Samenvatting TAB 2.4 Bonnez

TAB 2.4: SOCIALE EN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG
DEEL 1: DE GERIATRISCHE PATIËNT


De geriatrische patiënt (leerdoelen)
• Typisch geriatrisch profiel kenmerken
• Benaderingswijze van geriatrische patiënten in diverse settings
• Beginselen comprehensive geriatric assessment (ADL/IADL)
• Plaats verpleegkundige geriatrisch team


HET GERIATRISCH PROFIEL
Wanneer geriatrie?
65+
67+
70+
...

Gereatrisch profiel
1. Verminderde homeostase (= Vermogen van lichaam om gezondheid te bewaken)
• Vanaf welke leeftijd dalen onze mogelijkheden?
• Mechanisme van verminderde homeostase
 Extreme reserve minderen (bijv. extreme inspanning)
 Kloof tussen gewone en extreme inspanningen daalt
 Gewone wordt extreem
 Kleine gebeurtenis  Grote gevolgen
 Bijv.: val
 Acute daling vitale parameters Ziekenhuisopname via spoed  Delirium

Pathologisch versus fysiologisch  vaak moeilijk onderscheid!

2. Multiple, chronische pathologie
 Volledig herstel vaak niet mogelijk
 Opvangen acute
 Afremmen verdere verloop
 In stand houden huidige functies



3. Bedreigde validiteit

,  Chronische aandoeningen  kans op invaliditeit stijgt
 Geen direct verband medische aandoening & gevolgen
 Graad van zelfstandigheid/autonomie belangrijk aspect

4. Risico polyfarmacie
 Medicatie = kans op neveneffecten
 Meer medicatie = meer kans op neveneffecten/ fout innemen/ interacties
 Ouderen  meer kans neveneffecten

5. Gewijzigde presentatie en verloop pathologie
 Veranderend klachtenpatroon (armer/vager)
 Algemene achteruitgang
 Verminderde eetlust
 Minder mobiel
 Incontinentie
 Verwardheid
 Nut heteroanamnese
 Symptomen dehydratatie mogelijks gemaskeerd
 Minder frequent optreden bepaalde symptomen
 Infectie zonder koorts!
 Minder opvallend spierweerstand acuut abdomen
 Anders optreden
 Myocardinfarct met enkel longoedeem, acute verwardheid, of CVA.

6. Somato-psycho-sociale verwevenheid
 Veel fysische aandoeningen vertonen psychische ‘symptomen’
 Delirium/ depressie/ dementie
 Voorbeelden van opnameredenen
 Toenemende verwardheid
 Algemene achteruitgang
 Zich slechter voelen
 De omgeving ziet dat er iets is
 Eet niet meer
 ...

, HET GERIATRISCH MODEL

Voornaamste doel geriatrie = Behouden, of verbeteren, van de kwaliteit van leven

Verzorgingsmodel vs medische verbetenheid

 Geriatrie = andere presentatie ziektes met vagere klachten en minder opvallende
ziektetekens
 Ziekte zien als veroudering, niet als ziekte
 Of te medisch benadering, te veel onderzoeken etc.
 Beste scenario
 Zoeken naar diagnose
 Stellen van technische onderzoek
 Rekening houdend met draagkracht/ nut
 Enkel indien voordeel, niet enkel voor de diagnose


Evaluatie functionele mogelijkheden en belang revalidatie (Veel testen, o.a.)

 ADL (= activiteit dagelijks leven)
 Basale functies, zelfzorg
 Vermindering bij dementie
 IADL
 Essentiele functies om
zelfstandig te leven
 Tekens van MCI
 AADL
 ‘Voortekens’ van MCI


Het geriatrisch team

 Voorbeeld van interprofessioneel samenwerken!
 Nodig om alle info uit te wisselen,
 bijv. wel stappen bij de kiné, niet bij de verpleegkundige
 Leden:
 Geriater /Geriatrisch verpleegkundige
 Psycholoog
 Maatschappelijke dienst
 Kinesist
 Ergotherapeut
 Logopedist
 (Huisarts, gerontopsychiatrisch)