Resulterende kracht = wanneer er meerdere krachten op een voorwerp werken, vind je de
nettokracht door constructie
Resulterende kracht in horizontale richting -> versnelling / vertraging
4.2 Soorten krachten
Derde wet van Newton = eigenschappen van beide krachten van een wisselwerking : elke
actiekracht is tegengesteld gericht aan de reactiekracht : krachten zijn altijd precies even
groot (bij een wisselwerking)
Kracht (vectorgrootheid) is altijd wisselwerking tussen twee voorwerpen
Grootte en richting van versnelling hangt af van de grootte, richting en aangrijpingspunt van
de nettokracht
Veerkracht, Fv = veer trekt aan jouw hand: Fv <> uitrekking, u
- richting : richting van veer
Spankracht, Fs = touw oefent een kracht uit naar boven
- richting: richting van touw
Zwaartekracht, Fz <> massa,
- richting: beneden
Normaalkracht, Fn = kracht van de grond op jou omhoog, loodrecht
- grootte: Fn = Fgewicht
- richting: horizontaal, tegengesteld gericht aan Fgewicht
- richting: schuine ondergrond, loodrecht op oppervlak
Actiekracht = kracht die een andere kracht veroorzaakt
Reactiekracht = kracht die reageert op de actiekracht
Weerstandskrachten:
1) Schuifwrijving, Fw,s : voorwerp glijdt over ondergrond
- richting: tegengesteld
- grootte: hangt af van gewicht, gladheid, en voorwerp
2) Rolweerstand, Fw,r : kracht die op banden over het wegdek werkt
- grootte: neemt toe als vervorming van banden groter wordt (banden niet goed
gepompt)
3) Luchtweerstand, Fw,l : kracht die lucht op je uitoefent
- grootte: Fw,l <> snelheid, v
Fw,l >< frontale oppervlakte
Fw,l <> stroomlijn
Fw,l >< dichtheid
Formules:
Fz = m x g
Fv = C x u :
grafiek: rechte lijn door de oorsprong
- C (N/m) > stuggere veer
Fw,s,max = f x Fn : f (blz 136) = wrijvingscoëfficiënt
- Fw,s,max <> Fn
Fw,l = 0,5 x cw x A x p x v2 : cw = stroomlijnfactor – p (kg/m3) = luchtdichtheid
- Fw,l <> A
- Fw,l <> p
- Fw,l <> cw