Samenvatting Douane en Accijnzen

20221-2022




SAMENVATTING DOUANE EN
ACCIJNZEN
ARTEVELDEHOGESCHOOL
EWOUT VERMEERSCH

, Hoofdstuk 1: Inleiding
1 Douanebeleid
1.7 indirecte belastingen

BTW= Europees maar kan nationaal lid per lid verschillen

Douane= verordening dus kan niet verschillen tussen de lidstaten

Accijnzen= terug te vinden in Europese wetgeving en nationale wetgeving

Er zijn directe en indirecte belastingen.

 Directe  de belastingbetaler is bekend bij de fiscus, vb.
vennootschapsbelasting, personenbelasting

 Indirecte  de belastingbetaler is in de meeste gevallen niet bekend bij de
fiscus, vb. btw, douanerechten, accijnzen

1.8 douanebeleid gebaseerd op het principe van douane-unie

Douane-unie: groep landen die economische integratie nastreeft zonder beperkingen
aan de grenzen tussen deze groep landen zelf. Douanebeleid Europese Unie is hierop
gebaseerd.

Kenmerken van een douane-unie:

 gemeenschappelijke invoerrechten: goederen die binnenkomen in de EU worden via
een gemeenschappelijk tarief belast. Er zijn ook geen invoerrechten op goederen in vrij
verkeer = goederen die zijn binnengebracht in de douane-unie (na het betalen van
invoerrechten), ook de goederen die uit deze ingebrachte goederen ontstaan. Ook zijn
goederen in vrij verkeer goederen die binnen de douane-unie door de primaire sector
zijn ontstaan of die in de secundaire sector ontstaan uit de goederen van de primaire
sector.

 Gemeenschappelijke douanewetgeving: alle landen van de douane-unie moeten zo veel
mogelijk over een gemeenschappelijke douanewetgeving beschikken. In de EU staat deze
in de (UDW) uniedouanewetboek + in enkele internationale verdragen.

 Gemeenschappelijke handelspolitiek: de handel tegenover derde landen is hetzelfde. Bv
een land uit de EU kan niet een product bannen terwijl een ander land uit de EU dit wel
toestaat. Ander voorbeeld antidumpingrechten in de Europese unie op elektrische
fietsen

 Harmonisatie van andere indirecte belastingen

,1.9 douanebeleid gebaseerd op het principe van de vrijhandelszone

indien landen zich in dezelfde vrijhandelszone bevinden, zijn er geen of verminderde
invoerrechten indien de goederen oorsprong hebben van een lid

Kenmerken van een vrijhandelszone:

 geen gemeenschappelijke invoerrechten

 geen gemeenschappelijke douanewetging

 geen gemeenschappelijke handelspolitiek

 op producten uit het land van oorsprong in de vrijhandelszone (gemaakt in land
van de vrijhandelszone) moeten geen of verminderde invoerrechten
betaaldworden

Vrijhandelszones:

 EVA (Europese vrijhandelsassociatie) = Zwitserland, Noorwegen, Ijsland,
Liechtenstein

 Mercosur

 EU en turkije op vlak van landbouwproducten

 EER: eu + lichtenstein + noorwegen + ijsland

2 Internationale instellingen m.b.t. douane
2.7 Wereldhandelsorganisatie:

Voorganger is GATT (general agreement on tariffs and trade). Gatt is de naam die werd
gegeven aan de handelsverdragen die tussen de deelnemende landen warden
afgesproken. DOEL: vrijhandel bevorderen door afschaffing invoerrechten

 Meestbegunstigingsclausule  verbindt de leden om de andere leden van de
organisatie gelijk te behandelen. Indien een preferentieel tarief wordt toegekend
voor 1 handelspartner wordt dit vanzelf ook toegekend aan de andere leden.

 Bescherming nationale markt mag niet.

 Regelmatig moeten er verlagingen zijn van invoerrechten

2.8 Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO)

Nu verleent OESO bijstand aan landen bij het maken van oplossingen voor moeilijkheden
bij gemeenschappelijke beleidslijnen. Ze zijn dus voorstander van liberalisering van de
handel.

Er zijn 2 OESO-methoden op vlak van douane. Dit zijn methoden die helpen de
douanewaarde van een product te bepalen. Dit is de waarde waarop invoerrechten
berekend worden. Hoe hoger de douane waarde hoe hoger de invoerrechten.

,