MICROBIOLOGIE EN HYGIËNE
HOOFDSTUK 1 INLEIDING TOT MICROBIOLOGIE
ZIE EXTRA BIJ POWERPOINT BLAD
1.1. TERMINOLOGIE
ZIE LEERDOELEN
DEFINITIE
Microbiologie = wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de bouw en de
levensverrichtingen van micro-organismen (m.o.). Het zijn levende wezend die niet met het blote
“ongewapende” oog zichtbaar zijn. (meestal kleiner dan 0,1 mm)
SOORTEN
- Bacteriën
- Schimmels
- Gisten
Andere soorten strikt genomen geen m.o. toch hieronder besproken
- Protista protozoa en protofyta
Protozoa = ééncellige diertjes & protofyta = ééncellige plantjes, algen
- Wormen
- Virussen
- Prionen
protozoa en protofyta, wormen soms wel zichtbaar met blote oog
virussen en prionen geen cellulaire opbouw en stofwisseling eigenlijk geen levende
materie
!! definitie m.o. niet sluitend schimmels, schimmeldek, paddenstoelen ook tot m.o. gerekend
ONTDEKKING EN GESCHIEDENIS
Zie pagina 9
Eerste microscoop = Antonie van Leeuwenhoek 17 e eeuw
M.O. zijn overal aanwezig: in grond, water, dieren, planten, mensen ook in voedsel
soms gewenst in voedsel
bv. bier, schimmelkaas…
vaker niet gewenst
bv. bederf voedsel, productie van voor de mens schadelijke toxines, voedselinfecties…
1.2. INDELING ORGANISMEN
Systematiek = verschillende biologen hebben een poging gedaan om alle levende materie op aarde
te classificeren met oog voor onderlinge verwantschap
1.2.1. 2 RIJKEN VOLGENS LINNEAUS
Aristoteles alle organismen = plant (kleine, middelgrote en grote) of dier (op land, in
water of in de lucht)
Linneaus in 18e eeuw eerste die organisme een naam gaf
Classificeren op basis van fysieke verwantschap
Grondlegger van TAXONOMIE = wetenschapsveld in biologie dat zich bezighoudt met het
vinden, beschrijven, benoemen en indelen van organismen
, MICROBIOLOGIE EN HYGIËNE
OPDELING VOLGENS LINNEAUS GRONDLEGGER BINOMIALE NAAMGEVING
Plantenrijk (vegetabilia)
Dierenrijk (animalia)
Tweedelige Latijnse naam aan elk organisme BINOMIALE NAAMGEVING
o Genus + species (aanduiding soort)
Bv. Hond = Cannis familiaris
Bv. kat = Felis catus
Bv. vos = Cannis vulpes
Tot op dag van vandaag nog steeds binomiale naamgeving gebruikt
Geslachtsnaam met hoofdletter en soortnaam met kleine letter
Volledige naam cursief of onderlijnd
Indeling planten-en dierenrijk niet eenvoudig
sommige m.o. plantaardige kenmerken = onbeweeglijk, chlorofyl, starre celwand
andere m.o. dierlijke kenmerken = beweeglijk, specifieke voedingseisen
INDELING ORGANISMEN OVERZICHT
1.2.1. VIJFRIJKENSTELSEL VOLGENS WHITTAKER
WHITTAKER: vijfrijkensysteem door de principiële verschillen in de voedingswijze van
verschillende organismen
5 RIJKEN WHITTAKER
ANIMALIA ( dieren en dus ook mensen)
Meercellige eukaryote organismen
Via mond voedsel opnemen en door spijsverteringsstelsel verwerkt = ingestie
Bezitten spier, zenuw en zintuigstelsel actief voedsel zoeken en bemachtigen
Ook eencellige diertjes = Protista protozoa, eukaryoten hebben primitief spijsverteringsstelsel
Animalia en Protozoa = consumenten
Beweeglijk
HOOFDSTUK 1 INLEIDING TOT MICROBIOLOGIE
ZIE EXTRA BIJ POWERPOINT BLAD
1.1. TERMINOLOGIE
ZIE LEERDOELEN
DEFINITIE
Microbiologie = wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de bouw en de
levensverrichtingen van micro-organismen (m.o.). Het zijn levende wezend die niet met het blote
“ongewapende” oog zichtbaar zijn. (meestal kleiner dan 0,1 mm)
SOORTEN
- Bacteriën
- Schimmels
- Gisten
Andere soorten strikt genomen geen m.o. toch hieronder besproken
- Protista protozoa en protofyta
Protozoa = ééncellige diertjes & protofyta = ééncellige plantjes, algen
- Wormen
- Virussen
- Prionen
protozoa en protofyta, wormen soms wel zichtbaar met blote oog
virussen en prionen geen cellulaire opbouw en stofwisseling eigenlijk geen levende
materie
!! definitie m.o. niet sluitend schimmels, schimmeldek, paddenstoelen ook tot m.o. gerekend
ONTDEKKING EN GESCHIEDENIS
Zie pagina 9
Eerste microscoop = Antonie van Leeuwenhoek 17 e eeuw
M.O. zijn overal aanwezig: in grond, water, dieren, planten, mensen ook in voedsel
soms gewenst in voedsel
bv. bier, schimmelkaas…
vaker niet gewenst
bv. bederf voedsel, productie van voor de mens schadelijke toxines, voedselinfecties…
1.2. INDELING ORGANISMEN
Systematiek = verschillende biologen hebben een poging gedaan om alle levende materie op aarde
te classificeren met oog voor onderlinge verwantschap
1.2.1. 2 RIJKEN VOLGENS LINNEAUS
Aristoteles alle organismen = plant (kleine, middelgrote en grote) of dier (op land, in
water of in de lucht)
Linneaus in 18e eeuw eerste die organisme een naam gaf
Classificeren op basis van fysieke verwantschap
Grondlegger van TAXONOMIE = wetenschapsveld in biologie dat zich bezighoudt met het
vinden, beschrijven, benoemen en indelen van organismen
, MICROBIOLOGIE EN HYGIËNE
OPDELING VOLGENS LINNEAUS GRONDLEGGER BINOMIALE NAAMGEVING
Plantenrijk (vegetabilia)
Dierenrijk (animalia)
Tweedelige Latijnse naam aan elk organisme BINOMIALE NAAMGEVING
o Genus + species (aanduiding soort)
Bv. Hond = Cannis familiaris
Bv. kat = Felis catus
Bv. vos = Cannis vulpes
Tot op dag van vandaag nog steeds binomiale naamgeving gebruikt
Geslachtsnaam met hoofdletter en soortnaam met kleine letter
Volledige naam cursief of onderlijnd
Indeling planten-en dierenrijk niet eenvoudig
sommige m.o. plantaardige kenmerken = onbeweeglijk, chlorofyl, starre celwand
andere m.o. dierlijke kenmerken = beweeglijk, specifieke voedingseisen
INDELING ORGANISMEN OVERZICHT
1.2.1. VIJFRIJKENSTELSEL VOLGENS WHITTAKER
WHITTAKER: vijfrijkensysteem door de principiële verschillen in de voedingswijze van
verschillende organismen
5 RIJKEN WHITTAKER
ANIMALIA ( dieren en dus ook mensen)
Meercellige eukaryote organismen
Via mond voedsel opnemen en door spijsverteringsstelsel verwerkt = ingestie
Bezitten spier, zenuw en zintuigstelsel actief voedsel zoeken en bemachtigen
Ook eencellige diertjes = Protista protozoa, eukaryoten hebben primitief spijsverteringsstelsel
Animalia en Protozoa = consumenten
Beweeglijk