EIO 4 Essentiële micro-economische werkmiddelen
LEGENDE SAMENVATTING
P: prijs HOME: importerende land
Q: hoeveelheid goederen FOREIGN: buitenlandse
exporterende land
Mu: marginaal nut
Mc: marginale kost (om te produceren)
VC= vraagcurve
AC= aanbodcurve
IVC: import vraagcurve
Border price: de prijs die een buitenlands bedrijf krijgt uit
Verkoop aan een ander land
Domestic price: prijs die consumenten in eht binnenland
Betalen voor buitenlandse geïmporteerde
Producten
- Handelsbarrières bestaan in vele vormen
- H4 &5 onderzoeken van handelsbarrières en voordelige handelsliberalisatie in de open
economie
Tarief als representatieve handelsbarrière in deze analyse
- Doel van micro-analyse
o Zo simpel mogelijk kader te ontwikkelen om de effecten te begrijpen van verdiepende
integratie/preferentiële handelsliberalisatie op de ondernemingen, consumenten en
economieën die betrokken zijn
- Doel van H4
o Kader te ontwikkelen om na te denken over handelsbarrières
Hoe wordt handel hierdoor beïnvloedt?
o Verschillende soorten handelsbarrières begrijpen
- Assumpties de we maken NICNIR (no imperfect competition/no increasing returns)
1. PRIJSNEMERSCHAP: Alle o de e i ge zij pe fe t o petitief = fi a’s e e de
prijzen die ze observeren in de markt als gegeven)
Alle ondernemingen zijn zodanig klein dat ze de prijs niet beïnvloeden kunnen
oneindig verkopen aan de huidige marktprijs
In realiteit hangt hoeveel we verkopen natuurlijk wel af van onze prijs
2. Er zijn geen schaaleconomieën assumptie laten we later vallen
= Gemiddelde kosten dalen niet als ondernemingen meer produceren
,1 Inleidende begrippen: aanbod en vraagcurves
- Import vraag & aanbod curve
1.1 Vraagcurves en marginaal nut
- Vraagcurve: voor welke gegeven prijs worden hoeveel goederen gevraagd
Plot het marginaal nut = geluk dat ze krijgen van een extra eenheid van een gegeven
goed te consumeren dat ze nu al in zekere hoeveelheid consumeren
- Marktvraag wordt geagregeerd over alle individuele vraagcurves
Marginaal nut daalt naarmate we al meer van een bepaald goed
consumeren
Ma gi aal ut is hoge ij ’ & u’ DAN ij & u
Logischerwijs zal men consumeren zolang: p≤ u
Consumptie zolang marginaal nut van 1 extra goed te consumeren groter is
dan de kost om dit te doen
optimalisatieoefening door consumenten
1.2 Aanbodscurves en marginale kosten
- Gelijkaardige logica NU OPTIMALISEREN DE ONDERNEMINGEN
- Aanbodscurve: hoeveel leveren de ondernemingen aan een gegeven prijs
Winstmaximalisatie als doel: ze zullen blijven produceren tot het punt waar de marginale
kosten juist gelijk zijn aan de prijs mc ≤ p
bij p* zal de onderneming q* leveren
als de onderneming minder dan q* zou leveren
dan zou ze winst mislopen
q* is het laatste punt waar de prijs de
marginale kost overstijgt
marktaanbod wordt verkregen door
horizontale sommatie van de individuele
marginale kostencurves
, 1.3 Welvaartsanalyse: consumenten- en producentensurplus
CONSUMENTENSURPLUS: consumenten krijgen meer nut dan ze voor betaald hebben
Afwijking van de marginale nutscurve tov de betaalde prijs geeft surplus weer
Wat de consumenten werkelijk betaalt is kleiner dan wat ze bereid is te betalen
o ONDERZOEKEN hoe welzijn van de consumenten wordt beïnvloed door veranderingen in de
prijs
surplus is de som van alle afwijkingen
van eht marginaal nut tov de prijs als de
prijs zakt is dit voordelig voor consument
consumentensurplus stijgt in 2 delen:
A) Gebied A: minder betalen voor de
eenheden geconsumeerd aan de
oude prijs
B) Gebied B: extra surplus op de
nieuwe geconsumeerde goederen
=> van c* ’
B= som van de nieuwe
afwijkingen tussen het
marginaal nut en de betaalde
prijs
PRODUCENTENSURPLUS: producenten krijgen
hogere prijs dan de kost die ze gedaan hebben om dat extra goed te produceren
De werkelijke ontvangsten van de
producent overtreffen de kosten die ze maakt
Als prijs stijgt is het voordelig voor de producent
producentensurplus stijgt in 2 delen:
A) Gebied A: hogere prijs voor eenheden die onder de prijs
worden verkocht
B) Gebied B: extra surplus op de nieuwe verkochte eenheden =>
van q* ’
B= som van de nieuwe afwijkingen tussen de marginale
kost en de ontvangen prijs
LEGENDE SAMENVATTING
P: prijs HOME: importerende land
Q: hoeveelheid goederen FOREIGN: buitenlandse
exporterende land
Mu: marginaal nut
Mc: marginale kost (om te produceren)
VC= vraagcurve
AC= aanbodcurve
IVC: import vraagcurve
Border price: de prijs die een buitenlands bedrijf krijgt uit
Verkoop aan een ander land
Domestic price: prijs die consumenten in eht binnenland
Betalen voor buitenlandse geïmporteerde
Producten
- Handelsbarrières bestaan in vele vormen
- H4 &5 onderzoeken van handelsbarrières en voordelige handelsliberalisatie in de open
economie
Tarief als representatieve handelsbarrière in deze analyse
- Doel van micro-analyse
o Zo simpel mogelijk kader te ontwikkelen om de effecten te begrijpen van verdiepende
integratie/preferentiële handelsliberalisatie op de ondernemingen, consumenten en
economieën die betrokken zijn
- Doel van H4
o Kader te ontwikkelen om na te denken over handelsbarrières
Hoe wordt handel hierdoor beïnvloedt?
o Verschillende soorten handelsbarrières begrijpen
- Assumpties de we maken NICNIR (no imperfect competition/no increasing returns)
1. PRIJSNEMERSCHAP: Alle o de e i ge zij pe fe t o petitief = fi a’s e e de
prijzen die ze observeren in de markt als gegeven)
Alle ondernemingen zijn zodanig klein dat ze de prijs niet beïnvloeden kunnen
oneindig verkopen aan de huidige marktprijs
In realiteit hangt hoeveel we verkopen natuurlijk wel af van onze prijs
2. Er zijn geen schaaleconomieën assumptie laten we later vallen
= Gemiddelde kosten dalen niet als ondernemingen meer produceren
,1 Inleidende begrippen: aanbod en vraagcurves
- Import vraag & aanbod curve
1.1 Vraagcurves en marginaal nut
- Vraagcurve: voor welke gegeven prijs worden hoeveel goederen gevraagd
Plot het marginaal nut = geluk dat ze krijgen van een extra eenheid van een gegeven
goed te consumeren dat ze nu al in zekere hoeveelheid consumeren
- Marktvraag wordt geagregeerd over alle individuele vraagcurves
Marginaal nut daalt naarmate we al meer van een bepaald goed
consumeren
Ma gi aal ut is hoge ij ’ & u’ DAN ij & u
Logischerwijs zal men consumeren zolang: p≤ u
Consumptie zolang marginaal nut van 1 extra goed te consumeren groter is
dan de kost om dit te doen
optimalisatieoefening door consumenten
1.2 Aanbodscurves en marginale kosten
- Gelijkaardige logica NU OPTIMALISEREN DE ONDERNEMINGEN
- Aanbodscurve: hoeveel leveren de ondernemingen aan een gegeven prijs
Winstmaximalisatie als doel: ze zullen blijven produceren tot het punt waar de marginale
kosten juist gelijk zijn aan de prijs mc ≤ p
bij p* zal de onderneming q* leveren
als de onderneming minder dan q* zou leveren
dan zou ze winst mislopen
q* is het laatste punt waar de prijs de
marginale kost overstijgt
marktaanbod wordt verkregen door
horizontale sommatie van de individuele
marginale kostencurves
, 1.3 Welvaartsanalyse: consumenten- en producentensurplus
CONSUMENTENSURPLUS: consumenten krijgen meer nut dan ze voor betaald hebben
Afwijking van de marginale nutscurve tov de betaalde prijs geeft surplus weer
Wat de consumenten werkelijk betaalt is kleiner dan wat ze bereid is te betalen
o ONDERZOEKEN hoe welzijn van de consumenten wordt beïnvloed door veranderingen in de
prijs
surplus is de som van alle afwijkingen
van eht marginaal nut tov de prijs als de
prijs zakt is dit voordelig voor consument
consumentensurplus stijgt in 2 delen:
A) Gebied A: minder betalen voor de
eenheden geconsumeerd aan de
oude prijs
B) Gebied B: extra surplus op de
nieuwe geconsumeerde goederen
=> van c* ’
B= som van de nieuwe
afwijkingen tussen het
marginaal nut en de betaalde
prijs
PRODUCENTENSURPLUS: producenten krijgen
hogere prijs dan de kost die ze gedaan hebben om dat extra goed te produceren
De werkelijke ontvangsten van de
producent overtreffen de kosten die ze maakt
Als prijs stijgt is het voordelig voor de producent
producentensurplus stijgt in 2 delen:
A) Gebied A: hogere prijs voor eenheden die onder de prijs
worden verkocht
B) Gebied B: extra surplus op de nieuwe verkochte eenheden =>
van q* ’
B= som van de nieuwe afwijkingen tussen de marginale
kost en de ontvangen prijs
