5.1 Klimaat
Mondiale luchtcirculatie = atmosferische
circulatie : Wind gaat van hoge- naar
lagedrukgebieden.
Wet van Buys Ballot: Door de draaiing van de
aarde krijgt de wind een afwijking. Noordelijk
halfrond naar rechts en zuidelijk halfrond naar
links (Je krijgt dan bij de tropen passaten en moessons= Kruisen van
evenaar -> verandert van richting)
Bij lagedrukgebieden vind je vochtige tropische zones. Bij hogedrukgebieden
vind je de droge en hete aride zones rond de keerkringen en de droge en
koude polaire zone rond de polen.
Zeestromen zijn een onderdeel van de oceanische circulatie.
Zee stromen beïnvloeden het klimaat op land. Een koude zeestroom zorgt
voor een relatief koud klimaat (andersom bij een warme zeestroom) en zorgt
voor droogte, omdat de koude zeelucht weinig vocht kan vasthouden.
Klimaatfactoren
- De geografische breedteligging
- Hoogteligging
- Het type oppervlakte
- Zeestromen
- Windrichting
5.2 Landschap en landschapszones
Mondiale luchtcirculatie = atmosferische
circulatie : Wind gaat van hoge- naar
lagedrukgebieden.
Wet van Buys Ballot: Door de draaiing van de
aarde krijgt de wind een afwijking. Noordelijk
halfrond naar rechts en zuidelijk halfrond naar
links (Je krijgt dan bij de tropen passaten en moessons= Kruisen van
evenaar -> verandert van richting)
Bij lagedrukgebieden vind je vochtige tropische zones. Bij hogedrukgebieden
vind je de droge en hete aride zones rond de keerkringen en de droge en
koude polaire zone rond de polen.
Zeestromen zijn een onderdeel van de oceanische circulatie.
Zee stromen beïnvloeden het klimaat op land. Een koude zeestroom zorgt
voor een relatief koud klimaat (andersom bij een warme zeestroom) en zorgt
voor droogte, omdat de koude zeelucht weinig vocht kan vasthouden.
Klimaatfactoren
- De geografische breedteligging
- Hoogteligging
- Het type oppervlakte
- Zeestromen
- Windrichting
5.2 Landschap en landschapszones