Koolhydraten
Fotosynthese of koolzuurassimilatie
De bladeren van groene planten nemen
koolzuurgas (CO2) op uit de lucht. Planten wortels
halen water (H2O) uit de grond. Energie die
hiervoor nodig is komt van de zon.
Zonne-energie wordt opgevangen door chlorofyl
(bladgroen), deze zet de zonne-energie om in
chemische energie. Dit is nodig voor de opbouw
van het glucosemolecuul.
Tijdens dit proces ontstaat er zuurstof.
Deze foto van Onbekende auteur is
Glucose die een plant niet gebruikt zet hij om in gelicentieerd onder
zetmeel, dit wordt opgeslagen in knollen
(aardappelen bijv). Dit is voor de mens een energiebron.
Koolhydraten:
Bestaan uit een koolstof (C) Waterstof (H) Zuurstof (O) atomen.
Koolhydraten zorgen voor directe energie, in de vorm van glucose zijn
deze direct brandstof voor de cellen.
Rode bloedlichaampjes, hersenen, zenuwcellen kunnen glucose als
energiebron hebben.
,Monosacchariden -> enkelvoudige koolhydraten
De kleinste koolhydraatmoleculen die de bouwstenen zijn voor andere
koolhydraten.
Glucose (dextrose): GLU, C6-H12-O6
-Glucose is een enkelvoudige suiker.
Wordt gevormd bij fotosynthese. Een keten van deze monosacchariden
zijn daarom ook een zetmeelketen.
Hij is minder zoet en minder oplosbaar in water
dan normale suiker (sacharose). Stof
smelt/karamelliseert bij 150 C.
Komt veel voor in zoete vruchten samen met
fructose (druiven en honing bijv.) In droge vorm is
het een witte stof zoals gewoon suiker, dit komt
veel voor in vijgen.
Fructose (levulose): FRU, C6-H12-O6 van Onbekende auteur is gelicentieerd
onder
- Zelfde formule als glucose maar anders
gerangschikt.
Vind je ook terug in vruchten en honing, hij is de zoetste
veelvoorkomende suikers. Hij is het beste
oplosbaar in water, en absorbeert water het best.
Ons lichaam verteert dit type suiker langzamer
dan glucose en sacharose, waardoor de het
glucosegehalte in het bloed langzamer stijgt.
Hij karamelliseert bij 105 *C, nuttige tafelsuiker
vervanger in koude dranken voor dezelfde
zoetheid maar met 50% calorische besparing.
Galactose: GAL, C6-H12-O6
- Belangrijk bestandsdeel van lactose
(melksuiker)
Hij wordt gevorm in de melkklieren van mens en dier.
, Disachariden -> Tweevoudige koolhydraten
Zijn opgebouwd uit 2 met elkaar verbonden monosacchariden.
Sacharose (tafelsuiker): GLC-FRU, C12-H22-O11
- Bestaat uit 1 glucose- en 1 fructose molecuul.
Groene planten produceren sacharose bij fotosynthese en wij halen de
stof uit de verdikte opslagwortel zoals bij
suikerriet suikerbiet.
Minder zoet dan fructose maar is goed
geschikt voor het maken van bijv in snoep of
conserveren door hoge concentratie lekker
van smaak blijft.
Hij is de op fructose na de op een na beste
oplosser in water, en geeft grootste
viscositeit/dikte in waterige oplossingen.
Hij smelt bij 160*C en karamelliseert bij
170*c.
Een sacharoseoplossing wordt verhit met een zuur, vallen de 2
moleculen (glucose en fructose) uiteen. Dit proces noem je inversie, en
het mengsel invertsuiker/invert-siroop.
Lactose (melksuiker): GAL-GLU, C12-H22-O11
- Bestaat uit 1 glucose en 1 galactose molecuul.
Hij smaakt niet zoet maar levert evenveel aan
calorieën op al 2 schepjes suiker.
Maltose (moutsuiker): GLU-GLU, C12-H22-O11
- bestaat uit 2 eenheden
glucose
Belangrijk bij bierbereiding
Hier zie je duidelijk hoe
maltose ontstaat uit twee
glucosemoleculen.
Fotosynthese of koolzuurassimilatie
De bladeren van groene planten nemen
koolzuurgas (CO2) op uit de lucht. Planten wortels
halen water (H2O) uit de grond. Energie die
hiervoor nodig is komt van de zon.
Zonne-energie wordt opgevangen door chlorofyl
(bladgroen), deze zet de zonne-energie om in
chemische energie. Dit is nodig voor de opbouw
van het glucosemolecuul.
Tijdens dit proces ontstaat er zuurstof.
Deze foto van Onbekende auteur is
Glucose die een plant niet gebruikt zet hij om in gelicentieerd onder
zetmeel, dit wordt opgeslagen in knollen
(aardappelen bijv). Dit is voor de mens een energiebron.
Koolhydraten:
Bestaan uit een koolstof (C) Waterstof (H) Zuurstof (O) atomen.
Koolhydraten zorgen voor directe energie, in de vorm van glucose zijn
deze direct brandstof voor de cellen.
Rode bloedlichaampjes, hersenen, zenuwcellen kunnen glucose als
energiebron hebben.
,Monosacchariden -> enkelvoudige koolhydraten
De kleinste koolhydraatmoleculen die de bouwstenen zijn voor andere
koolhydraten.
Glucose (dextrose): GLU, C6-H12-O6
-Glucose is een enkelvoudige suiker.
Wordt gevormd bij fotosynthese. Een keten van deze monosacchariden
zijn daarom ook een zetmeelketen.
Hij is minder zoet en minder oplosbaar in water
dan normale suiker (sacharose). Stof
smelt/karamelliseert bij 150 C.
Komt veel voor in zoete vruchten samen met
fructose (druiven en honing bijv.) In droge vorm is
het een witte stof zoals gewoon suiker, dit komt
veel voor in vijgen.
Fructose (levulose): FRU, C6-H12-O6 van Onbekende auteur is gelicentieerd
onder
- Zelfde formule als glucose maar anders
gerangschikt.
Vind je ook terug in vruchten en honing, hij is de zoetste
veelvoorkomende suikers. Hij is het beste
oplosbaar in water, en absorbeert water het best.
Ons lichaam verteert dit type suiker langzamer
dan glucose en sacharose, waardoor de het
glucosegehalte in het bloed langzamer stijgt.
Hij karamelliseert bij 105 *C, nuttige tafelsuiker
vervanger in koude dranken voor dezelfde
zoetheid maar met 50% calorische besparing.
Galactose: GAL, C6-H12-O6
- Belangrijk bestandsdeel van lactose
(melksuiker)
Hij wordt gevorm in de melkklieren van mens en dier.
, Disachariden -> Tweevoudige koolhydraten
Zijn opgebouwd uit 2 met elkaar verbonden monosacchariden.
Sacharose (tafelsuiker): GLC-FRU, C12-H22-O11
- Bestaat uit 1 glucose- en 1 fructose molecuul.
Groene planten produceren sacharose bij fotosynthese en wij halen de
stof uit de verdikte opslagwortel zoals bij
suikerriet suikerbiet.
Minder zoet dan fructose maar is goed
geschikt voor het maken van bijv in snoep of
conserveren door hoge concentratie lekker
van smaak blijft.
Hij is de op fructose na de op een na beste
oplosser in water, en geeft grootste
viscositeit/dikte in waterige oplossingen.
Hij smelt bij 160*C en karamelliseert bij
170*c.
Een sacharoseoplossing wordt verhit met een zuur, vallen de 2
moleculen (glucose en fructose) uiteen. Dit proces noem je inversie, en
het mengsel invertsuiker/invert-siroop.
Lactose (melksuiker): GAL-GLU, C12-H22-O11
- Bestaat uit 1 glucose en 1 galactose molecuul.
Hij smaakt niet zoet maar levert evenveel aan
calorieën op al 2 schepjes suiker.
Maltose (moutsuiker): GLU-GLU, C12-H22-O11
- bestaat uit 2 eenheden
glucose
Belangrijk bij bierbereiding
Hier zie je duidelijk hoe
maltose ontstaat uit twee
glucosemoleculen.
