Midterm Financial Accouting
Algemeen
Kasstroomoverzicht bestaat uit: 1. Operationele activiteiten
2. Investeringsactiviteiten (activa)
3. Financieringsactiviteiten (passiva)
Accrual-accounting.
De gevolgen van financiële feiten worden verwerkt (in de boekhouding opgenomen)
in het boekjaar waarin zij zich voordoen en
niet wanneer de daarmee samenhangende uitgaven (cash-out) worden betaald of
Of de inkomsten (cash in), cash worden ontvangen.
Accountingprincipes:
Toerekeningsprincipe: het toerekeningsprincipe houdt in dat alles van een
onderneming wordt toegerekend aan de juiste perioden. Toerekening aan de juiste
perioden geeft tussentijds informatie over het vermogen van een onderneming.
Realisatieprincipe: het realisatieprincipe houdt in dat de opbrengsten genomen
mogen worden als de prestatie voltooid is. Hierdoor kun je met zekerheid vaststellen
wat de winst is.
Matchingprincipe: het matchingprincipe houdt in dat kosten aan de opbrengsten
gematcht moeten worden. Dit betekent dat de kosten in dezelfde periode
verantwoord moeten worden als waarin de samenhangende opbrengsten worden
behaald.
Continuïteitsprincipe: het continuïteitsprincipe houdt in dat er bij de waardering van
activa en passiva uitgegaan wordt dat de onderneming blijft voortbestaan. Als de
continuïteit in gevaar is, wordt dit in de toelichting in de jaarrekening aangegeven.
Algemeen
Kasstroomoverzicht bestaat uit: 1. Operationele activiteiten
2. Investeringsactiviteiten (activa)
3. Financieringsactiviteiten (passiva)
Accrual-accounting.
De gevolgen van financiële feiten worden verwerkt (in de boekhouding opgenomen)
in het boekjaar waarin zij zich voordoen en
niet wanneer de daarmee samenhangende uitgaven (cash-out) worden betaald of
Of de inkomsten (cash in), cash worden ontvangen.
Accountingprincipes:
Toerekeningsprincipe: het toerekeningsprincipe houdt in dat alles van een
onderneming wordt toegerekend aan de juiste perioden. Toerekening aan de juiste
perioden geeft tussentijds informatie over het vermogen van een onderneming.
Realisatieprincipe: het realisatieprincipe houdt in dat de opbrengsten genomen
mogen worden als de prestatie voltooid is. Hierdoor kun je met zekerheid vaststellen
wat de winst is.
Matchingprincipe: het matchingprincipe houdt in dat kosten aan de opbrengsten
gematcht moeten worden. Dit betekent dat de kosten in dezelfde periode
verantwoord moeten worden als waarin de samenhangende opbrengsten worden
behaald.
Continuïteitsprincipe: het continuïteitsprincipe houdt in dat er bij de waardering van
activa en passiva uitgegaan wordt dat de onderneming blijft voortbestaan. Als de
continuïteit in gevaar is, wordt dit in de toelichting in de jaarrekening aangegeven.