1.1 Globalisering: one world?
● Globalisering of mondialisering= proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen op aarde toeneemt. Economische globalisering of internationalisering en
culturele globalisering zijn hier 2 belangrijke gevolgen van.
● 4 dimensies van globalisering:
○ Economisch, sociaal, politiek en cultureel
● Globalisering wordt mogelijk gemaakt door transport- en informatietechnologie
○ Transporttechnologie: alle technologie die nodig is om het vervoer van
grondstoffen, goederen en mensen mogelijk te maken.
○ Informatie- of communicatie technologie: technologie om de uitwisseling van
informatie mogelijk te maken
● Sinds 1980 zijn er 3 belangrijke ontwikkelingen van belang:
○ Reis- en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald en alles verloopt sneller
○ Transport en communicatie is goedkoper geworden
○ Infrastructuur rond transport en dataverkeer is enorm verbeterd
● Globalisering is niet nieuw, maar nog nooit verliep het proces zo snel en op zo’n grote
schaal als na 1990:
○ 1 van de motoren hierachter is de multinationale onderneming(mno)=
bedrijven met vestigingen over de hele aarde en vormen samen een soort
mondiaal netwerk. De mno’s worden ondersteund door verbeteringen in
transport- en informatietechnologie.
○ Gevolg → relatieve afstand tussen gebieden neemt af. Tijd en ruimte
wordt inelkaar gedrukt: dat heet tijd-ruimtecompressie. We spreken ook
wel van een global village
○ Verbeteringen hebben de neiging zich te concentreren op de best
ontwikkelde regio’s → tijd-ruimtecompressie verloopt in het ene gebied
sneller dan in het andere gebied
1.2 Economische globalisering: oorzaken
● WTO= wereldhandelsorganisatie met als doel liberalisering van de wereldhandel
● De vrijemarkt economie= leidende economisch systeem waarbij bedrijven bepalen wat
waar geproduceerd wordt. De prijs komt tot stand door vraag en aanbod en de rol van
de overheid is gering.
→ Gevolgen liberalisering van de wereldhandel:
○ Productie en uitwisseling van goederen en diensten wordt internationaler
○ Gebieden raken economisch steeds hechter verbonden. Voorwaarde daarvan is
wel een gunstige ligging van het gebied.
, ● Economische globalisering kun je aflezen aan:
○ Sterke stijging van buitenlandse investeringen
○ Groei van internationaal transport en communicatie verkeer
○ Snelle toename van de wereldhandel
● Vanaf 2012 weer daling door afkoeling economie in BRICS landen
○ Mno’s vragen zich af: zit ik hier nog goed met mijn bedrijf
○ Mno’s laten zich leiden door zaken als: arbeidsmarkt (loon- en kennisniveau),
bereikbaarheid, belastingvoordelen en politieke stabiliteit van het land
● O.i.v. WTO wordt vrijhandel gestimuleerd. Vrijhandel= handel waarbij zo weinig
mogelijk handelsbelemmeringen bestaan zoals:
○ tariefmuren= hoge importtarieven om eigen productie te beschermen
○ Importquota= je mag maar een bepaalde hoeveelheid van een product
importeren
● Landen en handelsblokken treffen in tijden van crisis snel protectionistische maatregelen
om eigen economie af te schermen tegen buitenlandse concurrentie.
● Productieafdelingen van mno’s zijn steeds minder gekoppeld aan een nationale
thuisbasis
○ Ze kiezen voor diverse locaties in de wereld waarbij ze het meeste
winst kunnen halen → de productieketen wordt uitgerekt en groot deel
van de wereldhandel vindt alleen plaats tussen verschillende
onderdelen van de mno → handel en vervoer zijn veel sneller gegroeid
dan de productie.
○ mno’s gaan ook internationaal om nieuwe afzetmarkten te veroveren
1.3 Economische globalisering: gevolgen
● 3 economische kerngebieden die de wereldeconomie beheersten: de triade
○ Noord-Amerika, Europa en Japan
● Hun mondiaal netwerk wordt bedreigd: de invloed van landen in de semiperiferie neemt
toe
○ Vooral landen in Azië
○ Global Shift= het verschuiven van het economische zwaartepunt van de wereld
● Geografische gevolgen van snelle globalisering:
○ Na 1980: nieuwe internationale arbeidsverdeling: deze verdeling laat zien
welke taken (grondstoffenleverancier, industrieel productiecentrum,
dienstverlener) elk deel van het wereldsysteem voor zijn rekening neemt
■ Door verschuiving van een deel van de maakindustrie vanuit het centrum
naar de semi periferie/periferie verschuift dit ruimtelijk patroon
○ Mno’s proberen regionale en nationale markten in deze gebieden te veroveren
○ Van uitschuiven naar doorschuiven: de locatie van bedrijven wordt steeds sneller
aangepast aan de gewijzigde regionale of lokale situatie