sFysiologie en endocrinologie van seksualiteit en voortplanting
Schriftelijk examen = 2 open vragen (20 punten per vraag), 5 meerkeuzevragen (GIS), 5
begrippen (2punten per begrip) → NIET LEESBAAR= NIET JUIST
3 delen = Man, Niet-zwangere vrouw & Zwangerschap, bevalling en borstvoeding
Introductie
➔ Fysiologie = bestuderen en beschrijven van NORMALE processen in ons
lichaam
➔ Endocrinologie = bestuderen en beschrijven van de AANMAAK en WERKING
van HORMONEN in ons lichaam
o Hormoon = signaalstof (boodschapper) die ergens in het lichaam
gemaakt word en via het bloed wordt vervoerd naar een doelorgaan (met
specifiek receptor) waar het een effect uitoefent
BASIS = FEEDBACKMECHANISME
vb : hypofyse
POSITIEVE FEEDBACK = onder invloed van een bepaald
hormoon wordt een ander hormoon MEER aangemaakt
vb : GnRH (van hypofyse) → teelbal = MEER androgenen
(+sperma)
NEGATIEVE FEEDBACK = onder invloed van een bepaald
hormoon wordt een ander hormoon MINDER aangemaakt
Vb : androgenen (afkomstig van testis) = MINDER GnRH
DEEL 1 : de man
1.1. PUBERTEIT
➔ Puberteit
o Lichamelijke veranderingen
▪ A : Ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
▪ B : Groeispurt
o Psychische veranderingen en veranderingen in gedrag
o Ontwikkelen van seksualiteit en vruchtbaarheid
DOOR HORMONALE VERANDERINGEN
PRIMAIRE GESLACHTSKENMERKEN = vanaf de geboorte aanwezig
→ Man = teelballen (testis), balzak (scrotum), penis
A : SECUNDAIRE GESLACHTSKENMERKEN =
ontwikkelen zich tijdens de puberteit
→ Man 4 GROTE VERANDERINGEN=
1. Beharing ; gelaat, borstkas, genitale regio
2. Adamsappel en stemverandering
3. Brede schouders, spierontwikkeling
4. Groei van penis, toename teelbalvolume
Verschijnen van schaamhaar = PUBARCHE
,KLINISCH BEOORDELEN VAN DE PUBERTEIT : TANNER STADIA=
VIRILISATIE (2-4) = ontwikkeling van genitale kenmerken = teelbalvolume, groei
schaamhaar & penis
Adhv grote testis => ORCHIDOMETER (kralenketting ;
nummer = teelbalvolume)
→ 3ml volume = PREPUBERTAIR
→ vanaf 4ml volume = PUBERTAIR
→ 25ml = volwassen
➔ B : GROEISPURT IN DE PUBERTEIT = piek jongens = tussen 13-14j (V11-12j)
o Door grote toename van groeihormoon
o Voornamelijk aangemaakt tijdens de pubertijd
GROEI KLINISCH BEOORDELEN = via
grafieken (rechts)
« midparental height »
= maximale lengte man inschatten obv lengte ouders → lengte
moeder (cm) + lengte vader (cm)/2+7cm
ONTWIKKELEN VAN VRUCHTBAARHEID = SPERMARCHE
, Groeispurt = 10.5-16.& 13.5-
17.5
Penisgroei = 10.3-14.5 &
12.5-16.5
Testis =9.5-13.5 & 13.5-17
Gezichtsbeharing
schaamhaar
➔ Afwijkende patronen
o 1. Pubertas praecox = vroegtijdge puberteit
▪ Jongens = groei van schaamhaar voor de leeftijd van 9jaar
o 2. Pubertas tarda = laattijdige puberteit
▪ Jongens = testisvolume <4ml en/of uitblijven virilisatie op leeftijd
> 14jaar
1.2. VOORTPLANTINGSORGANEN
➔ TWEE Functies vd teelbal
o 1. Aanmaak van zaadcellen
(spermatozoa)= Spermatogenese
▪ In de zaadbuisjes (tubuli
seminiferi)
▪ Van buiten naar binnen
o 2. Aanmaak van hormonen =
Steroïdogenese
▪ In de leydigcellen
Prenatale ontwikkeling van de testis
1. de testits ontstaan in de buurt van de nieren
2. Ze migreren naar het lieskanaal
→ onder invloed van insulin-like peptide 3 (INSL3)
→ INSL3 wordt aangemaakt door de Leydigcellen`
3. Ze komen via het lieskanaal in het scrotum terecht
→ onder invloed van testosteron
→ testosteron wordt gemaakt door de Leydigcellen
, ➔ De testis bij geboorte
o Teelbal zit in de balzak bij 97% van de jongens
▪ Niet door tekort aan testosteron & INSL3
o Niet-ingedaalde teelbal (= cryptorchidie)
▪ Risico op verminderde vruchtbaarheid
▪ Risico op teelbalkanker
o Temperatuur in de balzak is de 2-4°C lager dan de lichaamstemperatuur
▪ Belangrijk voor spermatogenese
▪ Regeling van temperatuur (DRIE MANIEREN)
• 1. netwerk van bloedvaten (slagader = aanvoer van
bloed) & plexus pampiniformis (afvoer van bloed) :
warmteafvoer
• 2. Dunne huid balzak = weinig isolatie
o Tunica dartos = spierlaag die zorgt voor rimpeling
van scrotale huid (rugae)
▪ Ontspannen : meer warmteverlies
▪ Opgespannen : minder warmteverlies
▪ Ligt net onder de huid
• 3. Musculus cremaster
o Trekt bij koude dichter tegen het lichaam
o Spier die zorgt dat de teelbal verder of dicther bij het
lichaam komt
▪ Opgespannen = dichter
▪ Ontspannen = verder
Schriftelijk examen = 2 open vragen (20 punten per vraag), 5 meerkeuzevragen (GIS), 5
begrippen (2punten per begrip) → NIET LEESBAAR= NIET JUIST
3 delen = Man, Niet-zwangere vrouw & Zwangerschap, bevalling en borstvoeding
Introductie
➔ Fysiologie = bestuderen en beschrijven van NORMALE processen in ons
lichaam
➔ Endocrinologie = bestuderen en beschrijven van de AANMAAK en WERKING
van HORMONEN in ons lichaam
o Hormoon = signaalstof (boodschapper) die ergens in het lichaam
gemaakt word en via het bloed wordt vervoerd naar een doelorgaan (met
specifiek receptor) waar het een effect uitoefent
BASIS = FEEDBACKMECHANISME
vb : hypofyse
POSITIEVE FEEDBACK = onder invloed van een bepaald
hormoon wordt een ander hormoon MEER aangemaakt
vb : GnRH (van hypofyse) → teelbal = MEER androgenen
(+sperma)
NEGATIEVE FEEDBACK = onder invloed van een bepaald
hormoon wordt een ander hormoon MINDER aangemaakt
Vb : androgenen (afkomstig van testis) = MINDER GnRH
DEEL 1 : de man
1.1. PUBERTEIT
➔ Puberteit
o Lichamelijke veranderingen
▪ A : Ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
▪ B : Groeispurt
o Psychische veranderingen en veranderingen in gedrag
o Ontwikkelen van seksualiteit en vruchtbaarheid
DOOR HORMONALE VERANDERINGEN
PRIMAIRE GESLACHTSKENMERKEN = vanaf de geboorte aanwezig
→ Man = teelballen (testis), balzak (scrotum), penis
A : SECUNDAIRE GESLACHTSKENMERKEN =
ontwikkelen zich tijdens de puberteit
→ Man 4 GROTE VERANDERINGEN=
1. Beharing ; gelaat, borstkas, genitale regio
2. Adamsappel en stemverandering
3. Brede schouders, spierontwikkeling
4. Groei van penis, toename teelbalvolume
Verschijnen van schaamhaar = PUBARCHE
,KLINISCH BEOORDELEN VAN DE PUBERTEIT : TANNER STADIA=
VIRILISATIE (2-4) = ontwikkeling van genitale kenmerken = teelbalvolume, groei
schaamhaar & penis
Adhv grote testis => ORCHIDOMETER (kralenketting ;
nummer = teelbalvolume)
→ 3ml volume = PREPUBERTAIR
→ vanaf 4ml volume = PUBERTAIR
→ 25ml = volwassen
➔ B : GROEISPURT IN DE PUBERTEIT = piek jongens = tussen 13-14j (V11-12j)
o Door grote toename van groeihormoon
o Voornamelijk aangemaakt tijdens de pubertijd
GROEI KLINISCH BEOORDELEN = via
grafieken (rechts)
« midparental height »
= maximale lengte man inschatten obv lengte ouders → lengte
moeder (cm) + lengte vader (cm)/2+7cm
ONTWIKKELEN VAN VRUCHTBAARHEID = SPERMARCHE
, Groeispurt = 10.5-16.& 13.5-
17.5
Penisgroei = 10.3-14.5 &
12.5-16.5
Testis =9.5-13.5 & 13.5-17
Gezichtsbeharing
schaamhaar
➔ Afwijkende patronen
o 1. Pubertas praecox = vroegtijdge puberteit
▪ Jongens = groei van schaamhaar voor de leeftijd van 9jaar
o 2. Pubertas tarda = laattijdige puberteit
▪ Jongens = testisvolume <4ml en/of uitblijven virilisatie op leeftijd
> 14jaar
1.2. VOORTPLANTINGSORGANEN
➔ TWEE Functies vd teelbal
o 1. Aanmaak van zaadcellen
(spermatozoa)= Spermatogenese
▪ In de zaadbuisjes (tubuli
seminiferi)
▪ Van buiten naar binnen
o 2. Aanmaak van hormonen =
Steroïdogenese
▪ In de leydigcellen
Prenatale ontwikkeling van de testis
1. de testits ontstaan in de buurt van de nieren
2. Ze migreren naar het lieskanaal
→ onder invloed van insulin-like peptide 3 (INSL3)
→ INSL3 wordt aangemaakt door de Leydigcellen`
3. Ze komen via het lieskanaal in het scrotum terecht
→ onder invloed van testosteron
→ testosteron wordt gemaakt door de Leydigcellen
, ➔ De testis bij geboorte
o Teelbal zit in de balzak bij 97% van de jongens
▪ Niet door tekort aan testosteron & INSL3
o Niet-ingedaalde teelbal (= cryptorchidie)
▪ Risico op verminderde vruchtbaarheid
▪ Risico op teelbalkanker
o Temperatuur in de balzak is de 2-4°C lager dan de lichaamstemperatuur
▪ Belangrijk voor spermatogenese
▪ Regeling van temperatuur (DRIE MANIEREN)
• 1. netwerk van bloedvaten (slagader = aanvoer van
bloed) & plexus pampiniformis (afvoer van bloed) :
warmteafvoer
• 2. Dunne huid balzak = weinig isolatie
o Tunica dartos = spierlaag die zorgt voor rimpeling
van scrotale huid (rugae)
▪ Ontspannen : meer warmteverlies
▪ Opgespannen : minder warmteverlies
▪ Ligt net onder de huid
• 3. Musculus cremaster
o Trekt bij koude dichter tegen het lichaam
o Spier die zorgt dat de teelbal verder of dicther bij het
lichaam komt
▪ Opgespannen = dichter
▪ Ontspannen = verder