipolaire afleidingen
aVR, aVL, aVF = versterkte afleidingen
o 6 borstwandafleidingen of precordialen= bekijken horizontaal vlak
= unipolaire afleidingen
V1 & V2= tegenover rechter harthelft
V3 & V4= tegenover het interventriculair septum
V5 & V6= tegenover linker harthelft
1/6 van de CVA gevallen zijn veroorzaakt door VKF (=voorkamer fibrillatie)
- = onregelmatig ritme, voorkamer werkt niet meer, sinusknoop heeft niets te zeggen
- Bij jonge mensen: 80% van het pompen gebeurt door de ventrikels
- Bij ouderen mensen: 40% van het pompen gebeurt door de ventrikels
Smalle/regelmatige QRS-complexen = geen probleem in de ventrikels
Pauze mag max 6 sec zijn niet voldoende zuurstof in de hersenen syncope
2. De hartfrequentie= snelheid van de hartslag
Normaal bepaalt de sinusknoop de hartfrequentie
- Normaal= 60 à 80/min
- Sinusbradycardie
o Sinusritme < 50/min
Oorzaken: sporters, rust, vagus stimulatie/sinus carotis
massage/vagale collaps, medicatie
Bij ziekte: SA-blocks, neurotrauma, intracraniële drukverhoging, sick
sinus syndrome, ziekte van lyme
, - Sinustachycardie
o Sinusritme ontstaat in de sinusknoop
o Sinusritme > 100/min
Oorzaken: inspanning, stress, alcohol/cafeïne, medicatie
Bij ziekte: koorts, hypotensie, anemie, hyperthyreoïdie,
cardiomyopathie
Bepalen van de hartfrequentie
- Bij een standaard-registratiesnelheid van 25 mm/sec
o Nulstand -> 300 -> 150 -> 100 - 75 -> 60 -> 50 -> 40 -> 30
- Voor een bradycardie
o Binnen 3 streepjes aantal complexen tellen x 10
- Oefening PowerPoint
o A: 100/min // B: 60/min // C: 150/min // D: 75/min
3. Hartritme= regelmaat van de hartslag
Pacemaker= herken je aan de spikes= spitse QRS-complexen
Normaal en regelmatig ritme
- = Sinusritme
- 2 voorwaarden:
o Gelijke intervallen
o P-top voor elke QRS
Links en rechts op ECG P-toppen vinden!
- Ademhaling kan cyclische onregelmatigheid veroorzaken = sinusaritmie
Onregelmatig ritme
- Normale opeenvolging van P-top -> QRS-complex -> T-top
- MAAR onderlinge afstanden of intervallen wisselend
- Verschillende soorten:
o Ectopische complexen
o Snelle ritmestoornissen
1. Inleiding
ECG= kijken naar de elektrische activiteit van het hart vanuit alle richtingen
Registratie hartcyclus:
P-top= mechanische voorkamercontractie
Herstel van de voorkamers= niet zichtbaar op ECG
PQ-interval= tijd om het bloed na de voorkamercontractie via de AV-kleppen in de
ventrikels te stromen
QRS-complex= mechanische ventrikelcontractie
o Q= eerste negatieve uitslag
o R= eerste positieve uitslag
o S= negatieve uitslag voorafgegaan door een positieve uitslag
T-top= herstel van de ventrikels
Standaard-ECG
- 12 afleidingen met elk een ander beeld (gezichtspunt) van dezelfde hartfrequentie
o 6 extremiteitsafleidingen= bekijken frontaal vlak van het hart
I, II, III = bipolaire afleidingen
aVR, aVL, aVF = versterkte afleidingen
o 6 borstwandafleidingen of precordialen= bekijken horizontaal vlak
= unipolaire afleidingen
V1 & V2= tegenover rechter harthelft
V3 & V4= tegenover het interventriculair septum
V5 & V6= tegenover linker harthelft
1/6 van de CVA gevallen zijn veroorzaakt door VKF (=voorkamer fibrillatie)
- = onregelmatig ritme, voorkamer werkt niet meer, sinusknoop heeft niets te zeggen
- Bij jonge mensen: 80% van het pompen gebeurt door de ventrikels
- Bij ouderen mensen: 40% van het pompen gebeurt door de ventrikels
Smalle/regelmatige QRS-complexen = geen probleem in de ventrikels
Pauze mag max 6 sec zijn niet voldoende zuurstof in de hersenen syncope
2. De hartfrequentie= snelheid van de hartslag
Normaal bepaalt de sinusknoop de hartfrequentie
- Normaal= 60 à 80/min
- Sinusbradycardie
o Sinusritme < 50/min
Oorzaken: sporters, rust, vagus stimulatie/sinus carotis
massage/vagale collaps, medicatie
Bij ziekte: SA-blocks, neurotrauma, intracraniële drukverhoging, sick
sinus syndrome, ziekte van lyme
, - Sinustachycardie
o Sinusritme ontstaat in de sinusknoop
o Sinusritme > 100/min
Oorzaken: inspanning, stress, alcohol/cafeïne, medicatie
Bij ziekte: koorts, hypotensie, anemie, hyperthyreoïdie,
cardiomyopathie
Bepalen van de hartfrequentie
- Bij een standaard-registratiesnelheid van 25 mm/sec
o Nulstand -> 300 -> 150 -> 100 - 75 -> 60 -> 50 -> 40 -> 30
- Voor een bradycardie
o Binnen 3 streepjes aantal complexen tellen x 10
- Oefening PowerPoint
o A: 100/min // B: 60/min // C: 150/min // D: 75/min
3. Hartritme= regelmaat van de hartslag
Pacemaker= herken je aan de spikes= spitse QRS-complexen
Normaal en regelmatig ritme
- = Sinusritme
- 2 voorwaarden:
o Gelijke intervallen
o P-top voor elke QRS
Links en rechts op ECG P-toppen vinden!
- Ademhaling kan cyclische onregelmatigheid veroorzaken = sinusaritmie
Onregelmatig ritme
- Normale opeenvolging van P-top -> QRS-complex -> T-top
- MAAR onderlinge afstanden of intervallen wisselend
- Verschillende soorten:
o Ectopische complexen
o Snelle ritmestoornissen