VRAGEN UIT DE LES
Hoofdstuk 1
Vraag 1: Waar situeert het beeld van dit object zich bij een convexe lens? Waar wordt dit gebruikt?
Wat is het voordeel? Verklaar.
Het beeld bevindt zich op oneindig, de stralen lopen parallel. Er zal een tweede lens gebruikt moeten
worden om een beeld in focus te brengen. Het uiteindelijke beeld is een virtueel vergroot beeld.
Deze techniek heet infinity objective.
Voordelen: dankzij het parallelle pad dat het licht aflegt, kunnen tussen beide lenzen optische
componenten gezet worden. De vergroting verandert niet.
Vraag 2: Welk uitspraak over optische resolutie is fout?
a. Wordt bepaald door de excitatiegolflengte
b. Wordt beïnvloed door de vergroting van het objectief
c. Is niet noodzakelijk gelijk aan de beeldresolutie
d. Is gelimiteerd door diffractie
e. Wordt bepaald door numerieke apertuur
Vraag 3: Wat is de optische resolutie voor deze lens bij een excitatiegolflengte van 500nm?
NA = 0,75 (zie afbeelding)
500 nm
d= ❑ = =333,33 nm
2∗NA 2∗0,75
Hoofdstuk 1
Vraag 1: Waar situeert het beeld van dit object zich bij een convexe lens? Waar wordt dit gebruikt?
Wat is het voordeel? Verklaar.
Het beeld bevindt zich op oneindig, de stralen lopen parallel. Er zal een tweede lens gebruikt moeten
worden om een beeld in focus te brengen. Het uiteindelijke beeld is een virtueel vergroot beeld.
Deze techniek heet infinity objective.
Voordelen: dankzij het parallelle pad dat het licht aflegt, kunnen tussen beide lenzen optische
componenten gezet worden. De vergroting verandert niet.
Vraag 2: Welk uitspraak over optische resolutie is fout?
a. Wordt bepaald door de excitatiegolflengte
b. Wordt beïnvloed door de vergroting van het objectief
c. Is niet noodzakelijk gelijk aan de beeldresolutie
d. Is gelimiteerd door diffractie
e. Wordt bepaald door numerieke apertuur
Vraag 3: Wat is de optische resolutie voor deze lens bij een excitatiegolflengte van 500nm?
NA = 0,75 (zie afbeelding)
500 nm
d= ❑ = =333,33 nm
2∗NA 2∗0,75
