Verpleegkundige zorg
Farmacologie – Sofie Timmers
HOOFDSTUK 1: BLOEDSTOLLING
Bloedstolling = hemostase
Vasoconstrictie
= Bloedvaten gaan signaal krijgen dat ze moeten samentrekken, om zo weinig mogelijk bloed
te verliezen
Aggregatie
o De primaire hemostase
o De bloedplaatjes gaan aggregeren
o Op moment beschadiging bloedvatwand, worden trombocyten geactiveerd en gaan
veranderen van vorm (krijgen uitsteeksel) en zo kunnen ze aan elkaar hechten
Coagulatie
o Secundaire hemostase
o Fibrinedraadjes worden aangemaakt
Vanuit protrombine w omgezet naar trombine, en trombine zorgt ervoor dat
fibrinogeen omgezet w nr fibrinedraden
Fibrinolyse
o Op moment dat bloedstolling mag stoppen
o Zorgt ervoor dat de bloedprop enkel het gaatje stopt die gestopt moet worden, en
niet de ader gaat verstoppen
Aggregatie + coagulatie vorming bloedprop
Bloedstolsel = bloedplaatjes (trombocyten)+ fibrine en rode bloedcellen (erythrocyten)
1 AGGREGATIE
= activatie vd bloedplaatjes (BP) en samenklontering ervan (geactiveerde BP scheiden stoffen af om
nog meer BPs te activeren zoals ADP, tromboxaan A2)
Worden geïnitialiseerd door het collageen dat vrijgesteld w uit een beschadigd bloedvat en
hechting tss bp en dit collageen door VWF
BP veranderen v vorm en krijgen extra receptoren (oa GPIIb/IIIa) om te binden met fibrine
om zo een netwerk te vormen
1.1 FIBRINE
Ontstaat dr omzetting v fibrinogeen (= oplosbaar in bloed)
Wnr fibrinogeen omgezet is in fibrine vormt dit een onoplosbaar eiwit dat met de nieuw
vrijgestelde receptoren op de BP zal binden
, 2 COAGULATIE
= activatie vd stollingsfactoren door de weefselfactoren die vrijgekomen uit het beschadigd weefsel
Een hele cascade aan reacties waarbij de stollingsfactoren achtereenvolgens geactiveerd w
o Xa met Va en fosfolipiden uit BP en Ca uit bloed, zal ervoor zorgen dat protrombine
w omgezet naar trombine
Trombine zal fibrinogeen dan omzetten naar fibrine
Protrombine -> trombine -> fibrinogeen -> fibrine
2.1 Omzetting fibrinogeen tot fibrine
Belangrijk te kennen, want heel wat anticoagulantia grijpen hierop in
In het bloed: heel wat stollingseiwitten of stollingsfactoren in inactieve vorm
o W geactiveerd door stollingscascade die gestart w omdat bloed in aanraking komt
met collageen dat vrijgesteld w uit de beschadigde wand
OPGELET
Hemostase kan ook
o wanneer endotheel van de vaatwand beschadigd is door bv. atherosclerose
Er kan dus dan ook een trombus/bloedprop gevormd w
o Bij (lange) stase van het bloed (vb immobiele pat)
o Bij mensen m mechanische hartklep of atriumfibrillatie
Moeten ook antithrombotica innemen GEEN BLOEDVERDUNNERS
Farmacologie – Sofie Timmers
HOOFDSTUK 1: BLOEDSTOLLING
Bloedstolling = hemostase
Vasoconstrictie
= Bloedvaten gaan signaal krijgen dat ze moeten samentrekken, om zo weinig mogelijk bloed
te verliezen
Aggregatie
o De primaire hemostase
o De bloedplaatjes gaan aggregeren
o Op moment beschadiging bloedvatwand, worden trombocyten geactiveerd en gaan
veranderen van vorm (krijgen uitsteeksel) en zo kunnen ze aan elkaar hechten
Coagulatie
o Secundaire hemostase
o Fibrinedraadjes worden aangemaakt
Vanuit protrombine w omgezet naar trombine, en trombine zorgt ervoor dat
fibrinogeen omgezet w nr fibrinedraden
Fibrinolyse
o Op moment dat bloedstolling mag stoppen
o Zorgt ervoor dat de bloedprop enkel het gaatje stopt die gestopt moet worden, en
niet de ader gaat verstoppen
Aggregatie + coagulatie vorming bloedprop
Bloedstolsel = bloedplaatjes (trombocyten)+ fibrine en rode bloedcellen (erythrocyten)
1 AGGREGATIE
= activatie vd bloedplaatjes (BP) en samenklontering ervan (geactiveerde BP scheiden stoffen af om
nog meer BPs te activeren zoals ADP, tromboxaan A2)
Worden geïnitialiseerd door het collageen dat vrijgesteld w uit een beschadigd bloedvat en
hechting tss bp en dit collageen door VWF
BP veranderen v vorm en krijgen extra receptoren (oa GPIIb/IIIa) om te binden met fibrine
om zo een netwerk te vormen
1.1 FIBRINE
Ontstaat dr omzetting v fibrinogeen (= oplosbaar in bloed)
Wnr fibrinogeen omgezet is in fibrine vormt dit een onoplosbaar eiwit dat met de nieuw
vrijgestelde receptoren op de BP zal binden
, 2 COAGULATIE
= activatie vd stollingsfactoren door de weefselfactoren die vrijgekomen uit het beschadigd weefsel
Een hele cascade aan reacties waarbij de stollingsfactoren achtereenvolgens geactiveerd w
o Xa met Va en fosfolipiden uit BP en Ca uit bloed, zal ervoor zorgen dat protrombine
w omgezet naar trombine
Trombine zal fibrinogeen dan omzetten naar fibrine
Protrombine -> trombine -> fibrinogeen -> fibrine
2.1 Omzetting fibrinogeen tot fibrine
Belangrijk te kennen, want heel wat anticoagulantia grijpen hierop in
In het bloed: heel wat stollingseiwitten of stollingsfactoren in inactieve vorm
o W geactiveerd door stollingscascade die gestart w omdat bloed in aanraking komt
met collageen dat vrijgesteld w uit de beschadigde wand
OPGELET
Hemostase kan ook
o wanneer endotheel van de vaatwand beschadigd is door bv. atherosclerose
Er kan dus dan ook een trombus/bloedprop gevormd w
o Bij (lange) stase van het bloed (vb immobiele pat)
o Bij mensen m mechanische hartklep of atriumfibrillatie
Moeten ook antithrombotica innemen GEEN BLOEDVERDUNNERS