Practicumverslag in vivo Biomedische beeldvorming – Ba3 BMW 16-17 dec
2015
TIP : neem dit niet zomaar over, de prof merkt dit en dit is enkel een hulpmiddel (hier staan ook fouten
in)
Instructies
De demonstratie-practica in vivo biomedische beeldvormig geven je inzicht in de verschillende beeldtechnieken, zowel klinisch en preklinisch (op
proefdieren) toegepast.
In dit - verplicht in te dienen - practicumverslag van de in vivo practica op 16 en 17 dec 2015 reflecteer je over de verschillen en eventuele overeenkomsten
tussen de beeldtechnieken aan de hand van 4 in te vullen vergelijkingstabellen.
Probeer volledig te zijn maar beknopt te formuleren. Het volume van de cellen in de tabel is geen beperkende factor.
Stel vragen tijdens de demonstraties!
Vermeld bovenaan duidelijk je naam en vul je de onderstaande tabellen aan in dit document.
Je bewaart het ingevulde document met gepaste naam: “in vivo BMB verslag 2015_Voornaam_Naam.docx”
Dit ingevuld document wordt ingediend via Blackboard uiterlijk 23 december 2015. Verslagen ingeleverd via email worden niet beoordeeld.
1
, Beeld”contrast”
In vivo biomedische beeldvorming omvat verschillende technieken om het lichaam in beeld te brengen. Deze technieken zijn gebaseerd op het vermogen van golven om door de
materie heen te dringen. De principes per beeldtechniek verschillen in de mate dat ze wel/niet gebruik maken van uitwendige (= bron) golven (transmissie), en/of uittredende
golven (detectie). De interacties (absorptie, reflectie,..) die plaatsvinden in het lichaam laten toe om informatie van het lichaam te krijgen. Deze signaalintensiteit (grijswaarde of
kleur) - en dus het beeldcontrast - weergeven in het beeld is gebaseerd op bepaalde principes en staat in verhouding met specifieke lichaamseigen parameters (dichtheid,
atoomnummer, dikte orgaan, water-inhoud, …).
Geef in onderstaande tabel (1) de bovenstaande beschreven karakteristieken voor iedere beeldvormingstechniek:
Beeldvormin Welke bron (type golven Welk detectiesysteem Wat wordt Wat is de basis-interactie tussen Welke lichaamseigen parameters
g (frequentie) of andere wordt gebruikt? gedetecteerd? de golven/de bron en het bepalen de signaalintensiteit/contrast?
soort bron) wordt weefsel? Probeer volledig te zijn.
gebruikt?
US Geluidsgolven worden Emittor is hier gelijk aan Terugkaatsende De absorptie en weerkaatsing van Weefsels met verschillende dichtheden
door een sonde de detector. De geluidsgolven, het echo- geluidsgolven. De geluidsgolven hebben verschillende impedanties voor
uitgestuurd (piezo- terugkerende signaal van de maken mechanische contact met de gebruikte geluidsgolven. Het verschil
elektrisch effect, via geluidsgolven van het uitgezonden het weefsel en kunnen in impedantie tussen twee weefsellagen
kristal) weefsel worden geluidsgolven getransmitteerd of is belangrijk om structuren te kunnen
gedetecteerd. weerkaatst/geattenueerd worden. visualiseren. De mate waarin het
weefsel in staat is de geluidsgolven te
geleiden transmitteren is essentieel.
Waterrijke weefsels doen dit het best.
RX- X-stralen Halfgeleider (een X-stralen en/of fotonen Attenuatie van de X-stralen door Een structuur zoals de longen is niet in
radiografie photodiode) die door scattering zijn kernen in het weefsel die een staat om goed X-stralen te attenueren.
gecombineerd met een losgekomen uit het hoog atoomgetal hebben. Daar Echter, omdat deze wordt afgelijnd
scintillator. Tegenwoordig weefsel (primaire- en deze in het beenweefsel het door de ribbenkast en de pleuraholte,
gekoppeld aan secundaire X-stralen en meest voorkomen is dit uitermate kan toch een goed contrast worden
computerdetectiesysteem secundaire fotonen) geschikt voor skeletweefsel. waargenomen. De mate waarin de
structuur zelf X-stralen kan attenueren
is zodoende van belang, maar ook de
omliggende/proximale structuren
spelen een belangrijke rol.
CT X-stralen Halfgeleider (een Invallende X-stralen of Attenuatie van X-stralen door De attenuatie van de X-stralen door
photodiode) een y-ray weefsels met een hoog atomen met een hoog atoomgetal. De
gecombineerd met een detectorsysteem. Het atooomgetal: voornamelijk bot- aanwezigheid van lucht in het
scintillator. Tegenwoordig bekomen sinogram en fibreus weefsel lichaamsdeel.
2
2015
TIP : neem dit niet zomaar over, de prof merkt dit en dit is enkel een hulpmiddel (hier staan ook fouten
in)
Instructies
De demonstratie-practica in vivo biomedische beeldvormig geven je inzicht in de verschillende beeldtechnieken, zowel klinisch en preklinisch (op
proefdieren) toegepast.
In dit - verplicht in te dienen - practicumverslag van de in vivo practica op 16 en 17 dec 2015 reflecteer je over de verschillen en eventuele overeenkomsten
tussen de beeldtechnieken aan de hand van 4 in te vullen vergelijkingstabellen.
Probeer volledig te zijn maar beknopt te formuleren. Het volume van de cellen in de tabel is geen beperkende factor.
Stel vragen tijdens de demonstraties!
Vermeld bovenaan duidelijk je naam en vul je de onderstaande tabellen aan in dit document.
Je bewaart het ingevulde document met gepaste naam: “in vivo BMB verslag 2015_Voornaam_Naam.docx”
Dit ingevuld document wordt ingediend via Blackboard uiterlijk 23 december 2015. Verslagen ingeleverd via email worden niet beoordeeld.
1
, Beeld”contrast”
In vivo biomedische beeldvorming omvat verschillende technieken om het lichaam in beeld te brengen. Deze technieken zijn gebaseerd op het vermogen van golven om door de
materie heen te dringen. De principes per beeldtechniek verschillen in de mate dat ze wel/niet gebruik maken van uitwendige (= bron) golven (transmissie), en/of uittredende
golven (detectie). De interacties (absorptie, reflectie,..) die plaatsvinden in het lichaam laten toe om informatie van het lichaam te krijgen. Deze signaalintensiteit (grijswaarde of
kleur) - en dus het beeldcontrast - weergeven in het beeld is gebaseerd op bepaalde principes en staat in verhouding met specifieke lichaamseigen parameters (dichtheid,
atoomnummer, dikte orgaan, water-inhoud, …).
Geef in onderstaande tabel (1) de bovenstaande beschreven karakteristieken voor iedere beeldvormingstechniek:
Beeldvormin Welke bron (type golven Welk detectiesysteem Wat wordt Wat is de basis-interactie tussen Welke lichaamseigen parameters
g (frequentie) of andere wordt gebruikt? gedetecteerd? de golven/de bron en het bepalen de signaalintensiteit/contrast?
soort bron) wordt weefsel? Probeer volledig te zijn.
gebruikt?
US Geluidsgolven worden Emittor is hier gelijk aan Terugkaatsende De absorptie en weerkaatsing van Weefsels met verschillende dichtheden
door een sonde de detector. De geluidsgolven, het echo- geluidsgolven. De geluidsgolven hebben verschillende impedanties voor
uitgestuurd (piezo- terugkerende signaal van de maken mechanische contact met de gebruikte geluidsgolven. Het verschil
elektrisch effect, via geluidsgolven van het uitgezonden het weefsel en kunnen in impedantie tussen twee weefsellagen
kristal) weefsel worden geluidsgolven getransmitteerd of is belangrijk om structuren te kunnen
gedetecteerd. weerkaatst/geattenueerd worden. visualiseren. De mate waarin het
weefsel in staat is de geluidsgolven te
geleiden transmitteren is essentieel.
Waterrijke weefsels doen dit het best.
RX- X-stralen Halfgeleider (een X-stralen en/of fotonen Attenuatie van de X-stralen door Een structuur zoals de longen is niet in
radiografie photodiode) die door scattering zijn kernen in het weefsel die een staat om goed X-stralen te attenueren.
gecombineerd met een losgekomen uit het hoog atoomgetal hebben. Daar Echter, omdat deze wordt afgelijnd
scintillator. Tegenwoordig weefsel (primaire- en deze in het beenweefsel het door de ribbenkast en de pleuraholte,
gekoppeld aan secundaire X-stralen en meest voorkomen is dit uitermate kan toch een goed contrast worden
computerdetectiesysteem secundaire fotonen) geschikt voor skeletweefsel. waargenomen. De mate waarin de
structuur zelf X-stralen kan attenueren
is zodoende van belang, maar ook de
omliggende/proximale structuren
spelen een belangrijke rol.
CT X-stralen Halfgeleider (een Invallende X-stralen of Attenuatie van X-stralen door De attenuatie van de X-stralen door
photodiode) een y-ray weefsels met een hoog atomen met een hoog atoomgetal. De
gecombineerd met een detectorsysteem. Het atooomgetal: voornamelijk bot- aanwezigheid van lucht in het
scintillator. Tegenwoordig bekomen sinogram en fibreus weefsel lichaamsdeel.
2
