Oefening 1.1
De volgende tabel geeft de productiefuncties van graan en kleding cijfermatig weer.
Hoeveelheid arbeid Hoeveelheid graan Hoeveelheid arbeid Hoeveelheid kleding
1 9 1 2
2 16 2 4
3 21 3 6
4 24 4 8
5 25 5 10
De totale beschikbare hoeveelheid arbeid bedraagt 5 eenheden.
1. Verloopt het marginaal product van arbeid stijgend, dalend of constant in
beideproductieprocessen?
We moeten het marginaal product berekenen
Hoeveelheid Hoeveelheid MPl
arbeid graan
1 9 /
2 16 7
3 21 5
4 24 3
5 25 1
Hoeveelheid arbeid Hoeveelheid kleding MPL
1 2 2
2 4 2
3 6 2
4 8 2
5 10 2
MP van graan: verloopt dalend (7 → 5 → 3 → 1)
MP van kleding: verloopt constant (2→ 2 → 2 → 2)
1
,Oefeningen hoofdstuk 1
2. Bepaal op basis van deze tabel alle alternatieve productiemogelijkheden van graan
en kleding.
3. Construeer grafisch de productiemogelijkhedencurve.
Vb examenvraag: wat zorgt ervoor dat de productiemogelijkhedencurve naar rechts
verschuift? Nieuwe technologische ontwikkelingen, nieuwe grondstoffen die worden
gevonden
Concave vorm
4. Verlopen de opportuniteitskosten van graan en kleding stijgend, dalend of constant? Leg
kortuit waarom.
Opportuniteitskost: de waarde van het best mogelijke alternatief door voor het ene te
kiezen
Als je buiten de curve zit, is het niet mogelijk. Als je 5 hoeveelheden graan wil kan je niet
10 kledingstukken hebben. Je zal voor 5 hoeveelheden graan een bepaalde eenheid
kleding afgeven zodat je terug op die productiemogelijkhedencurve zit.
Hoe verlopen die opportuniteitskosten van graan naarmate we meer graan willen.
Moeten we steeds meer of minder kleding afgeven of steeds minder? De
opportuniteitskost van graan uitgedrukt in kleding stijgt
Je kan deze redenering ook toepassen voor kleding (stijgende opportuniteitkost)
Logisch wanneer je grafiek een concave vorm heeft!
2
, Oefeningen hoofdstuk 1
Oefening 1.2
Volgende twee productiefuncties 𝑥1 = 2𝑙1 (tafels) en 𝑥2 = 4𝑙2 (stoelen) zijn gegeven. De totale
beschikbare hoeveelheid arbeid bedraagt 6 eenheden.
1. Geef deze productiefuncties grafisch weer.
Zie ppt
Rechte: y = ax + b -> a = 2 en b = 0 (voor de productie tafels)
Benoem de assen! Belangrijk voor het examen! Als je dat niet doet kan je punten
verliezen.
We kunnen maximaal 12 tafels produceren.
De productie van stoelen stijgt dubbel zo snel
2. Verloopt het marginaal product van arbeid stijgend, dalend of constant in
beideproductieprocessen?
MP tafels: zal altijd gelijk zijn aan 2 (elke extra eenheid arbeid leidt tot 2 extra tafels
MP stoelen: zal altijd gelijk zijn aan 4
MP van beide verloopt constant
3