Mens en milieu
, De relatie mens en milieu
Organismen (ook mensen) worden beïnvloed door het milieu en zijn afhankelijk van de
biodiversiteit. Dankzij de biodiversiteit hebben we bijvoorbeeld medicijnen, voedsel,
ontspanning huizen en een stabiel klimaat.
Ecosysteemdiensten: de diensten en producten die ecosystemen aan mensen leveren. Er zijn
er 3:
1. Productiediensten: het verstrekken van een product door een ecosysteem (bv. Water of
voedsel).
2. Culturele diensten: bijvoorbeeld gelegenheid geven tot recreatie.
3. Regulerende diensten: dienst die de andere diensten ondersteunt, bijvoorbeeld de
kringloop van nutriënten in een ecosysteem.
We voegen stoffen aan het milieu toe, wat kan leiden tot vervuiling. We onttrekken stoffen
aan het milieu, wat leidt tot uitputting. Als je het milieu verandert, spreek je van aantasting.
We kunnen ook een positieve invloed hebben: door verstoring ontstaat variatie in de
bodem, waterhuishouding, reliëf, en weersinvloeden (beschutte plekken). In een gebied met
veel variatie zullen veel soorten een geschikte leefomgeving vinden. Deze variatie kan ook
door een natuurlijke oorzaak ontstaan (storm).
Duurzame ontwikkeling: als onze vooruitgang niet ten koste gaat van de huidige generatie
mensen of de natuur en ook niet van de generaties die na ons komen. We blijven ons dan
wel ontwikkelen, maar we nemen daarbij verantwoordelijkheid naar onze omgeving.
Een voorbeeld van een duurzame ontwikkeling is een productiesysteem inrichten op
hergebruik van stoffen (cradle-to-cradle). De producent denkt dan van te voren na hoe je de
grondstoffen weer kunt terug kunt winnen wanneer het product versleten is. Voor de
productie wordt duurzame energie gebruikt. Zo’n productiesysteem past in een
kringloopeconomie.
Kringloopeconomie/circulaire economie: een economisch en industrieel systeem waarin de
grondstofvoorraden niet worden uitgeput en waarin reststoffen opnieuw worden ingezet in
het proces. Het Nederlands Instituut voor Ecologie in Wageningen is een voorbeeld van een
kringloopeconomie.
Lineaire economie: een economisch systeem waarbij grondstofvoorraden worden uitgeput
en na gebruik als onbruikbaar afval in het milieu terechtkomen.
Belangrijke oorzaken zijn de enorme bevolkingstoename en de levenswijze van mensen van
nu. De toename van de bevolking veroorzaakt een hoge bevolkingsdruk. Hierdoor neemt de
druk op het milieu toe. Ecosystemen kunnen hierdoor uit evenwicht raken.
Bevolkingsdruk: de verhouding tussen het aantal mensen in een gebied en de beschikbare
hulpbronnen.
Door de groeiende welvaart en consumptie putten mensen de natuurlijke energiereserves
en grondstofvoorraden uit en komen er afvalstoffen vrij. Sinds de opkomst van de chemische
industrie, zijn er steeds meer chemische stoffen geproduceerd zoals plastic, nylon en
grondstoffen voor verf. Bij de productie hiervan komen afvalstoffen vrij die soms giftig zijn.
Deze stoffen werden of worden vaak in de lucht gebracht, in de bodem gestort of in het
water geloosd. Dit is zeer schadelijk voor het milieu.
, De relatie mens en milieu
Organismen (ook mensen) worden beïnvloed door het milieu en zijn afhankelijk van de
biodiversiteit. Dankzij de biodiversiteit hebben we bijvoorbeeld medicijnen, voedsel,
ontspanning huizen en een stabiel klimaat.
Ecosysteemdiensten: de diensten en producten die ecosystemen aan mensen leveren. Er zijn
er 3:
1. Productiediensten: het verstrekken van een product door een ecosysteem (bv. Water of
voedsel).
2. Culturele diensten: bijvoorbeeld gelegenheid geven tot recreatie.
3. Regulerende diensten: dienst die de andere diensten ondersteunt, bijvoorbeeld de
kringloop van nutriënten in een ecosysteem.
We voegen stoffen aan het milieu toe, wat kan leiden tot vervuiling. We onttrekken stoffen
aan het milieu, wat leidt tot uitputting. Als je het milieu verandert, spreek je van aantasting.
We kunnen ook een positieve invloed hebben: door verstoring ontstaat variatie in de
bodem, waterhuishouding, reliëf, en weersinvloeden (beschutte plekken). In een gebied met
veel variatie zullen veel soorten een geschikte leefomgeving vinden. Deze variatie kan ook
door een natuurlijke oorzaak ontstaan (storm).
Duurzame ontwikkeling: als onze vooruitgang niet ten koste gaat van de huidige generatie
mensen of de natuur en ook niet van de generaties die na ons komen. We blijven ons dan
wel ontwikkelen, maar we nemen daarbij verantwoordelijkheid naar onze omgeving.
Een voorbeeld van een duurzame ontwikkeling is een productiesysteem inrichten op
hergebruik van stoffen (cradle-to-cradle). De producent denkt dan van te voren na hoe je de
grondstoffen weer kunt terug kunt winnen wanneer het product versleten is. Voor de
productie wordt duurzame energie gebruikt. Zo’n productiesysteem past in een
kringloopeconomie.
Kringloopeconomie/circulaire economie: een economisch en industrieel systeem waarin de
grondstofvoorraden niet worden uitgeput en waarin reststoffen opnieuw worden ingezet in
het proces. Het Nederlands Instituut voor Ecologie in Wageningen is een voorbeeld van een
kringloopeconomie.
Lineaire economie: een economisch systeem waarbij grondstofvoorraden worden uitgeput
en na gebruik als onbruikbaar afval in het milieu terechtkomen.
Belangrijke oorzaken zijn de enorme bevolkingstoename en de levenswijze van mensen van
nu. De toename van de bevolking veroorzaakt een hoge bevolkingsdruk. Hierdoor neemt de
druk op het milieu toe. Ecosystemen kunnen hierdoor uit evenwicht raken.
Bevolkingsdruk: de verhouding tussen het aantal mensen in een gebied en de beschikbare
hulpbronnen.
Door de groeiende welvaart en consumptie putten mensen de natuurlijke energiereserves
en grondstofvoorraden uit en komen er afvalstoffen vrij. Sinds de opkomst van de chemische
industrie, zijn er steeds meer chemische stoffen geproduceerd zoals plastic, nylon en
grondstoffen voor verf. Bij de productie hiervan komen afvalstoffen vrij die soms giftig zijn.
Deze stoffen werden of worden vaak in de lucht gebracht, in de bodem gestort of in het
water geloosd. Dit is zeer schadelijk voor het milieu.
