FH-PATH- 1 circulatiestoornissen
Je hebt 2 circulatiesystemen. Je hebt het vaatstelsel en het lymfestelsel
Vaatstelsel:
- Atherosclerose
- Perifeer arterieel vaatlijden
- Spataderen
Lymfestelsel:
- Lymfeoedeem
- Verhoging hydrostatische druk
- Disbalans colloïd-osmotische druk
Artherosclerose:
- Is niet hetzelfde als arteriosclerose
- Ophoping van vetachtige stoffen, bindweefsel en kalk in de binnenwand van de slagaders (=
atheroma)
- ‘aderverkalkin’
- LDL = low-density lipoproteïn de slechte veroorzaker van het beginstadium van
artherosclerose
- HDL = high-density lipoproteïn de goede
LDL is vaak bij een hoog vetgehalte. Het transporteert cholesterol van de lever naar de cellen. Het
draagt bij aan de vorming van atheroma. Het bindt zich aan de membranen van de gladde spiercellen
in de bloedvaten
HDL is in staat om de LDL op te ruimen. Het zorgt voor een laag vetgehalte. Het transporteert
cholesterol weg van de cellen in
bloedvaten, naar de lever, waar het
katabolisme en uitscheiding
ondergaat
Mechanisme:
- Oorsprong van
atherosclerose begint
endotheel
- NO synthese
- Oxidatieve stress
,NO= stikfstofoxide
Postprandiale lipedemie vet in het bloed na een vetrijke maaltijd
Anti-adhesion: tegen verklevingen
Anti-coagulation: tegen stollingen
Anti-fibrolyse: tegen verklevingen
Klinische consequenties van atherosclerose:
- Hoge bloeddruk
- Trombose
- Aneurysma
- Ischemie
Hoge bloeddruk bij atherosclerose:
- Hypertensie= systolische waarden > 140 mmHg (bovendruk) en/of diastolische waar > 90
mmHg (onderdruk)
- Hypertensie heeft een relatie met atherosclerose
Trombose en atherosclerose:
- Intravitaal, intravasculair stollingsproces dat leidt tot een bloedstolsel
- Symptomen
Vrij snel optredende zwelling in het been
Rode of blauwachtige verkleuring
Zwaar gevoel
Pijn in het been
Je hebt 3 oorzakelijke factoren van trombose bij artherosclerose:
- Afname van kwaliteit van de vaatwand (normaal anti-coagulant (anti-stolling))
- Verandering samenstelling van het bloed
- Vertraging van de bloedstroom
Longembolie:
, - Wanneer thrombus losraakt (embolus), kan deze vastlopen in een kleine bloedvat
pulmonale arterie
- Herhaaldelijke longembolieën verkleining longvaatbed pulmonale hypertensie
- Symptomen:
Benauwdheisklachten (dyspneu)
Pijn bij zuchten en hoesten
In combinatie met emfyseem longinfarct
Pulmonale hypertensie is een verhoogde arteriële druk in het longvaatbed door verkleining van de
capaciteit
Infarct:
- Gebied van ischemische necrose in een orgaan, als gevolg van onvoldoende doorbloeding
- Afsluiting (occlusie) van aanvoerende arterie of een te lage arteriële bloeddruk bij
artherosclerotische vernauwde arteriën
- Hartinfarct: occlusie kransslagaders
- Herseninfarct: occlusie hersenen- of halsslagaders
- Longinfarct: occlusie longarterie
Factoren die het ontstaan van een infarct kunnen bevorderen:
- Structuur van het vaatstelsel : bijv. bij een dubbele circulatie is de kans kleiner
- Tijdsverloop: langzaam ontstane afsluiting kan het lichaam vaak zelf opruimen
- Oxygenatietoestand (zuurstofvoorziening) COPD-patiënt zal sneller problemen krijgen
- Symptomen
Beklemmende en drukkende pijn midden op de borst
Eventueel met uitstraling naar de bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek (ook in
rust)
Zweten, misselijkheid of braken
Een aneurysma en een atherosclerose
- Vaatwandzwakte
- Vaak geen klinische verschijnselen (worden vaak per toeval ontdekt)
- Meestal geen behandeling
- Indicatie voor een ingreep is wanneer de diameter > 5.5 cm is
Ischemie en artherosclerose:
- Onvoldoende doorbloeding
- Bekende vorm van ischemie: PAV, claudicatio intermittens, etalagebenen
Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)
- Anamnese:
Toenemende pijn in het been (meestal kuitspieren) bij het lopen/sporten
Directe afname van pijn bij vermindering of stoppen activiteit
- Enkel-arm index: eerste diagnose bij huisarts of medisch centrum
- Lokalisatie pijn is afhankelijk van de positief van vernauwing/afsluiten
Stadia van PAV volgens fontaine:
1) typische claudicatioklachten ontbreken
2a) claudicatio klachten , > 200 m aangesloten lopen
2b) claudicatio klachten, <200m aangesloten lopen
3) rustpijn, met name ’s nachts
4) weefselverlies, necrose
Je hebt 2 circulatiesystemen. Je hebt het vaatstelsel en het lymfestelsel
Vaatstelsel:
- Atherosclerose
- Perifeer arterieel vaatlijden
- Spataderen
Lymfestelsel:
- Lymfeoedeem
- Verhoging hydrostatische druk
- Disbalans colloïd-osmotische druk
Artherosclerose:
- Is niet hetzelfde als arteriosclerose
- Ophoping van vetachtige stoffen, bindweefsel en kalk in de binnenwand van de slagaders (=
atheroma)
- ‘aderverkalkin’
- LDL = low-density lipoproteïn de slechte veroorzaker van het beginstadium van
artherosclerose
- HDL = high-density lipoproteïn de goede
LDL is vaak bij een hoog vetgehalte. Het transporteert cholesterol van de lever naar de cellen. Het
draagt bij aan de vorming van atheroma. Het bindt zich aan de membranen van de gladde spiercellen
in de bloedvaten
HDL is in staat om de LDL op te ruimen. Het zorgt voor een laag vetgehalte. Het transporteert
cholesterol weg van de cellen in
bloedvaten, naar de lever, waar het
katabolisme en uitscheiding
ondergaat
Mechanisme:
- Oorsprong van
atherosclerose begint
endotheel
- NO synthese
- Oxidatieve stress
,NO= stikfstofoxide
Postprandiale lipedemie vet in het bloed na een vetrijke maaltijd
Anti-adhesion: tegen verklevingen
Anti-coagulation: tegen stollingen
Anti-fibrolyse: tegen verklevingen
Klinische consequenties van atherosclerose:
- Hoge bloeddruk
- Trombose
- Aneurysma
- Ischemie
Hoge bloeddruk bij atherosclerose:
- Hypertensie= systolische waarden > 140 mmHg (bovendruk) en/of diastolische waar > 90
mmHg (onderdruk)
- Hypertensie heeft een relatie met atherosclerose
Trombose en atherosclerose:
- Intravitaal, intravasculair stollingsproces dat leidt tot een bloedstolsel
- Symptomen
Vrij snel optredende zwelling in het been
Rode of blauwachtige verkleuring
Zwaar gevoel
Pijn in het been
Je hebt 3 oorzakelijke factoren van trombose bij artherosclerose:
- Afname van kwaliteit van de vaatwand (normaal anti-coagulant (anti-stolling))
- Verandering samenstelling van het bloed
- Vertraging van de bloedstroom
Longembolie:
, - Wanneer thrombus losraakt (embolus), kan deze vastlopen in een kleine bloedvat
pulmonale arterie
- Herhaaldelijke longembolieën verkleining longvaatbed pulmonale hypertensie
- Symptomen:
Benauwdheisklachten (dyspneu)
Pijn bij zuchten en hoesten
In combinatie met emfyseem longinfarct
Pulmonale hypertensie is een verhoogde arteriële druk in het longvaatbed door verkleining van de
capaciteit
Infarct:
- Gebied van ischemische necrose in een orgaan, als gevolg van onvoldoende doorbloeding
- Afsluiting (occlusie) van aanvoerende arterie of een te lage arteriële bloeddruk bij
artherosclerotische vernauwde arteriën
- Hartinfarct: occlusie kransslagaders
- Herseninfarct: occlusie hersenen- of halsslagaders
- Longinfarct: occlusie longarterie
Factoren die het ontstaan van een infarct kunnen bevorderen:
- Structuur van het vaatstelsel : bijv. bij een dubbele circulatie is de kans kleiner
- Tijdsverloop: langzaam ontstane afsluiting kan het lichaam vaak zelf opruimen
- Oxygenatietoestand (zuurstofvoorziening) COPD-patiënt zal sneller problemen krijgen
- Symptomen
Beklemmende en drukkende pijn midden op de borst
Eventueel met uitstraling naar de bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek (ook in
rust)
Zweten, misselijkheid of braken
Een aneurysma en een atherosclerose
- Vaatwandzwakte
- Vaak geen klinische verschijnselen (worden vaak per toeval ontdekt)
- Meestal geen behandeling
- Indicatie voor een ingreep is wanneer de diameter > 5.5 cm is
Ischemie en artherosclerose:
- Onvoldoende doorbloeding
- Bekende vorm van ischemie: PAV, claudicatio intermittens, etalagebenen
Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)
- Anamnese:
Toenemende pijn in het been (meestal kuitspieren) bij het lopen/sporten
Directe afname van pijn bij vermindering of stoppen activiteit
- Enkel-arm index: eerste diagnose bij huisarts of medisch centrum
- Lokalisatie pijn is afhankelijk van de positief van vernauwing/afsluiten
Stadia van PAV volgens fontaine:
1) typische claudicatioklachten ontbreken
2a) claudicatio klachten , > 200 m aangesloten lopen
2b) claudicatio klachten, <200m aangesloten lopen
3) rustpijn, met name ’s nachts
4) weefselverlies, necrose
