Les 18 – studiemotivatie
Inleiding: waarom doen we wat we doen?
Waar halen mensen hun energie en motivatie vandaan om dingen te doen? Die ze leuk of minder
leuk vinden? Hoe kunnen we de motivatie versterken
Motivatie
Motivatie = Innerlijke gesteldheid die iemand brengt tot het uitvoeren/nalaten van activiteiten
Motiveren en stimuleren = relevant in elke interactie
- Even relevant in de relatie tussen partners, vrienden, leerling en leerkracht, etc.
Zelf- determinatie theorie
Door deze mannekes uitgevonden
Oefening
Probeer om:
- De items twee aan twee samen te plaatsen
- Een label te verzinnen voor het type motivatie dat
beide items beogen te meten
- 1 en 6: externe verplichting, druk van buitenaf (gecontroleerde motivatie)
- 3 en 7: interne verplichting: schuldig voelen of jezelf bewijzen (gecontroleerde motivatie)
- 2 en 5: persoonlijk belang, nut inzien, relevant om te doen,… (autonome motivatie)
- 4 en 8: omdat er passie, plezier, … is (autonome motivatie)
Model
- Moet je kennen, spreekt voor zich en al 100 keer geleerd
- Kruis boven stopbord: Zijn er wel mensen die het leuk vinden om regels te volgen?
- Toenemende mate van internalisatie, aanvaarding en eigenaarschap verwerven
, o Links: motivatie wordt opgelegd van buitenaf
o Rechts: ik doe het voor mezelf
- Kader kennen, belangrijke slide
- Examen: wat betekent interne druk, externe druk zijn ook vb van extrinsieke motivatie
motivatie is hierbij hoog is gecontroleerde motivatie
- Intrinsiek ook kunnen uitleggen, autonome motivatie, etc.
- Interne en externe druk: termen gebruiken we niet in theorie
- Vroeger: intrinsieke en extrinsieke motivatie achterhaald alleen helemaal links is
intrinsiek
- Amotivatie: geen motivatie, gaan niet tot actie over.
- Intrinsieke motivatie: beste kwaliteit motivatie
Waarom ruim jij jouw kamer op? (zou examenvraag kunnen zijn!)
Plaats de volgende redenen bij de juiste regulatietypes
1. … omdat ik zo mijn spullen gemakkelijker terugvind geïdentificeerd
2. … omdat ik het goede voorbeeld aan mijn broer dien te tonen geïntrojecteerd
3. … omdat mijn moeder me anders verbiedt om naar de scouts te gaan extern
4. … omdat ik het leuk vind om alles een plaatsje te geven intrinsiek
5. … omdat mijn vader vindt dat ik hiervoor nu al oud en wijs genoeg ben extern
6. … omdat ik tijd verlies als ik iets niet weet terug te vinden geïdentificeerd
7. … omdat ik me slecht zou voelen als vriendjes in een rommelige kamer moeten spelen
geïntrojecteerd
Studiemotivatie: doet het ertoe?
Hoe meer motivatie hoe beter je gaat studeren? Is dit waar?
1. Autonome (= welwillende) motivatie = WILLEN
Intrinsiek: plezier beleven aan studieactiviteiten = passie
Extrinsiek: leren is niet doel op zich, maar wel persoonlijk belang
2. Gecontroleerde (= verplichtende) motivatie= MOETEN
Extrinsiek: leren is niet doel op zich, maar lijkt verplicht (intern/extern)
- Kwaliteit van motivatie maakt wel een verschil.
Inleiding: waarom doen we wat we doen?
Waar halen mensen hun energie en motivatie vandaan om dingen te doen? Die ze leuk of minder
leuk vinden? Hoe kunnen we de motivatie versterken
Motivatie
Motivatie = Innerlijke gesteldheid die iemand brengt tot het uitvoeren/nalaten van activiteiten
Motiveren en stimuleren = relevant in elke interactie
- Even relevant in de relatie tussen partners, vrienden, leerling en leerkracht, etc.
Zelf- determinatie theorie
Door deze mannekes uitgevonden
Oefening
Probeer om:
- De items twee aan twee samen te plaatsen
- Een label te verzinnen voor het type motivatie dat
beide items beogen te meten
- 1 en 6: externe verplichting, druk van buitenaf (gecontroleerde motivatie)
- 3 en 7: interne verplichting: schuldig voelen of jezelf bewijzen (gecontroleerde motivatie)
- 2 en 5: persoonlijk belang, nut inzien, relevant om te doen,… (autonome motivatie)
- 4 en 8: omdat er passie, plezier, … is (autonome motivatie)
Model
- Moet je kennen, spreekt voor zich en al 100 keer geleerd
- Kruis boven stopbord: Zijn er wel mensen die het leuk vinden om regels te volgen?
- Toenemende mate van internalisatie, aanvaarding en eigenaarschap verwerven
, o Links: motivatie wordt opgelegd van buitenaf
o Rechts: ik doe het voor mezelf
- Kader kennen, belangrijke slide
- Examen: wat betekent interne druk, externe druk zijn ook vb van extrinsieke motivatie
motivatie is hierbij hoog is gecontroleerde motivatie
- Intrinsiek ook kunnen uitleggen, autonome motivatie, etc.
- Interne en externe druk: termen gebruiken we niet in theorie
- Vroeger: intrinsieke en extrinsieke motivatie achterhaald alleen helemaal links is
intrinsiek
- Amotivatie: geen motivatie, gaan niet tot actie over.
- Intrinsieke motivatie: beste kwaliteit motivatie
Waarom ruim jij jouw kamer op? (zou examenvraag kunnen zijn!)
Plaats de volgende redenen bij de juiste regulatietypes
1. … omdat ik zo mijn spullen gemakkelijker terugvind geïdentificeerd
2. … omdat ik het goede voorbeeld aan mijn broer dien te tonen geïntrojecteerd
3. … omdat mijn moeder me anders verbiedt om naar de scouts te gaan extern
4. … omdat ik het leuk vind om alles een plaatsje te geven intrinsiek
5. … omdat mijn vader vindt dat ik hiervoor nu al oud en wijs genoeg ben extern
6. … omdat ik tijd verlies als ik iets niet weet terug te vinden geïdentificeerd
7. … omdat ik me slecht zou voelen als vriendjes in een rommelige kamer moeten spelen
geïntrojecteerd
Studiemotivatie: doet het ertoe?
Hoe meer motivatie hoe beter je gaat studeren? Is dit waar?
1. Autonome (= welwillende) motivatie = WILLEN
Intrinsiek: plezier beleven aan studieactiviteiten = passie
Extrinsiek: leren is niet doel op zich, maar wel persoonlijk belang
2. Gecontroleerde (= verplichtende) motivatie= MOETEN
Extrinsiek: leren is niet doel op zich, maar lijkt verplicht (intern/extern)
- Kwaliteit van motivatie maakt wel een verschil.