Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
MOTORISCHE ONTWIKKELING 2.1
1. GELEIDE BEWEGINGSSPELEN
1.1 OMSCHRIJVING EN HOE VAN START GAAN?
Doel van bewegingsopvoeding: een kind als totale persoon te begrijpen, aan te spreken
via bewegingsactiviteiten om de ontwikkeling op gang te brengen.
Een geleid bewegingsspel = een klassieke activiteit waarbij de kleuterleid(st)er een
aantal speelse opdrachten, gekozen in functie van één of meer domeinen, aanbiedt.
De keuze van de domeinen hangt nauw samen met het gekozen materiaal en de manier
waarop het zal gebruikt worden. zorg wel voor een veelzijdig aanbod.
Vaste objecten en hanteermaterialen
Bij het uitdenken van speelse opdrachten:
Latenleiden door de inspiratie van de kleuters
o Beginsituatie (GOED OBSERVEREN!)
Latenleiden door je eigen inspiratie
o We hebben een leidraad nodig waaruit een groot en verscheiden aanbod
kan gegeven worden.
Domeinen!
o Zorgt voor een intenser ervaringsaanbod
o Inbrengen van gradatie ontwikkelingslijnen
o Doelgericht aanbod op ontwikkelingsniveau van de kleuter
1.2 DIDACTISCHE PRINCIPES
Betrokkenheidsprincipe
Sluit aan bij belevingswereld en niveau
Maak een spel aantrekkelijk door inleiding/motivatie
Intensiveringsprincipe
Voldoende bewegingskansen
1
,Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Met het hele lichaam bewegen (groot-motorische bewegingsvormen)
Onderscheid tussen ALT (actieve leertijd), IT (instructie tijd) en OT (organisatie
tijd)
o ALT zo hoog mogelijk, herhaling is belangrijk om te leren. Hoe hoger ALT,
hoe beter.
o IT koppelen aan een goede demo met duidelijke en korte instructies
o OT materiaal zoveel mogelijk op voorhand klaarzetten en niet te veel
veranderen
Creativiteits – en inventiviteitsprincipes
Kind moet ruimte krijgen en uitgenodigd worden om originele en nieuwe situaties
te bedenken. Ze moeten uitgenodigd worden tot het inventief
oplossen van vooropgestelde bewegingsproblemen. Vooral tijdens een vrijer
aanbod.
Herhalingsprincipe
Herhaling zorgt voor een leereffect
Kleuters beleven plezier aan het herkennen van een situatie
Herhalen met gradatie of variatie
Afwisselingsprincipe
Juiste dosering van inspanning (activeringsfase) en ontspanning (relaxatiefase)
Rustige opdracht om de les af te sluiten.
Differentiatieprincipe
Niet alle kleuters durven hetzelfde of beschikken over dezelfde motorische
competenties, cognitieve of socio-emotionele ontwikkeling.
De kleuters moeten niet ‘dezelfde’, maar de ‘beste’ kansen krijgen.
Optimaal intensief, veelzijdig, met plezier en met ruimte voor eigen inbreng
bewegen
o Open situaties aanbieden (vb. twee soorten banken en kleuter mag kiezen)
o Variatie en gradatie binnen eenzelfde opdracht
o Individuele aanpassingen doen
o Niet iedereen dezelfde opdracht
o Ontdubbelen van werkposten
Variatie- en gradatieprincipe
Variatie: anders maar niet
noodzakelijk moeilijker
Gradatie: anders en moeilijker of
makkelijker
Veelzijdigheidsprincipe
Binnen eenzelfde les
o Niet steeds op dezelfde manier: mogelijkheid tot verschillende
bewegingservaringen en deze optimaal in tijd volgens de beschikbare
ruimte en mogelijkheden
2
,Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Over het hele jaar
o Rijk aanbod geput uit de verschillende domeinen met verschillende
materialen
Veiligheidsprincipe
Kleuters moeten kunnen bewegen in een veilige omgeving
o Afspraken, GEEN kousen
o Vermijd rondslingerend materiaal
o Voldoende uitloopzone bij loopspelen
o Materiaal op veilige afstand van muren en toestellen (valmatjes waar
nodig)
o Controleer bevestiging van de toestellen
o Laat kls niet op te kleine opp. Door elkaar lopen botsingen
o Laat kls niet met materiaal in de richting van de vensters of lichten
o Afbakening of visuele aanduiding van ‘gevaarlijk’ opstellingen of
uitsteeksels
o Hulp bij gevaarlijke oefeningen
1.3. ORGANISATIEVORMEN
Organiseren = vooraf denken over hoe je je les zal uitvoeren.
3
, Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Ter info:
Bij tijdsgebrek is het niet per se nodig dat alle kls alle posten gedaan hebben:
liever aan 2 posten goed bewogen dan aan 3 te weinig
Werkposten zijn niet haalbaar bij jongste kls
4
MOTORISCHE ONTWIKKELING 2.1
1. GELEIDE BEWEGINGSSPELEN
1.1 OMSCHRIJVING EN HOE VAN START GAAN?
Doel van bewegingsopvoeding: een kind als totale persoon te begrijpen, aan te spreken
via bewegingsactiviteiten om de ontwikkeling op gang te brengen.
Een geleid bewegingsspel = een klassieke activiteit waarbij de kleuterleid(st)er een
aantal speelse opdrachten, gekozen in functie van één of meer domeinen, aanbiedt.
De keuze van de domeinen hangt nauw samen met het gekozen materiaal en de manier
waarop het zal gebruikt worden. zorg wel voor een veelzijdig aanbod.
Vaste objecten en hanteermaterialen
Bij het uitdenken van speelse opdrachten:
Latenleiden door de inspiratie van de kleuters
o Beginsituatie (GOED OBSERVEREN!)
Latenleiden door je eigen inspiratie
o We hebben een leidraad nodig waaruit een groot en verscheiden aanbod
kan gegeven worden.
Domeinen!
o Zorgt voor een intenser ervaringsaanbod
o Inbrengen van gradatie ontwikkelingslijnen
o Doelgericht aanbod op ontwikkelingsniveau van de kleuter
1.2 DIDACTISCHE PRINCIPES
Betrokkenheidsprincipe
Sluit aan bij belevingswereld en niveau
Maak een spel aantrekkelijk door inleiding/motivatie
Intensiveringsprincipe
Voldoende bewegingskansen
1
,Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Met het hele lichaam bewegen (groot-motorische bewegingsvormen)
Onderscheid tussen ALT (actieve leertijd), IT (instructie tijd) en OT (organisatie
tijd)
o ALT zo hoog mogelijk, herhaling is belangrijk om te leren. Hoe hoger ALT,
hoe beter.
o IT koppelen aan een goede demo met duidelijke en korte instructies
o OT materiaal zoveel mogelijk op voorhand klaarzetten en niet te veel
veranderen
Creativiteits – en inventiviteitsprincipes
Kind moet ruimte krijgen en uitgenodigd worden om originele en nieuwe situaties
te bedenken. Ze moeten uitgenodigd worden tot het inventief
oplossen van vooropgestelde bewegingsproblemen. Vooral tijdens een vrijer
aanbod.
Herhalingsprincipe
Herhaling zorgt voor een leereffect
Kleuters beleven plezier aan het herkennen van een situatie
Herhalen met gradatie of variatie
Afwisselingsprincipe
Juiste dosering van inspanning (activeringsfase) en ontspanning (relaxatiefase)
Rustige opdracht om de les af te sluiten.
Differentiatieprincipe
Niet alle kleuters durven hetzelfde of beschikken over dezelfde motorische
competenties, cognitieve of socio-emotionele ontwikkeling.
De kleuters moeten niet ‘dezelfde’, maar de ‘beste’ kansen krijgen.
Optimaal intensief, veelzijdig, met plezier en met ruimte voor eigen inbreng
bewegen
o Open situaties aanbieden (vb. twee soorten banken en kleuter mag kiezen)
o Variatie en gradatie binnen eenzelfde opdracht
o Individuele aanpassingen doen
o Niet iedereen dezelfde opdracht
o Ontdubbelen van werkposten
Variatie- en gradatieprincipe
Variatie: anders maar niet
noodzakelijk moeilijker
Gradatie: anders en moeilijker of
makkelijker
Veelzijdigheidsprincipe
Binnen eenzelfde les
o Niet steeds op dezelfde manier: mogelijkheid tot verschillende
bewegingservaringen en deze optimaal in tijd volgens de beschikbare
ruimte en mogelijkheden
2
,Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Over het hele jaar
o Rijk aanbod geput uit de verschillende domeinen met verschillende
materialen
Veiligheidsprincipe
Kleuters moeten kunnen bewegen in een veilige omgeving
o Afspraken, GEEN kousen
o Vermijd rondslingerend materiaal
o Voldoende uitloopzone bij loopspelen
o Materiaal op veilige afstand van muren en toestellen (valmatjes waar
nodig)
o Controleer bevestiging van de toestellen
o Laat kls niet op te kleine opp. Door elkaar lopen botsingen
o Laat kls niet met materiaal in de richting van de vensters of lichten
o Afbakening of visuele aanduiding van ‘gevaarlijk’ opstellingen of
uitsteeksels
o Hulp bij gevaarlijke oefeningen
1.3. ORGANISATIEVORMEN
Organiseren = vooraf denken over hoe je je les zal uitvoeren.
3
, Lacina Van Malderen 2 EBAKO B 2022-2023
Ter info:
Bij tijdsgebrek is het niet per se nodig dat alle kls alle posten gedaan hebben:
liever aan 2 posten goed bewogen dan aan 3 te weinig
Werkposten zijn niet haalbaar bij jongste kls
4