5. Pressiegroepen in een
democratie
Intro
1. Synoptisch beleid
2. Incrementalistisch beleid (realiteit)
Verklaring
1. Pressiegroepen: verschijningsvormen
2. Pressiegroepen en de overheid
Intro
Twee politieke modellen:
1. Synoptisch beleid
→ wetenschappelijk onderzoek (beleidsvoorbereidend werk) waarbij een
volledig rationele afweging van de alternatieve instrumenten & hun
consequenties) wordt uitgevoerd om een doel op lange termijn te realiseren.
(vb: consensus: autowegen zijn onveilig, middelen: aparte fietspaden)
→ hoge mate van maakbaarheid van de samenleving (we kunnen de
samenleving echt veranderen)
→ consensus (komen tot een besluit)
→ LT-denken (lange termijn denken)
Dus in het synoptisch model veronderstelt men dat de samenleving ‘maakbaar’
is (bijvoorbeeld ‘min of meer’ zoals in een productieproces waar ruwe
grondstoffen planmatig omgevormd worden tot een eindproduct), en dat er
5. Pressiegroepen in een democratie 1
, voldoende info en technische kunde is. Het model is ook gebaseerd op
consensus en lange termijndenken.
2. Incrementalistisch beleid (realiteit)
→ werken met stukjes en beetjes = beleid komt stukje voor stukje tot stand
in een continu proces van onderhandelingen tussen belanghebbenden uit:
de samenleving
het bedrijfsleven
de politiek
de overheidsbureaucratie
→ conflict = de besluitvorming is het product van een niet aflatend conflict
over waarden en doeleinden en is een aanhoudende stroom van marginale,
door verschillende maatschappelijke 'partners' gedragen, beleidsaanpassingen
→ KT-denken = bijdrage leveren aan het verlichten van een dringend
probleem op korte termijn
‘increment’ betekent in het Engels: “aanwas, (waarde)vermeerdering,
(salaris)verhoging, periodiek”, dus in het algemeen een soort geleidelijke
verbetering, vandaar incrementalisme: verbetering met stukjes en beetjes. Dat
doet dan weer denken aan de ideeën van Oostenrijks-Joodse filosoof Karl
Popper 1902 1994 (cf. cursus Kr. Med.An.) dat we niet moeten proberen de
mensheid gelukkig te maken (zgn. ‘utopisme’, min of meer gelijk aan het
synoptisch model), maar moeten pogen (geleidelijk aan) ongelukkige
toestanden weg te werken (incrementalisme, bij Popper ‘piecemeal social
engineering’). We moeten ons volgens Popper niet afvragen: “wie moet de
macht hebben?” (het antwoord wordt dan bv. ‘het volk’, ‘de adel’, ‘de koning’, de
‘arbeiders’) maar wel “hoe kunnen we instituties bouwen die machtsmisbruik
tegengaan?” (cf. falsificatie ipv verificatie )
5. Pressiegroepen in een democratie 2
democratie
Intro
1. Synoptisch beleid
2. Incrementalistisch beleid (realiteit)
Verklaring
1. Pressiegroepen: verschijningsvormen
2. Pressiegroepen en de overheid
Intro
Twee politieke modellen:
1. Synoptisch beleid
→ wetenschappelijk onderzoek (beleidsvoorbereidend werk) waarbij een
volledig rationele afweging van de alternatieve instrumenten & hun
consequenties) wordt uitgevoerd om een doel op lange termijn te realiseren.
(vb: consensus: autowegen zijn onveilig, middelen: aparte fietspaden)
→ hoge mate van maakbaarheid van de samenleving (we kunnen de
samenleving echt veranderen)
→ consensus (komen tot een besluit)
→ LT-denken (lange termijn denken)
Dus in het synoptisch model veronderstelt men dat de samenleving ‘maakbaar’
is (bijvoorbeeld ‘min of meer’ zoals in een productieproces waar ruwe
grondstoffen planmatig omgevormd worden tot een eindproduct), en dat er
5. Pressiegroepen in een democratie 1
, voldoende info en technische kunde is. Het model is ook gebaseerd op
consensus en lange termijndenken.
2. Incrementalistisch beleid (realiteit)
→ werken met stukjes en beetjes = beleid komt stukje voor stukje tot stand
in een continu proces van onderhandelingen tussen belanghebbenden uit:
de samenleving
het bedrijfsleven
de politiek
de overheidsbureaucratie
→ conflict = de besluitvorming is het product van een niet aflatend conflict
over waarden en doeleinden en is een aanhoudende stroom van marginale,
door verschillende maatschappelijke 'partners' gedragen, beleidsaanpassingen
→ KT-denken = bijdrage leveren aan het verlichten van een dringend
probleem op korte termijn
‘increment’ betekent in het Engels: “aanwas, (waarde)vermeerdering,
(salaris)verhoging, periodiek”, dus in het algemeen een soort geleidelijke
verbetering, vandaar incrementalisme: verbetering met stukjes en beetjes. Dat
doet dan weer denken aan de ideeën van Oostenrijks-Joodse filosoof Karl
Popper 1902 1994 (cf. cursus Kr. Med.An.) dat we niet moeten proberen de
mensheid gelukkig te maken (zgn. ‘utopisme’, min of meer gelijk aan het
synoptisch model), maar moeten pogen (geleidelijk aan) ongelukkige
toestanden weg te werken (incrementalisme, bij Popper ‘piecemeal social
engineering’). We moeten ons volgens Popper niet afvragen: “wie moet de
macht hebben?” (het antwoord wordt dan bv. ‘het volk’, ‘de adel’, ‘de koning’, de
‘arbeiders’) maar wel “hoe kunnen we instituties bouwen die machtsmisbruik
tegengaan?” (cf. falsificatie ipv verificatie )
5. Pressiegroepen in een democratie 2