GESCHIEDENIS
PWW
KA: 6. 7. 8. 9. 10. 15. 21. 24. 29. 34. 38. 49
EMMA KUIPHUIS
KLAS 5VB HET ERASMUS
, KA 6: De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Oudheid
Rond 800 voor Chr. Veroverden de Etrusken een groot deel van Noord- en Midden-Italië,
waar Rome lag. -> handel nam toe en er ontstonden steden.
Rome vocht zich rond 500 voor Chr. Vrij.
De Romeinen gingen het grondgebied van volken in Italië veroveren; ze zouden bijna
duizend jaar regeren.
Al spoedig gaat Rome van een keizerrijk naar een republiek: een regeringsvorm waarin
telkens na verloop van tijd nieuwe bestuurders worden gekozen. In de senaat zaten mensen
die vroeger bestuurder waren geweest, en deze gaf raad aan de bestuurders.
Nadat de Romeinen Italië in hun macht hadden gekregen, veroverden zij een imperium:
een groot rijk met verschillende volken. De Romeinen hadden telkens weer andere redenen
om een gebied te veroveren.
De Romeinse dichter Vergilius, vond dat de Romeinen de taak hadden in de wereld een
rechtvaardig bestuur te brengen.
Door de veroveringen van de romeinen veranderde er veel:
De Romeinen verdeelden hun rijk in provincies
In het Romeinse bestuur werd de senaat machtiger, raad werd bijna altijd opgevolgd
De invloed van de Griekse cultuur werd sterker
Veel boeren raakten hun bedrijf kwijt en trokken naar de stad. Dit kwam vaak doordat de
boeren ver van het in het Romeinse leger moesten dienen. Een proletariër was iemand
die alleen kinderen bezat en heel arm was verder.
Het aantal arme mensen groeide, ook het aantal rijke mensen nam toe
Door de veroveringen maakten de Romeinen ook veel slaven buit.
Het Romeinse leger werd minder sterk, doordat meer boeren proletariërs werden.
Romeinse soldaten moesten namelijk zelf hun wapens en uitrusting betalen. Boeren
konden dat wel, maar proletariërs niet.
De gebroeders Gracchus wilden de armoede en werkloosheid onder de proletariërs en de
verzwakking van het Romeinse leger oplossen. ->
Onstaan burgeroorlogen in Rome: Tiberius en Gaius Gracchus wilden land van de staat
onder de armen verdelen. Veel rijke Romeinen hadden grond van de staat gepacht. Zij
voelden er niets voor dit land terug te geven. In Rome ontstonden daardoor gevechten
tussen voor- en tegenstanders.
Doordat het aantal boeren steeds kleiner werd, werd er een beroepsleger ingevoerd, met als
beloning een stukje grond. Hun bevelhebber zorgde voor hun soldij en voor een stuk
grond na afloop van hun diensttijd. Ze waren dus trouwer aan hun bevelhebber dan aan
Rome zelf.
Een voorbeeld van zo’n bevelhebber is Julius Caesar. Hij kon in Rome de macht veroveren
doordat zijn soldaten trouwer waren aan hem dan aan Rome. Augustus/Octavianus (de
'Verhevene', iemand die boven de partijen staat) , de achterneef van Caesar, werd de eerste
keizer van het Romeinse keizerrijk doordat er een burgeroorlog ontstond omdat de senaat
meerdere moordaanslagen pleegde. Hierdoor kreeg de senaat meer tegenstanders. Augustus
liet de senaat, het consulaat en de volksvergadering bestaan. Maar hij zorgde er wel voor dat
hij in werkelijkheid de macht had. Zo werd hij de eerste keizer van het Romeinse rijk.
Augustus en zijn opvolgers zorgen voor enkele eeuwen vrede in het Romeinse rijk: de Pax
Romana.
De lange vrede kwam doordat :
het leger trouw bleef aan de keizer.
Er goed handelgedreven kon worden.
De Romeinen hadden geluk dat er geen krachtige vijanden aan de grenzen verschenen.
PWW
KA: 6. 7. 8. 9. 10. 15. 21. 24. 29. 34. 38. 49
EMMA KUIPHUIS
KLAS 5VB HET ERASMUS
, KA 6: De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Oudheid
Rond 800 voor Chr. Veroverden de Etrusken een groot deel van Noord- en Midden-Italië,
waar Rome lag. -> handel nam toe en er ontstonden steden.
Rome vocht zich rond 500 voor Chr. Vrij.
De Romeinen gingen het grondgebied van volken in Italië veroveren; ze zouden bijna
duizend jaar regeren.
Al spoedig gaat Rome van een keizerrijk naar een republiek: een regeringsvorm waarin
telkens na verloop van tijd nieuwe bestuurders worden gekozen. In de senaat zaten mensen
die vroeger bestuurder waren geweest, en deze gaf raad aan de bestuurders.
Nadat de Romeinen Italië in hun macht hadden gekregen, veroverden zij een imperium:
een groot rijk met verschillende volken. De Romeinen hadden telkens weer andere redenen
om een gebied te veroveren.
De Romeinse dichter Vergilius, vond dat de Romeinen de taak hadden in de wereld een
rechtvaardig bestuur te brengen.
Door de veroveringen van de romeinen veranderde er veel:
De Romeinen verdeelden hun rijk in provincies
In het Romeinse bestuur werd de senaat machtiger, raad werd bijna altijd opgevolgd
De invloed van de Griekse cultuur werd sterker
Veel boeren raakten hun bedrijf kwijt en trokken naar de stad. Dit kwam vaak doordat de
boeren ver van het in het Romeinse leger moesten dienen. Een proletariër was iemand
die alleen kinderen bezat en heel arm was verder.
Het aantal arme mensen groeide, ook het aantal rijke mensen nam toe
Door de veroveringen maakten de Romeinen ook veel slaven buit.
Het Romeinse leger werd minder sterk, doordat meer boeren proletariërs werden.
Romeinse soldaten moesten namelijk zelf hun wapens en uitrusting betalen. Boeren
konden dat wel, maar proletariërs niet.
De gebroeders Gracchus wilden de armoede en werkloosheid onder de proletariërs en de
verzwakking van het Romeinse leger oplossen. ->
Onstaan burgeroorlogen in Rome: Tiberius en Gaius Gracchus wilden land van de staat
onder de armen verdelen. Veel rijke Romeinen hadden grond van de staat gepacht. Zij
voelden er niets voor dit land terug te geven. In Rome ontstonden daardoor gevechten
tussen voor- en tegenstanders.
Doordat het aantal boeren steeds kleiner werd, werd er een beroepsleger ingevoerd, met als
beloning een stukje grond. Hun bevelhebber zorgde voor hun soldij en voor een stuk
grond na afloop van hun diensttijd. Ze waren dus trouwer aan hun bevelhebber dan aan
Rome zelf.
Een voorbeeld van zo’n bevelhebber is Julius Caesar. Hij kon in Rome de macht veroveren
doordat zijn soldaten trouwer waren aan hem dan aan Rome. Augustus/Octavianus (de
'Verhevene', iemand die boven de partijen staat) , de achterneef van Caesar, werd de eerste
keizer van het Romeinse keizerrijk doordat er een burgeroorlog ontstond omdat de senaat
meerdere moordaanslagen pleegde. Hierdoor kreeg de senaat meer tegenstanders. Augustus
liet de senaat, het consulaat en de volksvergadering bestaan. Maar hij zorgde er wel voor dat
hij in werkelijkheid de macht had. Zo werd hij de eerste keizer van het Romeinse rijk.
Augustus en zijn opvolgers zorgen voor enkele eeuwen vrede in het Romeinse rijk: de Pax
Romana.
De lange vrede kwam doordat :
het leger trouw bleef aan de keizer.
Er goed handelgedreven kon worden.
De Romeinen hadden geluk dat er geen krachtige vijanden aan de grenzen verschenen.