Paragraaf 7.6 Leiding geven aan groepen
Definitie leiderschap: het doelgericht beïnvloeden van anderen
Leiderschap bestaat uit:
- Richting geven
- Organiseren en coördineren
- Controle, hulp en bijsturing
- Motiveren
- Problemen oplossen
De noodzaak van een leider ligt aan:
- De omvang van de groep
- De aard van de werkzaamheden
- De motivatie van de groepsleden en hun kennis en vaardigheden
In crisissituaties is er vaak behoefte aan een leider
Paragraaf 7.7 Wie wordt er leider van de groep?
Wie er leider wordt van de groep ligt aan:
- Persoonskenmerken: een leider scoort hoger op sociaal zijn, zelfvertrouwen hebben,
verantwoordelijkheid kunnen nemen, zich kunnen aanpassen, ambitieus zijn en energie
hebben
- Vaardigheden: intelligentie en taakvaardigheden
Effectiviteit van een leider: extraversie en openstaan voor nieuwe ervaringen
Impliciete persoonlijkheidstheorie: iedereen heeft een opvatting over wat een leider precies moet
zijn en doen.
Paragraaf 7.8 Effectief leidinggeven
Effectief leidinggeven kan aan de hand van 2 criteria worden vastgesteld:
- Groepsprestatie: effectiviteit wordt bepaald aan de hand van de kwaliteit/kwantiteit van de
resultaten die de groep behaalt.
- Tevredenheid: hoe effectief iemand leidinggeeft, kan ook worden bepaald door de mate
waarin de groepsleden tevreden zijn over de manier waarop zij leiding krijgen.
7.8.1 Persoonskenmerken van een effectieve leider
Effectieve leiders scoren relatief hoog op:
- Energieniveau
- Stresstolerantie, zelfvertrouwen, integriteit en emotionele stabiliteit
- Machtsmotivatie die niet gericht is op de bevoordeling van de eigen persoon, maar op die
van de groep
- Technische en interpersoonlijke vaardigheden
De benadering van leiderschap gebaseerd op persoonskenmerken gaat ervan uit dat
persoonskenmerken relatief stabiele en aangeboren eigenschappen zijn en dat bepaalde
eigenschappen iemand tot een effectief leider maken.
Tegenstrijdige onderzoeksresultaten zijn te verklaren: persoonskenmerken bepalen niet hoe een
leider in een situatie zal optreden en in de ene situatie zal de leider anders reageren dan in een
andere situatie.
7.8.2 Effectief leiderschap en stijl van leidinggeven
Stijl van leidinggeven: de vaste manier waarop leiders zich gedragen. Leiders onderscheiden zich op
twee dimensies van gedrag. Waar de leider invloed op wil uitoefenen:
1. Taakgerichte stijl: besteden vooral aandacht aan de planning van het werk in de groep. Hun
aandacht is gericht op het behalen van goede resultaten
2. Relatiegerichte stijl: besteden vooral aandacht aan het scheppen en op peil houden van
goede onderlinge relaties in de groep.
Groepsleden zijn meer tevreden als hun leider relatiegericht is.
Hoe de leider invloed wilt uitoefenen:
Definitie leiderschap: het doelgericht beïnvloeden van anderen
Leiderschap bestaat uit:
- Richting geven
- Organiseren en coördineren
- Controle, hulp en bijsturing
- Motiveren
- Problemen oplossen
De noodzaak van een leider ligt aan:
- De omvang van de groep
- De aard van de werkzaamheden
- De motivatie van de groepsleden en hun kennis en vaardigheden
In crisissituaties is er vaak behoefte aan een leider
Paragraaf 7.7 Wie wordt er leider van de groep?
Wie er leider wordt van de groep ligt aan:
- Persoonskenmerken: een leider scoort hoger op sociaal zijn, zelfvertrouwen hebben,
verantwoordelijkheid kunnen nemen, zich kunnen aanpassen, ambitieus zijn en energie
hebben
- Vaardigheden: intelligentie en taakvaardigheden
Effectiviteit van een leider: extraversie en openstaan voor nieuwe ervaringen
Impliciete persoonlijkheidstheorie: iedereen heeft een opvatting over wat een leider precies moet
zijn en doen.
Paragraaf 7.8 Effectief leidinggeven
Effectief leidinggeven kan aan de hand van 2 criteria worden vastgesteld:
- Groepsprestatie: effectiviteit wordt bepaald aan de hand van de kwaliteit/kwantiteit van de
resultaten die de groep behaalt.
- Tevredenheid: hoe effectief iemand leidinggeeft, kan ook worden bepaald door de mate
waarin de groepsleden tevreden zijn over de manier waarop zij leiding krijgen.
7.8.1 Persoonskenmerken van een effectieve leider
Effectieve leiders scoren relatief hoog op:
- Energieniveau
- Stresstolerantie, zelfvertrouwen, integriteit en emotionele stabiliteit
- Machtsmotivatie die niet gericht is op de bevoordeling van de eigen persoon, maar op die
van de groep
- Technische en interpersoonlijke vaardigheden
De benadering van leiderschap gebaseerd op persoonskenmerken gaat ervan uit dat
persoonskenmerken relatief stabiele en aangeboren eigenschappen zijn en dat bepaalde
eigenschappen iemand tot een effectief leider maken.
Tegenstrijdige onderzoeksresultaten zijn te verklaren: persoonskenmerken bepalen niet hoe een
leider in een situatie zal optreden en in de ene situatie zal de leider anders reageren dan in een
andere situatie.
7.8.2 Effectief leiderschap en stijl van leidinggeven
Stijl van leidinggeven: de vaste manier waarop leiders zich gedragen. Leiders onderscheiden zich op
twee dimensies van gedrag. Waar de leider invloed op wil uitoefenen:
1. Taakgerichte stijl: besteden vooral aandacht aan de planning van het werk in de groep. Hun
aandacht is gericht op het behalen van goede resultaten
2. Relatiegerichte stijl: besteden vooral aandacht aan het scheppen en op peil houden van
goede onderlinge relaties in de groep.
Groepsleden zijn meer tevreden als hun leider relatiegericht is.
Hoe de leider invloed wilt uitoefenen:
