Naam Formule Eenheden
Sinusregel 𝑎 𝑏 𝑐
𝑠𝑖𝑛 α
= 𝑠𝑖𝑛 β
= 𝑠𝑖𝑛 γ
Stelling van Pythagoras 𝑎² = 𝑏² + 𝑐²
Cosinusregel 𝑎² = 𝑏² + 𝑐² − 2𝑏𝑐 · 𝑐𝑜𝑠(α)
Oppervlakte van een bol 4 Π · 𝑟² r = straal
Oppervlakte van een cilinder 2Π · 𝑟² + 2Π · 𝑟 · ℎ r = straal
h = hoogte
inhoud van een bol 4Π·𝑟² r =straal
3
inhoud van een cilinder Π · 𝑟² · ℎ h = hoogte
r = straal
Basisformules Fysica:
Naam Formule Eenheden
Ogenblikkelijke snelheid 𝑑𝑥 x = plaatscoördinaat
𝑣𝑥 = 𝑑𝑡 t = tijd (seconden)
Gemiddelde snelheid ∆𝑥 x = plaatscoördinaat
𝑣𝑔𝑒𝑚 = ∆𝑡 t = tijd (seconden)
Gemiddelde versnelling ∆𝑣 v = snelheid (m/s)
𝑎𝑔𝑒𝑚 = ∆𝑡 t = tijd (seconden)
Zwaartekracht Fz = 𝑚 · 𝑔 m = massa (Kg)
g = zwaarteveldsterkte (m/s²)
Vermogen ∆𝑊 𝐸 𝑄 W = arbeid (Joule)
𝑃= = =
∆𝑡 ∆𝑡 ∆𝑡 t = tijd (seconden)
E = energie (Joule)
Q = warmte (Joule)
Dichtheid ρ = 𝑚/𝑉 m = massa (Kg)
V = volume (m3)
ρ = dichtheid (Kg/m3)
Kinetische energie 𝑚·𝑣² m = massa (Kg)
𝐸𝐾 = 2 v = snelheid (m/s)
Potentiële energie EP = 𝑚 · 𝑔 · ℎ m = massa (kg)
g = zwaarteveldsterkte (m/s²)
h = hoogte
Optica:
Naam Formule Eenheden
De wet van Snellius 𝑠𝑖𝑛 (𝑖) 𝑛2(𝑛𝑟) i = invalshoek
𝑠𝑖𝑛(𝑟)
= 𝑛𝑖 r = brekingshoek
n1 = brekingsindex eerste stof
n2 = brekingsindex tweede stof
, Lenzenformule 1 1 1 f = brandpuntafstand
= +
𝑓 𝑣 𝑏 v = voorwerpafstand
b = beeldafstand
Hydrostatica en druk:
Naam Formule Eenheden
Druk 𝑃 = 𝐹/𝐴 F = kracht (Newton)
A = oppervlakte (m²)
P = druk (pascal)
Dichtheid ρ = 𝑚/𝑉 m = massa (Kg)
V = volume (m3)
ρ = dichtheid (Kg/m3)
Beginsel van Pascal 𝐹1 𝐹2 F = kracht (Newton)
𝑃1 = 𝑃2 → 𝐴1
= 𝐴2 A = oppervlakte (m²)
P = druk (pascal)
Hydrostatische druk ρhydro = ρvl · 𝑔 · ℎ ρvl = dichtheid van de vloeistof
g = zwaarteveldsterkte (m/s²)
h = hoogte
Archimedeskracht FA = ρvl · 𝑔 · Vonder ρvl = dichtheid van de vloeistof
g = zwaarteveldsterkte (m/s²)
Vonder = Volume onder
Gaswetten en warmteleer:
Naam Formule Eenheden
Ideale gaswet 𝑝·𝑉=𝑛·𝑅·𝑇 p = druk (Pascal)
V = volume (m3)
n =aantal deeltjes (mol)
R = gasconstante = 8,31 J/K · mol
T = temperatuur (Kelvin)
Algemene gaswet 𝑝·𝑉=𝑇 p = druk (Pascal)
V = volume (m3)
T = temperatuur (Kelvin)
Algemene gaswet 𝑝1 · 𝑉1 𝑝2 · 𝑉2 P = druk (Pascal)
𝑇1
= 𝑇2 V = volume (m3)
T = temperatuur (Kelvin)
Warmtecapaciteit 𝑄 = 𝐶 · ∆𝑇 Q = warmte (Joule)
C = warmtecapaciteit (J/K)
∆𝑇 = Temperatuur (Kelvin)
Specifieke warmtecapaciteit 𝑄 = 𝑐 · 𝑚 · ∆𝑇 Q = warmte (Joule)
c = specifieke warmtecapaciteit (J/Kg ·K)
m = massa (Kg)
∆𝑇 = Temperatuur (Kelvin)
Vermogen 𝑃 = 𝑊/∆𝑡 = 𝑄/∆𝑡 P = Watt (W) = J/s
W = arbeid (Joule)
Q = warmte (Joule)
∆𝑡 = Tijd (seconden)