EIO5 Essentiële economie van preferentiële liberalisatie
MFN: Most favoured Nation-tarief = niet discriminerende handelsliberalisatie
PREF (PTA in Engels): preferentieel/ discriminerend handelsakkoord
HOME: Thuisland dat goederen importeert
PARTNER: land dat bevoordeeld wordt bij het PREF
RoW: rest van de wereld, wordt benadeeld bij PREF
FTA: free trade aggreement (vrijhandelsakkoord)
CU: customs union (douane unie)
ROO: Rules of origin
- DOEL:
Gebruiken import vraag en aanbodscurven om de effecten te begrijpen van preferentiële
handelsliberalisatie
Kader gebruiken om een douane unie te bestuderen
- H4 bestudeerde niet discriminerende liberalisatie
Binnenland legde hetzelfde importtarief op zoals alle andere landen
H5: Europese Integratie sluit de rest van de wereld uit = preferentiële liberalisatie
- H5 MD/MS kader gebruiken om import van select aantal landen in kaart te brengen
Wie heeft er baat bij en wie verliest door EU integratie ?
Binnenland legt slechts een tarief op, op de importen vanuit specifieke landen alleen
We gebruiken kader van vorig hoofdstuk
- We houden de beperkingen in gedachten van vorig hoofdstuk (NICNIR no imperfect
competition/no increasing returns)
1. PRIJSNEMERSCHAP: Alle o der e i ge zij perfe t o petitief = fir a’s e e de
prijzen die ze observeren in de markt als gegeven)
Alle ondernemingen zijn zodanig klein dat ze de prijs niet beïnvloeden kunnen
oneindig verkopen aan de huidige marktprijs
In realiteit hangt hoeveel we verkopen natuurlijk wel af van onze prijs
2. Er zijn geen schaaleconomieën assumptie laten we later vallen
= Gemiddelde kosten dalen niet als ondernemingen meer produceren
1) Analyse van unilaterale discriminerende liberalisatie
- Unilaterale is de simpelse vorm van preferentiële eerst deze behandelen
Wat gebeurt er als een land het importtarief van 1 van zijn handelspartners laat vallen
Later nemen we rekenschap met veranderingen in het buitenland
- In de praktijk laten meestal minstens 2 landen tov elkaar het importtarief vallen (FRA –
DUI)
- U ilateraal odel is toepas aar op aa tal EU progra a’s:
Everything but arms: verwijderen van tarieven op import van de armste landen in de wereld
...
, 1.1) Basislogica
- Het bestuderen van preferentiële liberalisatie (Europese integratie) vereist:
o Minstens 3 landen
2 integrerende landen (Home & Partner)
Minstens 1 uitgesloten land (we veronderstellen dat deze even groot is als
partnerland)
= RoW (rest-of-world)
o Mogelijkheid om binnenlandse en internationale gevolgen van liberalisatie te volgen
- Breiden het model uit om 2 bronnen van import toe te laten , opsplisten buitenland in:
1) MFN tarief
2) Preferentiële liberalisatie
- 3 effecten noodzakelijk om preferentiële handelsliberalisatie te begrijpen
I. Zekerheid van Smith
= wanneer land een bepaald ander land vrijstelt van tarieven , die ze alle andere
oplegt meoten de handelaars en producenten van het land wiens handel wordt
bevoordeeld nooszakelijk een groot voordeel verwerven
o Zonder preferenties Partner & RoW hebben hetzelfde tarief
o Met preferenties unilateraal tarief verwijderen van Partner NIET VAN RoW
Voordelen worden verdeeld onder
Consumenten in binnenland: consumenten zien lagere prijzen
Exporteurs van Partners: Hogere prijs + meer verkoop aan binnenland
II. Spillover van Harberler RoW verliest sowieso
o om competitief te blijven in de Home markt met een tarief moeten RoW
ondernemingen een lagere pre-tarief prijs accepteren
aangezien de post-tarief prijs gelijk moet zijn aan die van de bevoordeelde
competitie
o Resulteert in lagere export aanbodscurve volumes dalen
o Har erler’s spillo er: export van RoW incasseert een daling in prijs en volume naar
Home
III. Ambiguïteit van Viner
= preferentiële liberalisatie kan het voordeel-gevende land schaden omdat er 2 delen
zijn aan preferentiële liberalisatie
i) Handelsafwijking = asocieerde met disciminatie
Nieuwe prijskloven minder efficiëntie en welvaart
ii) Handelscreatie = associeerde dit met liberalisatie
Prijskloven worden verwijderd economische efficiëntie en
welvaart in Home
Vooraf niet te zeggen of het totale effect positief of negatief is
MFN: Most favoured Nation-tarief = niet discriminerende handelsliberalisatie
PREF (PTA in Engels): preferentieel/ discriminerend handelsakkoord
HOME: Thuisland dat goederen importeert
PARTNER: land dat bevoordeeld wordt bij het PREF
RoW: rest van de wereld, wordt benadeeld bij PREF
FTA: free trade aggreement (vrijhandelsakkoord)
CU: customs union (douane unie)
ROO: Rules of origin
- DOEL:
Gebruiken import vraag en aanbodscurven om de effecten te begrijpen van preferentiële
handelsliberalisatie
Kader gebruiken om een douane unie te bestuderen
- H4 bestudeerde niet discriminerende liberalisatie
Binnenland legde hetzelfde importtarief op zoals alle andere landen
H5: Europese Integratie sluit de rest van de wereld uit = preferentiële liberalisatie
- H5 MD/MS kader gebruiken om import van select aantal landen in kaart te brengen
Wie heeft er baat bij en wie verliest door EU integratie ?
Binnenland legt slechts een tarief op, op de importen vanuit specifieke landen alleen
We gebruiken kader van vorig hoofdstuk
- We houden de beperkingen in gedachten van vorig hoofdstuk (NICNIR no imperfect
competition/no increasing returns)
1. PRIJSNEMERSCHAP: Alle o der e i ge zij perfe t o petitief = fir a’s e e de
prijzen die ze observeren in de markt als gegeven)
Alle ondernemingen zijn zodanig klein dat ze de prijs niet beïnvloeden kunnen
oneindig verkopen aan de huidige marktprijs
In realiteit hangt hoeveel we verkopen natuurlijk wel af van onze prijs
2. Er zijn geen schaaleconomieën assumptie laten we later vallen
= Gemiddelde kosten dalen niet als ondernemingen meer produceren
1) Analyse van unilaterale discriminerende liberalisatie
- Unilaterale is de simpelse vorm van preferentiële eerst deze behandelen
Wat gebeurt er als een land het importtarief van 1 van zijn handelspartners laat vallen
Later nemen we rekenschap met veranderingen in het buitenland
- In de praktijk laten meestal minstens 2 landen tov elkaar het importtarief vallen (FRA –
DUI)
- U ilateraal odel is toepas aar op aa tal EU progra a’s:
Everything but arms: verwijderen van tarieven op import van de armste landen in de wereld
...
, 1.1) Basislogica
- Het bestuderen van preferentiële liberalisatie (Europese integratie) vereist:
o Minstens 3 landen
2 integrerende landen (Home & Partner)
Minstens 1 uitgesloten land (we veronderstellen dat deze even groot is als
partnerland)
= RoW (rest-of-world)
o Mogelijkheid om binnenlandse en internationale gevolgen van liberalisatie te volgen
- Breiden het model uit om 2 bronnen van import toe te laten , opsplisten buitenland in:
1) MFN tarief
2) Preferentiële liberalisatie
- 3 effecten noodzakelijk om preferentiële handelsliberalisatie te begrijpen
I. Zekerheid van Smith
= wanneer land een bepaald ander land vrijstelt van tarieven , die ze alle andere
oplegt meoten de handelaars en producenten van het land wiens handel wordt
bevoordeeld nooszakelijk een groot voordeel verwerven
o Zonder preferenties Partner & RoW hebben hetzelfde tarief
o Met preferenties unilateraal tarief verwijderen van Partner NIET VAN RoW
Voordelen worden verdeeld onder
Consumenten in binnenland: consumenten zien lagere prijzen
Exporteurs van Partners: Hogere prijs + meer verkoop aan binnenland
II. Spillover van Harberler RoW verliest sowieso
o om competitief te blijven in de Home markt met een tarief moeten RoW
ondernemingen een lagere pre-tarief prijs accepteren
aangezien de post-tarief prijs gelijk moet zijn aan die van de bevoordeelde
competitie
o Resulteert in lagere export aanbodscurve volumes dalen
o Har erler’s spillo er: export van RoW incasseert een daling in prijs en volume naar
Home
III. Ambiguïteit van Viner
= preferentiële liberalisatie kan het voordeel-gevende land schaden omdat er 2 delen
zijn aan preferentiële liberalisatie
i) Handelsafwijking = asocieerde met disciminatie
Nieuwe prijskloven minder efficiëntie en welvaart
ii) Handelscreatie = associeerde dit met liberalisatie
Prijskloven worden verwijderd economische efficiëntie en
welvaart in Home
Vooraf niet te zeggen of het totale effect positief of negatief is
