Inhoudsopgave
Inleiding tot het recht:................................................................................................................................... 2
Structuren en instellingen.............................................................................................................................. 6
Verbintenissenrecht....................................................................................................................................... 9
8 benoemde overeenkomsten...................................................................................................................... 16
Logiewet (p40)............................................................................................................................................. 18
De nieuwe EU richtlijn 2015 pakkegtreizen en gekoppelde reisarragnementen + belgische wet 2017 (p 165) 21
Transportrecht (luchtvaart, zeevervoer, spoorvervoer, autocarvervoer).......................................................25
1. Luchtvaart wetgeving.....................................................................................................................................25
Vervoer over water (p 296 – 304): EU- verordening ferries 2010...................................................................35
Vervoer over het spoor (p 305 – 317): EU-verordening Spoorpassagiers 2007...............................................37
Autocarvervoer (p 318 – 323): EU-verordening autocar 2011........................................................................38
,Reiswet
Inleiding tot het recht:
Is er om de maatschappij waarin we leven een beetje te organiseren en orde te
scheppen. Een aantal regels en normen opleggen.
Er is geen algemene definitie maar we 4 elementen:
1) Gedragsregels en normen
2) Doe: ordenen vd maatschappij
3) Gemaakt door de overheid
4) Regels zijn afdwingbaar (regels moeten gevolgd worden anders word je
‘gestraft’)
A) Privaatrecht – publiekrecht = de basisindeling
a. Privaatrecht: burger vs burger
i. Burgerlijk recht (personen - en familierecht, contractenrecht,
zakenrecht) (zoals bvb echtscheidingen of huwelijken)
ii. Handelsrecht (Wetboek v Kooph.,faillissementswet, ..)
iii. Burgerlijk procesrecht (=gerechtelijk privaatrecht)
iv. Internationaal privaatrecht (relaties tss burgers op internationaal vlak)
b. Publiek recht: overheid zelf en overheid vd burger
i. Staatsrecht (inrichting en werking staat+onderlinge verhouding)
ii. Administratief recht (werking overheidsinstanties)
iii. Strafrecht
iv. Strafprocesrecht
v. Fiscaal recht (belastingen)
c. Moeilijk te plaatsen rechtstakken
i. economisch/financieel recht
ii. sociaal recht (vb. arbeidsrecht)
iii. intellectuele eigendom
iv. hotelrecht
,B) Bronnen van het recht:
a. Wetgeving (het belangrijkste, de basis, in ons systeem wat op paier staat)
i. Wetgeving SENSU LATO als bron van recht
1. Internationale verdragen en beslissingen
2. De grondwet
3. De wetten sensu stricto
4. De decreten en verordeningen
5. De KB’s (koninklijkbesluit) en MB’s (ministerieel besluit)
6. Besluiten van gemeenschaps- en gewestregering
7. Andere
b. Rechtspraak (uitspraak van rechtbanken en hoven, rechter doet aan
interpretatie van de wetgeving)
=geheel van beslissingen van rechtbanken en hoven
Vonnis vs. Arrest (rechtbank spreekt vonnis uit, hof psreekt
arrest uit)
Interpretatie van de wetgeving
Precedentenwerking
c. Rechtsleer (mensen die zich bezig houden met na te denken over alles wat
met recht te maken hebben, schrijven hier vaak artikels en boeken over)
=geheel van wetenschappelijke publicaties ( boeken , artikels…)
over juridische aangelegenheden
niet bindend, wel gezaghebbend
d. Gewoonte en billijkheid (gewoonte is iets dat niet op papier staat maar dat
door de jaren heen een gewoonte is. Billijkheid = is wat algemeen aanvaard
wordt en als normaal wordt geïnterpreteerd)
Gewoonte= een gevestigd gebruik dat in een samenleving
algemeen als bindend wordt beschouwd, zonder dat het zijn
neerslag heeft gevonden in wetgevende maatregel.
, Billijkheid=rechtvaardigheid, redelijkheid,sociaal
aanvaardbare…)
1) Internationale verdragen en beslissingen
Internationale organisaties bv. EU
1. verordeningen (vb. EU verordening Luchtvaartpassagiers)
(verordening= wetgeving van de EU en is automatisch van
toepassing in alle 27 lidstaten)
2. Richtlijnen (vb. EU Pakketreisrichtlijn)(richtlijn= tussenstap nemen:
voor dat het van toepassing is in alle 27 lidstaten, moet iedere
lidstaat die omzetten in een nationale wetgeving) (Voorbeeld: Eu
maakt richtlijn op 10/10/2020 en in de belgische wet kan het pas op
04/02/2022 ingaan. In de richtlijn staat wel een periode waarin deze
wet in orde moet zijn. Dit kan dus in iedere lidstaat op een andere
datum van toepassing zijn)
3. Beschikkingen (vb. concurrentievervalsing Apple , Microsoft…
beslissingen in concrete cases) (men wil een omgeving creeeren
waar een eerlijke concurrentie is)
Verdragen tussen staten (bilateraal en multilateraal)
Bilateraal verdrag = is verdar tussen 2 staten of landen
Miltilateraal verdrag = is een verdragvan meer dan 2 staten of landen
Vb. dubbelbelastingsverdrag B – NL (bilateraal)
Vb. Verdrag van Montreal (verdrag tussen 102 laden/staten) (multilateraal)
Hoe ziet de bestuurlijke structuur van de Europese Unie eruit ?
Geef de 5 belangrijkste EU instellingen en welke is hun taak / hun rol ?
1) Europees hof van justitie (zorgt ervoor dat verordeningen, richtlijnen en
beschikkingen gevolgd worden en kan op de vingers tikken als deze niet gevolgd
worden)
2) Raad van Europa (samenkomst van 27 staats en regeringsleiders) (landen met
president of canselier (1ste minister)
Inleiding tot het recht:................................................................................................................................... 2
Structuren en instellingen.............................................................................................................................. 6
Verbintenissenrecht....................................................................................................................................... 9
8 benoemde overeenkomsten...................................................................................................................... 16
Logiewet (p40)............................................................................................................................................. 18
De nieuwe EU richtlijn 2015 pakkegtreizen en gekoppelde reisarragnementen + belgische wet 2017 (p 165) 21
Transportrecht (luchtvaart, zeevervoer, spoorvervoer, autocarvervoer).......................................................25
1. Luchtvaart wetgeving.....................................................................................................................................25
Vervoer over water (p 296 – 304): EU- verordening ferries 2010...................................................................35
Vervoer over het spoor (p 305 – 317): EU-verordening Spoorpassagiers 2007...............................................37
Autocarvervoer (p 318 – 323): EU-verordening autocar 2011........................................................................38
,Reiswet
Inleiding tot het recht:
Is er om de maatschappij waarin we leven een beetje te organiseren en orde te
scheppen. Een aantal regels en normen opleggen.
Er is geen algemene definitie maar we 4 elementen:
1) Gedragsregels en normen
2) Doe: ordenen vd maatschappij
3) Gemaakt door de overheid
4) Regels zijn afdwingbaar (regels moeten gevolgd worden anders word je
‘gestraft’)
A) Privaatrecht – publiekrecht = de basisindeling
a. Privaatrecht: burger vs burger
i. Burgerlijk recht (personen - en familierecht, contractenrecht,
zakenrecht) (zoals bvb echtscheidingen of huwelijken)
ii. Handelsrecht (Wetboek v Kooph.,faillissementswet, ..)
iii. Burgerlijk procesrecht (=gerechtelijk privaatrecht)
iv. Internationaal privaatrecht (relaties tss burgers op internationaal vlak)
b. Publiek recht: overheid zelf en overheid vd burger
i. Staatsrecht (inrichting en werking staat+onderlinge verhouding)
ii. Administratief recht (werking overheidsinstanties)
iii. Strafrecht
iv. Strafprocesrecht
v. Fiscaal recht (belastingen)
c. Moeilijk te plaatsen rechtstakken
i. economisch/financieel recht
ii. sociaal recht (vb. arbeidsrecht)
iii. intellectuele eigendom
iv. hotelrecht
,B) Bronnen van het recht:
a. Wetgeving (het belangrijkste, de basis, in ons systeem wat op paier staat)
i. Wetgeving SENSU LATO als bron van recht
1. Internationale verdragen en beslissingen
2. De grondwet
3. De wetten sensu stricto
4. De decreten en verordeningen
5. De KB’s (koninklijkbesluit) en MB’s (ministerieel besluit)
6. Besluiten van gemeenschaps- en gewestregering
7. Andere
b. Rechtspraak (uitspraak van rechtbanken en hoven, rechter doet aan
interpretatie van de wetgeving)
=geheel van beslissingen van rechtbanken en hoven
Vonnis vs. Arrest (rechtbank spreekt vonnis uit, hof psreekt
arrest uit)
Interpretatie van de wetgeving
Precedentenwerking
c. Rechtsleer (mensen die zich bezig houden met na te denken over alles wat
met recht te maken hebben, schrijven hier vaak artikels en boeken over)
=geheel van wetenschappelijke publicaties ( boeken , artikels…)
over juridische aangelegenheden
niet bindend, wel gezaghebbend
d. Gewoonte en billijkheid (gewoonte is iets dat niet op papier staat maar dat
door de jaren heen een gewoonte is. Billijkheid = is wat algemeen aanvaard
wordt en als normaal wordt geïnterpreteerd)
Gewoonte= een gevestigd gebruik dat in een samenleving
algemeen als bindend wordt beschouwd, zonder dat het zijn
neerslag heeft gevonden in wetgevende maatregel.
, Billijkheid=rechtvaardigheid, redelijkheid,sociaal
aanvaardbare…)
1) Internationale verdragen en beslissingen
Internationale organisaties bv. EU
1. verordeningen (vb. EU verordening Luchtvaartpassagiers)
(verordening= wetgeving van de EU en is automatisch van
toepassing in alle 27 lidstaten)
2. Richtlijnen (vb. EU Pakketreisrichtlijn)(richtlijn= tussenstap nemen:
voor dat het van toepassing is in alle 27 lidstaten, moet iedere
lidstaat die omzetten in een nationale wetgeving) (Voorbeeld: Eu
maakt richtlijn op 10/10/2020 en in de belgische wet kan het pas op
04/02/2022 ingaan. In de richtlijn staat wel een periode waarin deze
wet in orde moet zijn. Dit kan dus in iedere lidstaat op een andere
datum van toepassing zijn)
3. Beschikkingen (vb. concurrentievervalsing Apple , Microsoft…
beslissingen in concrete cases) (men wil een omgeving creeeren
waar een eerlijke concurrentie is)
Verdragen tussen staten (bilateraal en multilateraal)
Bilateraal verdrag = is verdar tussen 2 staten of landen
Miltilateraal verdrag = is een verdragvan meer dan 2 staten of landen
Vb. dubbelbelastingsverdrag B – NL (bilateraal)
Vb. Verdrag van Montreal (verdrag tussen 102 laden/staten) (multilateraal)
Hoe ziet de bestuurlijke structuur van de Europese Unie eruit ?
Geef de 5 belangrijkste EU instellingen en welke is hun taak / hun rol ?
1) Europees hof van justitie (zorgt ervoor dat verordeningen, richtlijnen en
beschikkingen gevolgd worden en kan op de vingers tikken als deze niet gevolgd
worden)
2) Raad van Europa (samenkomst van 27 staats en regeringsleiders) (landen met
president of canselier (1ste minister)
