100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Histologie samenvatting Universiteit Antwerpen

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
48
Geüpload op
24-08-2021
Geschreven in
2021/2022

Een samenvatting van Histologie van Universiteit Antwerpen. De usb-stick van het lesmateriaal is samengevat in deze samenvatting.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
24 augustus 2021
Bestand laatst geupdate op
27 augustus 2021
Aantal pagina's
48
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Microscopische technieken
Fasecontrastmicroscopie: fasecontrasttechniek houdt in dat op de plaats van faseverschillen die het
object veroorzaakt, kunstmatige helderheidsverschillen aangebracht worden. Het beeld toont dan de
juiste geometrische vorm van details.

Donkerveldmicroscopie: op plaatsen waar het licht gebroken, afgebroken of weerkaatst wordt door
het object, zal dit licht het eigenlijke microscoopbeeld vormen. Om ook zwak licht-verstrooiende
objecten nog te kunnen waarnemen gebruikt men speciale donkerveldcondensoren en een sterke
lichtbron. Het kenmerk van donkerveldmicroscopie is dat er geen direct, rechtlijnig uit de condensor
komend, licht in het objectief valt, maar dat alleen het door de objectstructuur afgebogen en
verstrooide licht een bijdrage levert aan de beeldvorming.

Polarisatiemicroscopie: polarisatiemicroscopen worden gebruikt in bepaalde vakgebieden, waar de
objecten repeterende structuren hebben. Wanneer je ongekleurd skeletspierweefsel op deze manier
bekijkt, zie je afwisselend donkere en lichte banden op de plaatsen waar de skeletspiervezels
overlangs zijn aangesneden.

Differentiaal-interferentie-contrast (DIC/Nomarski): bij DIC maken we gebruik van principes uit de
polarisatiemicroscopie voor de contrastering van faseobjecten.

Fluorescentiemicroscopie: bij fluorescentiemicroscopie wordt er gebruik gemaakt van fluorescente
stoffen en fluorescente kleuringen om structuren in stalen zichtbaar te maken en fysiologische
processen te kunnen volgen.

Confocale microscopie: bij een confocale microscoop zal een ‘pinhole’ apertuur vlak voor de
detector het geconcentreerde licht van het gefocusseerde punt doorlaten, maar bijna alle
verstrooide stralen van punten onder of boven het focale vlak afblokken. Op deze wijze wordt de
bijdrage van de punten die buiten het focusvlak liggen aan het finale beeld zeer sterk gereduceerd.

Confocale laser scanning microscoop: Bij een confocale laser scanning microscoop (CLSM) wordt het
uiteindelijke beeld sequentieel opgebouwd door het specimen in het X-Y vlak punt voor punt te
scannen.

Spinning disk confocale microscoop: Bij een ‘spinning disk’ confocale microscoop wordt de pinhole
apertuur vervangen door een geperforeerde roterende schijf, waardoor het hele beeldveld vlug en
continu overlopen wordt door een reeks van pinholes. Wanneer de rotatie van de pinholes vlug
genoeg gebeurt, krijgt men de indruk van een ononderbroken beeld.

Scanning probe microscopie: Bij dit type van microscopie wordt het oppervlak van een specimen, en
een rechthoekig raster afgetast met een zeer spitse sensor. Naargelang de sensor kan informatie
ingewonnen worden over de elektrische, de magnetische, de topografische of de optische
eigenschappen van het specimen.


Epitheel

Eenlagig plaveiselepitheel
Eenlagig kubisch epitheel
Eenlagig cilindrisch epitheel
Pseudomeerlagig epitheel

,Opbouw meerlagig epitheel:
- Stratum basale (laag tegen basaal membraan aan)
- Stratum spinosum (cellen lijken stekels te hebben en ligt bovenop stratum basale)
- Stratum granulosum (bevat veel keratohyaliene korrels)
- Stratum superficiale (onverhoornd, bovenste laag)
- Stratum corneum (=hoornlaag, verhoornd, bovenste laag)
- (Stratum lucidum, alleen bij zeer sterk verhoornd epitheel)
Meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel
Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel

Overgangsepitheel: bij overgangsepitheel is de bovenste laag cellen de paraplucel. Deze cel
overkoepelt meerdere onderliggende epitheelcellen die niet op de lamina basalis rusten.
Overgangsepitheel wordt ook wel urotheel genoemd omdat het in de urinewegen voorkomt.
Overgangsepitheel bezit een stratum basale, stratum intermedium en een stratum superficiale.

Klierepitheel: klierepitheel kan in verschillende onderdelen worden ingedeeld.
- Exocriene klieren: geven hun secreet af naar de ‘buitenwereld’
o Indeling naargelang de algemene morfologie:
 Tubulair
 Acinair (trosvormig)
 Enkelvoudig/samengesteld (boomvormig vertakt systeem)
o Indeling naargelang het geproduceerde secreet:
 Sereus (eiwitrijk en waterig)
 Muceus (slijm)
o Indeling naargelang de secretiewijze:
 Apocrien (verzamelen secreet nabij top van de cel en snoeren dan het
uitgestulpte apicale celdeel in zijn geheel af, verlies van gedeelte cytoplasma
en celmembraan, bv actieve melkklier)
 Holocrien (stapelen secreet op binnen de cel totdat de cel openbarst, cel
sterft hierdoor, bv talgklier)
 Merocrien (scheiden enkel producten uit via de apicale plasmamembraan,
zonder celbeschadiging, bv speekselklieren)
- Endocriene klieren: geven hun secreet af direct in de bloedbaan (hormonen)


Bindweefsel

Grondsubstantie:
- Bestaat uit vaste componenten (proteoglycanen en glycoproteïnen) en uit watermoleculen
die aan de grondsubstantie gebonden zijn.
- Proteoglycanen bestaan uit centrale eiwitketens met hierop gebonden glycosaminoglycanen
(GAGs).
- GAGs zijn niet-vertakte polysachariden opgebouwd uit lange ketens van disachariden.
- Door de densiteit aan suikermoleculen en hun negatieve lading zullen GAGs kationen
aantrekken, wat dan op zijn beurt watermoleculen aantrekt. Deze binding van water aan
GAGs (hydrofiel!) bepaalt de resistentie van bindweefsels tegen drukkrachten.
- Hyaluronzuur zal verschillende proteoglycanen verenigen tot zeer grote aggregaten.
- Glycoproteïnen spelen een rol bij interacties tussen cellen en de hechting van cellen aan
vezels of andere componenten van de extracellulaire matrix.

,Bindweefselvezels:
- Collageen
o Bestaat voornamelijk uit glycine, proline, hydroxyproline en hydroxylysine.
o Biosynthese gebeurt als volgt:
 Vorming polypeptide-α-ketens ter hoogte van RER.
 Na synthese worden ketens gevlochten tot drievoudige helix, het
procollageen.
 In het RER zullen proline en lysine gehydroxyleerd worden, hiervoor is
vitamine C nodig als co-factor.
 Procollageen wordt getrasporteerd naar het golgi-apparaat, waar de inbouw
van suikers gebeurt.
 Transport naar de celmembraan gebeurt via vesikels waardoor tijdens de
secretiefase procollageen kan vrijgesteld worden door exocytose.
 Extracellulair wordt met behulp van procollageenpeptidase een eindstukje
van het procollageen afgesplitst waardoor tropocollageen ontstaat.
o Tropocollageen vormt de basis van collageen
o Verschillende types collageen:
 Collageen type I: dit is het meest voorkomende type collageen. De stevige
structuur ontstaat doordat de tropocollegeenmoleculen door cross-linking
en polymerisatie gestapeld worden tot collageenfibrillen. De
collageenfibrillen zullen samengevoegd zijn tot collageenvezels, die daarop
weer collageenbundels zullen vormen.
 Collageen type II: dit bestaat uit eerder losse fibrillen die geen vezels
vormen. Dit type vind je voornamelijk terug in kraakbeen.
 Collageen type III: vormt hele dunne vezels die meestal een los geweven
netwerkje vormen. Soms spreekt men van reticulaire vezels. Reticulaire
vezels zullen fijne structuren zoals capillairen en zenuwvezels ondersteunen.
 Collageen type IV: dit is een typisch component van de lamina basalis. Het
vormt geen fibrillen maar eerder dunne vormloze membranen. Wordt
gesynthetiseerd door epitheelcellen.
- Elastische vezels
o Bestaat uit het rubberachtige glycoproteïne elastine. Elastine bestaat uit desmosine
en isodesmosine, deze zorgen voor de typische gele kleur.
o Vorming van elastische vezels:
 Microfibrillen gaan samenbundelen tot oxytalanvezels.
 Hiertussen wordt elastine afgezet, waardoor je dunne elauninevezels krijgt.
Uiteindelijk zullen dit echte elastische vezels worden.

Bindweefsel strictu sensu
- Bestaat uit hoofdzakelijk extracellulaire matrix, die uit grondsubstantie, bindweefselvezels en
weefselvloeistof bestaat.
- In bindweefsel vind je in tegenstelling tot epitheel wel bloedvaten terug. Ook doorkruisen
zenuwbundels het bindweefsel.
- Bindweefselcellen:
o Vaste cellen:
 Fibroblasten: meest voorkomen en belangrijkste, synthetiseren actief
matrixmateriaal. Grote ovale kern met fijn verdeeld euchromatine en een
grote nucleolus. Goed ontwikkeld RER en golgi wijzen op actieve
eiwitproductie.

,  Fibrocyten: wanneer een fibroblast volledig ingesloten is met
matrixmateriaal wordt het een fibrocyt genoemd. Kleiner dan fibroblasten,
langwerpige donkergekleurde kern.
o Vrije cellen:
 Mestcellen: bevatten heparine en histamine. Spelen belangrijke rol in
allergische reacties en bij activatie stellen ze producten vrij. Ronde tot ovale
kern, cytoplasma gevuld met basofiele granula, matig ontwikkeld RER en vrij
omvangrijk golgi-apparaat.
 Macrofagen: hebben fagocyterende eigenschappen, zijn een deel van het
vitale verdedigingsmechanisme. Ovale tot niervormige kern en veel
uitstulpingen aan het oppervlak.
 Plasmacellen: zijn eigenlijk ‘memory-B-cells’, produceren antilichamen die
vrijgesteld worden in extracellulaire matrix. Ontstaan uit geactiveerde B-
lymfocyten. Sterk ontwikkeld RER, in kern zit heterochromatine tegen het
kernmembraan -> lijkt op spaken van een fietswiel, kern ligt vaak excentrisch
(niet in het midden)
 Leukocyten: ze migreren door de wanden van de capillairen en venulen via
het proces van diapedese.
 Cel van Langerhans: voornamelijk in de epidermis, antigen-presenterende
cel.
- Indeling van bindweefsel s.s.
o Losmazig bindweefsel
 Bevat enorm veel vrije cellen.
 Extracellulaire matrix bestaat voornamelijk uit een zachte, viskeuze gel door
de overvloedige aanwezigheid van hyaluronzuur.
 Relatief kleine hoeveelheid bindweefselvezels vormen een los geweven
netwerk, LM preparaten lijkt alsof het mazen of gaatjes bevat
 Bv in buikvlies en onderhuid.
o Dicht regelmatig bindweefsel
 Stevige type I collageenvezels zitten allemaal in dezelfde richting parallel
georiënteerd.
 Fibroblasten zullen als platgedrukte cellen terug te vinden zijn.
 Bv pezen
o Dicht onregelmatig bindweefsel
 Collageenvezels zijn in verschillende richtingen georiënteerd.
 Hierdoor kan het trekkrachten aan in alle verschillende richtingen.
 Bv huid of bindweefselkapsels.

Vetweefsel
- Opgebouwd uit adipocyten en slechts geringe hoeveelheden matrix, fibroblasten ,
macrofagen en mestcellen.
- Univacuolaire adipocyten komen het meeste voor. Bestaat uit 1 centrale vetdruppel die
nagenoeg de hele cel opvult, cytoplasma en kern zijn weggedrukt tegen de celmembraan
(wandstandig cytoplasma).
- Univacuolaire adipocyten zijn het voornaamste bestanddeel van wit/geel vetweefsel.
- Pluri- of multivacuolaire adipocyten vormen bruin vetweefsel. Deze cellen bevatten zeer
veel mitochondria en er zijn veel kleinere vetdruppels verspreidt over het cytoplasma.

Mucoïd bindweefsel
- Embryonaal bindweefsel.
- Wordt ook teruggevonden in de navelstreng.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
larissabultena Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
46
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
13
Documenten
25
Laatst verkocht
1 week geleden

4,4

5 beoordelingen

5
3
4
1
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen