Menselijke fysiologie: het bloed
Inleiding
Bloed zal altijd stromen van een plaats met een hoge druk naar een plaats met een lage
druk. Weerstand is belangrijk. (De lengte maar ook de radius/de diameter van het bloedvat
is van belang)
o Pulse pressure = de hoogste druk in de arteriën
o Diastolic pressure = laagste druk
Het hart zal de druk creëren, in het hart zakt de druk volledig weg in tegenstelling tot
in de arteriën door contractie/samentrekkingen van het hart.
Gemiddelde arteriële druk
o Bloedvolume: hoe hoger het volume, hoe hoger de druk.
o Efficiëntie van het hart
o Weerstand in het systeem: hoe hoger de weerstand (bloed zal minder gemakkelijk
stromen) hoe hoger de druk.
o Verdeling van het bloed:
10-15% bloed zit ad arteriële zijde
60% veneuze kant
Rest zit in de weefsels en het hart
Stroming van het bloed
o Druk gradiënt (zie hierboven)
o De weerstand is afhankelijk van de diameter
Cardiovasculair controle center
Het cardiovasculair controle center zal alles coördineren. Receptoren zijn hiervoor zeer
belangrijk.
, o Baroreceptoren (aorta, halsslagader) = deze zullen continu signalen doorgeven
omtrent de druk (CVCC). Meer druk, meer rek op de bloedvaten en zal meer signalen
doorgeven.
o Reageren op deze signalen gebeurd op 2 manieren:
Parasympatische weg waarbij de hartfrequentie zal dalen.
Sympathisch systeem dat zal inwerken op ons hart;
SA knoop (sinu atriale knoop)
Ventrikels (contractiekracht verhogen)
Venen
Arteriolen
Absorptie1 en filtratie2
We kennen 2 soorten druk; colloid osmotische druk (drukverschil dat tussen 2 oplossingen
van verschillende concentraties ontstaat vb: binnen en buiten het bloedvat). En de
hydrostatische druk (de druk op de buitenkant van vb: een bloedvat).
Bloed in detail
o Bloed;
Dient voor transport
Buffer/beschermer (door transport WBC die lichaamsvreemde stoffen
afbreken)
Warmtehuishouding in het lichaam (warmte van binnen meepakken naar
buiten den deze daar afstaan)
7% van het lichaamsgewicht
Inleiding
Bloed zal altijd stromen van een plaats met een hoge druk naar een plaats met een lage
druk. Weerstand is belangrijk. (De lengte maar ook de radius/de diameter van het bloedvat
is van belang)
o Pulse pressure = de hoogste druk in de arteriën
o Diastolic pressure = laagste druk
Het hart zal de druk creëren, in het hart zakt de druk volledig weg in tegenstelling tot
in de arteriën door contractie/samentrekkingen van het hart.
Gemiddelde arteriële druk
o Bloedvolume: hoe hoger het volume, hoe hoger de druk.
o Efficiëntie van het hart
o Weerstand in het systeem: hoe hoger de weerstand (bloed zal minder gemakkelijk
stromen) hoe hoger de druk.
o Verdeling van het bloed:
10-15% bloed zit ad arteriële zijde
60% veneuze kant
Rest zit in de weefsels en het hart
Stroming van het bloed
o Druk gradiënt (zie hierboven)
o De weerstand is afhankelijk van de diameter
Cardiovasculair controle center
Het cardiovasculair controle center zal alles coördineren. Receptoren zijn hiervoor zeer
belangrijk.
, o Baroreceptoren (aorta, halsslagader) = deze zullen continu signalen doorgeven
omtrent de druk (CVCC). Meer druk, meer rek op de bloedvaten en zal meer signalen
doorgeven.
o Reageren op deze signalen gebeurd op 2 manieren:
Parasympatische weg waarbij de hartfrequentie zal dalen.
Sympathisch systeem dat zal inwerken op ons hart;
SA knoop (sinu atriale knoop)
Ventrikels (contractiekracht verhogen)
Venen
Arteriolen
Absorptie1 en filtratie2
We kennen 2 soorten druk; colloid osmotische druk (drukverschil dat tussen 2 oplossingen
van verschillende concentraties ontstaat vb: binnen en buiten het bloedvat). En de
hydrostatische druk (de druk op de buitenkant van vb: een bloedvat).
Bloed in detail
o Bloed;
Dient voor transport
Buffer/beschermer (door transport WBC die lichaamsvreemde stoffen
afbreken)
Warmtehuishouding in het lichaam (warmte van binnen meepakken naar
buiten den deze daar afstaan)
7% van het lichaamsgewicht