Sociaal recht voor Criminologen
Prof. Dr. Schoukens
College 1 – 03/10/2022 – Intro en arbeidsrecht les 1
Wat is recht?
Sociaal recht =
o Arbeidsrecht – individuele en collectieve regelingen tussen werknemers en
werkgevers ter bescherming arbeid + socialezekerheidsrecht – individuele sociale
prestaties, solidariteit, risico’s.
Sociaal recht: een ‘eigenaardig’ beestje:
o ‘beschermend recht’;
o Dwingend recht/ recht van openbare orde;
o Rol sociale partners;
o Met eigen rechtbanken (vs. eenheidsrechtbank).
Arbeidsrecht vs. socialezekerheidsrecht.
Wat is sociaal recht? Het recht heeft tot functie ordening van de
maatschappij, maar ook bescherming van de minderheid. Sociaal recht
valt eigenlijk uiteen in 2 grote subdomeinen: arbeidsrecht &
sociaalzekerheidsrecht. Kenmerken aan deze rechten is dat ze sociaal
zijn, maar in wezen zijn het heel verschillende rechtstakken.
Arbeidsrecht is grotendeels een verdere doorontwikkeling van
het overeenkomstrecht – verbintenissenrecht. De basis van dat
recht is eigenlijk de overeenkomst tussen werkgever en
werknemer – hier situeert het arbeidsrecht zich doorgaans.
Werkgever en werknemer zijn in beginsel vrij te onderhandelen, echter wordt die vrijheid
sterk beperkt vanuit bepaalde beschermingsredenen – “u mag overeenkomen binnen een
bepaald kader”. Er zijn een aantal minimumvoorwaarden die je dient te respecteren binnen de
arbeidsovereenkomst: bijv. de verloning, het maximumaantal uren arbeid, verlof, … Binnen
het arbeidsrecht zie je voornamelijk de overeenkomst en de minimumvoorwaarden die rond
die overeenkomst zijn gebouwd die zowel werknemer als werkgever moeten respecteren ter
bescherming van de arbeid. Het betreft individuele of collectieve regelingen (→ vakbonden:
Cao’s) ter bescherming van de arbeid. Wanneer we arbeid niet beschermen wordt er heel vaak
misbruik gemaakt van de zwakke positie van de werknemer. Wanneer werknemers arbeid
verkopen aan de werkgever moet zij ondersteund worden → het gaat hier niet over
zelfstandigen, ambtenaren of vrijwilligers → alleen over werknemers!
In het socialezekerheidsrecht zit ook een element van bescherming dat eigenlijk gaat over
individuele sociale uitkeringen, zoals de werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkeringen en
pensioenen. Dit worden prestaties genoemd die er zodanig voor zorgen dat je in je
levensonderhoud kan voorzien. De bedoeling is om een hulp te zijn, zodanig dat je inkomen
kan blijven genereren of bij bepaalde situaties van zware onkosten financiering verkrijgt
zodanig dat je deze kosten niet volledig zelf moet betalen en het moeilijk wordt om in de rest
van je levenskosten te voorzien – bijv. gezondheidszorg, gezinsbijslagen. Het doel is dat u
voldoende inkomen heeft om van te leven – ongeacht uw statuut van arbeid! De groepen die
bescherming krijgen zijn echter verschillend.
Wat is er nu eigen aan beiden vormen van recht? Waarom is het eigenaardig? Het verzamelt twee
rechtsdomeinen die eigenlijk weinig met elkaar te maken hebben. Waarom ze dan toch samennemen?
Eerst en vooral is het beschermend recht – in beiden rechtsdomeinen zitten zwakkeren die beschermd
moeten worden. In arbeidsrecht zijn dat de werknemers en in sociaalzekerheidsrecht de mensen die
1
,dreigen te weinig inkomen te hebben om te kunnen leven. Het verschil zit hem in de historische
ontwikkeling vergeleken met andere rechtsdomeinen. Zowel arbeidsrecht als sociaalzekerheidsrecht
vinden hun grondslag in de Sociale Kwestie. Wat gebeurde daar eigenlijk? Een industrialisering –
meer en meer mensen trokken naar de steden en men verkocht zijn arbeid in fabrieken. Die beweging
heeft zich uiteindelijk vertaald in regelgeving. Bij arbeidsrecht betreft dat de bescherming van de
arbeid tegen sociale uitbuiting. Bij sociale zekerheid was dat in het begin enkel voor werknemers –
bijv. zij die hun hand kwijtspeelde in een machine. Het is pas midden 20 e eeuw – na de Tweede
Wereldoorlog – dat men in België die sociale zekerheid heeft uitgebreid naar anderen. Hoe gebeurt die
bescherming? Bij arbeidsrecht voornamelijk door dwingend recht – relatieve nietigheid. Bij
sociaalzekerheidsrecht voornamelijk door recht van openbare orde – via publiek recht. De manier
waarop de bescherming te organiseren valt, verschilt. Omwille van de historische oorsprong nemen
wij deze twee dus vaak samen. Een tweede reden betreft de rol van de sociale partners. Heel wat
arbeidsrecht komt niet tot stand via het parlement/de regering, maar door de sociale partners zelf – de
collectieve arbeidsovereenkomst. Het beheer van de sociale zekerheid ligt in handen van de sociale
partners waardoor deze twee rechtstakken nogal eens samen worden bekeken. De handhaving of de
rechtsbescherming van het sociaal recht gebeurt door eigen rechtbanken → de arbeidsrechtbank. We
hebben in België geen eenheidsrechtbank. Zowel het arbeidsrecht als het socialezekerheidsrecht wordt
aanhangig gemaakt bij de arbeidsrechtbank. Wat is daar zo specifiek aan? 1) Eerst en vooral de
combinatie van professionele rechters met lekenrechters, 2) maar ook dat bepaalde kosten niet worden
afgewenteld ten aanzien van de partij die beschermd moet worden – lage procedurekosten. Normaal
gezien draag je de kosten als je een geding verliest en moet je zelfs een deel van de kosten van de
tegenpartij dragen. In sociaal recht is dit niet altijd het geval – zelfs als je verliest, moet je niet alle
kosten dragen.
In het arbeidsrecht vertrekken wij doorgaans van de overeenkomst werkgever – werknemer. Zij
onderhandelen over welk arbeid de werknemer gaat verrichten en welk loon daartegenover staat. Op
het moment dat men een wilsovereenstemming vindt – dus men akkoord gaat dat men voor dat type
arbeid een bepaalde hoeveelheid loont ontvangt, krijgt men een overeenkomst. Van zodra er
overeenstemming is tussen de twee partijen ontstaat een arbeidsovereenkomst. Arbeidsrecht vertrekt
vanuit die arbeidsovereenkomst. Binnen de arbeidsovereenkomst geld er wilsvrijheid. Sinds eind 19 e
eeuw bestaat er al een regelgevend kader met minimumvoorwaarden waaraan de arbeidsovereenkomst
moet voldoen en die gerespecteerd dienen te worden – minimumvoorwaarden van dwingend recht.
Een inbreuk op dwingend recht leidt tot relatieve nietigheid. Wat bedoelt men daarmee? De
bescherming staat in relatie tot bepaalde personen. Enkel de zwakke partij – de beschermende partij –
kan nietigheid inroepen. Normaal gesproken doet een rechter uitspraken over nietigheid → in het
arbeidsrecht hoeft men niet altijd voor de rechter te gaan om een contract te beëindigen → ‘ex-tunc’-
werking → retroactief doorwerken van nietigheid in de hoofd van de beschermde partij wordt omgezet
naar ‘ex nunc’ → het is enkel maar nietig voor de toekomst niet voor het verleden. Een voorbeeld: een
studentencontract moet schriftelijk worden opgesteld, zodanig dat de studentwerknemer goed weet wat
zijn rechten en plichten zijn. Als dit niet is gebeurd, is het contract eigenlijk nietig.
Sociaal zekerheidsrecht is publiekrecht – recht van openbare orde, omdat men hier solidariteit moet
organiseren. De hogere inkomens moeten meer bijdragen dan de lagere inkomens en dit kun je bijna
alleen maar organiseren via het recht van openbare orde. Er is hier sprake van absolute nietigheid –
alle belanghebbenden kunnen nietigheid inroepen. Je kunt er nooit afstand van doen. Werkt normaal
gezien altijd ‘ex tunc’.
Arbeidsrecht Sociaalzekerheidsrecht
= dwingend recht. = publiek recht – openbare orde.
Relatieve nietigheid. Absolute nietigheid.
Afstand recht? Geen afstand recht.
‘Ex nunc’ – (‘ex tunc’). Ex tunc.
Werkgever x werknemer. Alle belanghebbenden.
Sociaal, recht, arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht
Bronnen:
2
o Toenemend belang internationale en Europese normen
o Formele wetgeving → KB’s, MB’s….
o Eigen rechtsvorming:
Arbeidsrecht: arbeidsovereenkomst, CAO, arbeidsreglement…
,In het arbeidsrecht vind je ook rechtsnormen – arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst
en het arbeidsreglement dat in elk bedrijf moet zijn opgesteld door het bedrijf zelf.
Waarom arbeidsrecht?
o Gezag → werken in ondergeschikt verband.
o Sociale uitbuiting → eind 19e eeuw.
o Stakingen → begin 20e eeuw.
Bronnen:
o Grondwet → gelijkheidsbeginsel → art. 23 recht op arbeid.
o Wetten → materieel.
o Cao’s, arbeidsovereenkomsten en arbeidsreglementen
o Internationale verdragen
o EU-richtlijnen.
Levende materie → toepassen van het arbeidsrecht op nieuwe arbeidsnormen.
Arbeidsrecht
[Art. 23 Gw: recht een menswaardig leven te leiden → 1* recht op arbeid; vrije keuze van beroepsarbeid in het
raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en
stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning,
alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen. → 2* het recht op sociale zekerheid → 6*
recht op gezinsbijslagen].
In art. 6 zie je heel duidelijk naar voren komen dat dit een dwingende wet betreft. Daarnaast is
arbeidsrechtrecht ook ordenend recht. Vergeleken met de sociale zekerheid zijn er veel meer
rechtsnormen in het arbeidsrecht.
Arbeidsrecht – definitie: “het recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in
ondergeschikt verband”.
Beschermend recht
o Dwingend recht → soms openbare orde, bijna geen aanvullend recht.
o Ter bescherming van de werknemer.
o Cf. art. 6 AOW: alle met de bepalingen van deze wet en van haar
uitvoeringbesluiten strijdige bedingen zijn nietig voor zover zij ertoe strekken de
rechter van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen te verzwaren.
Ordenend recht
o Cf. Art. 51 CAO-wet → verhouding individuele arbeidsovereenkomst, CAO, wet.
Vergelijk met socialezekerheidsrecht.
3
, Er zijn heel wat rechtsnormen in het arbeidsrecht:
AOW → arbeidsovereenkomst - waarin het ontslag heel duidelijk omschreven staat.
2. CAO → collectieve arbeidsovereenkomst – afspraken tussen vakbonden en werkgevers waar
de ministers een KB rond hebben gezet → bijna hetzelfde als een dwingende bepaling van
wet. Collectieve afspraken die de werkgever bijna een wettelijk karakter heeft gegeven door er
een koninklijk besluit aan toe te voegen. Alle werkgevers en werknemers dienen deze te
respecteren.
3. De werkgever dient de algemeen verbindend verklaarde arbeidsovereenkomst te respecteren.
Degene die deze niet heeft ondertekend, hoeft deze in beginsel ook niet te ondertekenen.
4. –
5. Hoeft in beginsel niet gerespecteerd te worden, maar enkele uitzonderingen! Als je werkt met
mondelinge overeenkomst en deze mondelinge overeenkomst is in conflict met de niet-
algemeen verbindend verklaarde CAO, dan dien je dit CAO wel te respecteren als je behoort
tot het ressort waar deze CAO op van toepassing is → de lagere norm dient de hogere norm te
respecteren → hiërarchie der normen.
Loon
o Vs. vrijwilliger.
o Niet beperkt tot levensonderhoud.
Arbeid:
o Prestaties verrichten → soms geen prestaties maar toch arbeid → ‘slapen is ook
werken’.
Gezag → belangrijkste criterium!
o Organisatiewerk;
o Arbeidstijd;
o Controle.
o ≠ zelfstandige!
Arbeidsovereenkomsten wet → 3 juli 1978.
Bijzonder geval → ambtenaren.
4