Inleiding tot de
Wijsbegeerte
Auteur: Jana De Vos
Lector: dr. Fons Dewulf
KULeuven
,Inhoudstafel:
Hoofdstuk A: Wat is filosofie? (p. 4)
1. Filosofie als studiedomein
2. Het ontstaan van de filosofie
3. Aristoteles: verlangens en verwondering
4. Descartes: de zoektocht naar een methode
5. Kant: filosofie als kritiek
6. Filosofie: geen containerbegrip
Hoofdstuk B: Wat is denken? Wat is kennis? (p. 10)
1. Wat is een argument
2. Vorm van een argument
3. Zinnen, proposities, opvattingen en waarheid
4. Wat is een definitie?
5. Wat is kennis?
6. Verantwoording
Hoofdstuk C: Wat is wetenschap? (p. 16)
1. Aristoteles: Wetenschap als verklaring
2. De opkomst van moderne wetenschap
3. Een nieuwe taal voor de ervaring: representatie en theoriegeladenheid
4. Wetenschap als logica I: Inductivisme
5. Wetenschap als logica II: het hypothetisch-deductief model
6. Holisme: de empirische onder determinatie van theorieën
7. Wetenschap: een sociale praktijk
8. Frenologie; wanneer een onderzoeksprogramma faalt
9. Transcendentalisme: het constitutief A priori
Hoofdstuk D: (p. 25)
0. Inleiding
1. Max Weber: wetenschap als beroep
2. Robert Merton: Wetenschap in, maar niet van de samenleving
3. Heather Douglas: tegen het waardenvrije ideaal
4. Transwetenschap
Hoofdstuk 3: Lichaam en geest (p. 28)
0. Fysisch spul en geestesspul: Descartes’ dualisme
1. Argumenten voor en tegen dualisme
2. De mens is een machine
3. Van materialisme naar fysicalisme
4. Argumenten voor en tegen reductionisme
Hoofdstuk 4: Friedrich Nietzsche (p. 34)
1. Een turbulent leven
2. De lafheid van Plato
3. Het grote onheil dat christendom heet
4. Het grootste leven
2
,Hoofdstuk 5: Moraalfilosofie en morele psychologiën (p. 36)
0. Inleiding
1. Utilitarisme: rekenwerk
2. Deontologie: de plicht roept
3. Deugdethiek: karakter kweken
4. Nietzsche vs de moraal
5. Besluit
Hoofdstuk 8: Sigmund Freud (p. 38)
1. De Weense schoorsteenveger
2. Zelfbedrog en het onbewuste
3. Seks, niets dan seks
4. De mens: een ziek dier
Hoofdstuk 9: seksuele geaardheid (p. 41)
0. Inleiding
1. Het binaire denken
2. Soorten van soorten
3. Is homoseksualiteit een natuurlijke soort?
4. Sociaalconstructivisme en interactieve soorten
5. Besluit
Hoofdstuk 10: Wittgenstein (p. 43)
0. Inleiding
1. Een man van extremen
2. Geen gezwets! Over Wittgenstein 1
3. Intermezzo: moeilijke jaren
4. Spelen! Over Wittgenstein 2
5. Wetenschap vs religie
6. Besluit
Hoofdstuk 11: psychopathologie (p. 45)
0. Inleiding
1. Een meerzinnige vraag
2. Wakefields harmful disfunction analyses
3. Andreasens broken brain analyses
4. Grahams prototype resemblance analysis
3
, Hoofdstuk A: Wat is filosofie?
1. Filosofie als studiedomein
Sofia: wijsheid
Philia: liefde of begeerte
Beroepsfilosofie: externe doelmatigheid
Persoonlijk object: volledig leven overneemt, ervoor zorgt dat je w wie je bent
Wat betekent het om goed te denken?
o Mensen zijn rationele wezens & vormen opvattingen:
Obv zintuigelijke waarnemingen
Door nieuwe info af te leiden uit opvattingen die ze al hebben
Wanner kan je een nieuwe opvatting terecht afleiden uit andere opvattingen?
2. Het ontstaan van de filosofie
De samenleving waarin het begrip ‘filosofie’ tot stand kwam:
Groot aantal onafhankelijke stadstaten rond de Egeïsche zee en aanverwante kolonies in het
uitgebreide Mediterrane zeegebied
o Gedeelde taal
o Gedeelde religie rituelen en mythen
o Beconcurreerden elkaar (militair, eco)
o Diverse politieke bestuursvormen
o Beraadslaging en overleg tss burgers & heersers stonden centraal in alle stadstaten
Gorgias van Leontini: demonstreerde hoe je de mythische Helena kon vrijpleiten van alle schuld
(Troje)
Sofisten (5de eeuw v. Chr.)
= wijze mannen, rondreizende leerkrachten
o Onderwijs: mensen met geld hadden hier nood aan
o Retoriek
o Cultuur van beraadslaging: gemeensch’lijk kenmerk, wie het woord kon nemen had macht
Tegenstander van de sofiste in het 5de -eeuwse Athene:
4
Wijsbegeerte
Auteur: Jana De Vos
Lector: dr. Fons Dewulf
KULeuven
,Inhoudstafel:
Hoofdstuk A: Wat is filosofie? (p. 4)
1. Filosofie als studiedomein
2. Het ontstaan van de filosofie
3. Aristoteles: verlangens en verwondering
4. Descartes: de zoektocht naar een methode
5. Kant: filosofie als kritiek
6. Filosofie: geen containerbegrip
Hoofdstuk B: Wat is denken? Wat is kennis? (p. 10)
1. Wat is een argument
2. Vorm van een argument
3. Zinnen, proposities, opvattingen en waarheid
4. Wat is een definitie?
5. Wat is kennis?
6. Verantwoording
Hoofdstuk C: Wat is wetenschap? (p. 16)
1. Aristoteles: Wetenschap als verklaring
2. De opkomst van moderne wetenschap
3. Een nieuwe taal voor de ervaring: representatie en theoriegeladenheid
4. Wetenschap als logica I: Inductivisme
5. Wetenschap als logica II: het hypothetisch-deductief model
6. Holisme: de empirische onder determinatie van theorieën
7. Wetenschap: een sociale praktijk
8. Frenologie; wanneer een onderzoeksprogramma faalt
9. Transcendentalisme: het constitutief A priori
Hoofdstuk D: (p. 25)
0. Inleiding
1. Max Weber: wetenschap als beroep
2. Robert Merton: Wetenschap in, maar niet van de samenleving
3. Heather Douglas: tegen het waardenvrije ideaal
4. Transwetenschap
Hoofdstuk 3: Lichaam en geest (p. 28)
0. Fysisch spul en geestesspul: Descartes’ dualisme
1. Argumenten voor en tegen dualisme
2. De mens is een machine
3. Van materialisme naar fysicalisme
4. Argumenten voor en tegen reductionisme
Hoofdstuk 4: Friedrich Nietzsche (p. 34)
1. Een turbulent leven
2. De lafheid van Plato
3. Het grote onheil dat christendom heet
4. Het grootste leven
2
,Hoofdstuk 5: Moraalfilosofie en morele psychologiën (p. 36)
0. Inleiding
1. Utilitarisme: rekenwerk
2. Deontologie: de plicht roept
3. Deugdethiek: karakter kweken
4. Nietzsche vs de moraal
5. Besluit
Hoofdstuk 8: Sigmund Freud (p. 38)
1. De Weense schoorsteenveger
2. Zelfbedrog en het onbewuste
3. Seks, niets dan seks
4. De mens: een ziek dier
Hoofdstuk 9: seksuele geaardheid (p. 41)
0. Inleiding
1. Het binaire denken
2. Soorten van soorten
3. Is homoseksualiteit een natuurlijke soort?
4. Sociaalconstructivisme en interactieve soorten
5. Besluit
Hoofdstuk 10: Wittgenstein (p. 43)
0. Inleiding
1. Een man van extremen
2. Geen gezwets! Over Wittgenstein 1
3. Intermezzo: moeilijke jaren
4. Spelen! Over Wittgenstein 2
5. Wetenschap vs religie
6. Besluit
Hoofdstuk 11: psychopathologie (p. 45)
0. Inleiding
1. Een meerzinnige vraag
2. Wakefields harmful disfunction analyses
3. Andreasens broken brain analyses
4. Grahams prototype resemblance analysis
3
, Hoofdstuk A: Wat is filosofie?
1. Filosofie als studiedomein
Sofia: wijsheid
Philia: liefde of begeerte
Beroepsfilosofie: externe doelmatigheid
Persoonlijk object: volledig leven overneemt, ervoor zorgt dat je w wie je bent
Wat betekent het om goed te denken?
o Mensen zijn rationele wezens & vormen opvattingen:
Obv zintuigelijke waarnemingen
Door nieuwe info af te leiden uit opvattingen die ze al hebben
Wanner kan je een nieuwe opvatting terecht afleiden uit andere opvattingen?
2. Het ontstaan van de filosofie
De samenleving waarin het begrip ‘filosofie’ tot stand kwam:
Groot aantal onafhankelijke stadstaten rond de Egeïsche zee en aanverwante kolonies in het
uitgebreide Mediterrane zeegebied
o Gedeelde taal
o Gedeelde religie rituelen en mythen
o Beconcurreerden elkaar (militair, eco)
o Diverse politieke bestuursvormen
o Beraadslaging en overleg tss burgers & heersers stonden centraal in alle stadstaten
Gorgias van Leontini: demonstreerde hoe je de mythische Helena kon vrijpleiten van alle schuld
(Troje)
Sofisten (5de eeuw v. Chr.)
= wijze mannen, rondreizende leerkrachten
o Onderwijs: mensen met geld hadden hier nood aan
o Retoriek
o Cultuur van beraadslaging: gemeensch’lijk kenmerk, wie het woord kon nemen had macht
Tegenstander van de sofiste in het 5de -eeuwse Athene:
4