1. Waar bevindt het primair immuunsysteem zich
Beenmerg (korte beenderen, platte beenderen en de epifysen van de lange beenderen)
2. Wat is de functie van een lymfeklier
Fungeren als filters van de lymfe, voordat deze het bloed bereikt
3. Waar vindt je de ductus thoracicus?
Langs de wervelkolom
4. Wat is de belangrijkste plek voor uitzaaiingen van borstkanker is?
De lymfeklieren in de oksel
5. Welke soort cellen rijpen in de thymus?
T-lymfocyten
6. Geen een voorbeeld wat het complement (niet specifieke verdediging) doet:
Ze helpen bij de werking van antistoffen en bij de fagocytose door de membranen van indringers te
merken en eventueel te vernietigen
7. 5 tekens van ontsteking:
- Rubor
- Calor
- Dolor
- Tumor
- Functie verlies
8. Voorbeelden van niet-specifieke afweer: uitleg??
- Epitheel = aaneengesloten barrière
- Fagocyten
- Natural killer cellen
- Interferon
- Complement
- Koorts
- Inflammatie of ontsteking
,9. Welk vaccin is verplicht in België?
Polio
10. Vaccinatie bij rode hond is bij meisjes wenselijk – waarom?
Voorkomen van hersendefecten bij de zwangerschap
11. Wat betekent specifieke afweer?
1 soort antilichaam werkt tegen 1 antigeen, sleutel – slot principe
12. Wat is de incubatieperiode?
De tijd tussen besmetting en de eerste symptomen.
13. Hoelang werkt een tetanus vaccinatie?
5 – 10 jaar
14. Wat wordt er aangemaakt door plasmacellen
Antistoffen
15. Verschil primaire en secundaire reactie
Een eerste contact met een antigeen geeft een primaire reactie die pas na ongeveer een week een
aantoonbare reactie in het bloed geeft. Er is vrij snel een daling – door de werking van T-suppressor
cellen – met een blijvende lage concentratie of titer.
Een tweede contact geeft een snellere en sterkere stijging van de titer = secundaire reactie. Deze blijft
langer hoog, er worden B-geheugencellen omgevormd tot plasmacellen die de antilichamen maken.
16. Wat is Immunocompetentie?
= de mate van immuniteit
17. Hoe groot is het longoppervlak ongeveer?
70 – 140 m2
, 18. Waar gaat de bovenste luchtweg over in de onderste luchtweg?
Strottenhoofd – specifieker de stembanden
19. Verschil geleidend en respiratoir gedeelte?
Geleidend = van de ingang in de neus tot aan de laatste vertakking van de bronchiën
Respiratoir = waar de gaswisseling plaatsvindt, luchtblaasjes (alveoli)
20. Verschil linker en rechter hoofdbronchus
Linker = langer, dunner en horizontaler
Rechter = breedst, kortst en verticaler
21. Wat is de carina?
= scherpe kam, waar de linker en rechter hoofdbronchus zich splitsen
22. Hoeveel longkwabben hebben mensen?
2 rechts en 3 links
23. Waar ligt de longtop (apex)?
Reikt boven de 1e rib uit, tot 3 cm boven het sleutelbeen. Let op voor het plaatsen van diepe katheders!
(achter de venae subclavia)
24. Waar ligt de onderrand van de longen?
Verloopt ventraal po het niveau van het 6e ribkraakbeen, lateraal aan de 8e rib en dorsaal aan de 11e
rib.
25. Wat is het tidal volume?
+/- 0,5 liter, de hoeveelheid verplaatste lucht in een rustige ademcyclus
26. Wat is de functionele residuele capaciteit?
De hoeveelheid lucht die in de longen achter blijft na rustige uitademing.
27. Wat is vitale capaciteit?
+/- 5 liter, verschil in volume tussen maximale inademing en maximale uitademing.
Beenmerg (korte beenderen, platte beenderen en de epifysen van de lange beenderen)
2. Wat is de functie van een lymfeklier
Fungeren als filters van de lymfe, voordat deze het bloed bereikt
3. Waar vindt je de ductus thoracicus?
Langs de wervelkolom
4. Wat is de belangrijkste plek voor uitzaaiingen van borstkanker is?
De lymfeklieren in de oksel
5. Welke soort cellen rijpen in de thymus?
T-lymfocyten
6. Geen een voorbeeld wat het complement (niet specifieke verdediging) doet:
Ze helpen bij de werking van antistoffen en bij de fagocytose door de membranen van indringers te
merken en eventueel te vernietigen
7. 5 tekens van ontsteking:
- Rubor
- Calor
- Dolor
- Tumor
- Functie verlies
8. Voorbeelden van niet-specifieke afweer: uitleg??
- Epitheel = aaneengesloten barrière
- Fagocyten
- Natural killer cellen
- Interferon
- Complement
- Koorts
- Inflammatie of ontsteking
,9. Welk vaccin is verplicht in België?
Polio
10. Vaccinatie bij rode hond is bij meisjes wenselijk – waarom?
Voorkomen van hersendefecten bij de zwangerschap
11. Wat betekent specifieke afweer?
1 soort antilichaam werkt tegen 1 antigeen, sleutel – slot principe
12. Wat is de incubatieperiode?
De tijd tussen besmetting en de eerste symptomen.
13. Hoelang werkt een tetanus vaccinatie?
5 – 10 jaar
14. Wat wordt er aangemaakt door plasmacellen
Antistoffen
15. Verschil primaire en secundaire reactie
Een eerste contact met een antigeen geeft een primaire reactie die pas na ongeveer een week een
aantoonbare reactie in het bloed geeft. Er is vrij snel een daling – door de werking van T-suppressor
cellen – met een blijvende lage concentratie of titer.
Een tweede contact geeft een snellere en sterkere stijging van de titer = secundaire reactie. Deze blijft
langer hoog, er worden B-geheugencellen omgevormd tot plasmacellen die de antilichamen maken.
16. Wat is Immunocompetentie?
= de mate van immuniteit
17. Hoe groot is het longoppervlak ongeveer?
70 – 140 m2
, 18. Waar gaat de bovenste luchtweg over in de onderste luchtweg?
Strottenhoofd – specifieker de stembanden
19. Verschil geleidend en respiratoir gedeelte?
Geleidend = van de ingang in de neus tot aan de laatste vertakking van de bronchiën
Respiratoir = waar de gaswisseling plaatsvindt, luchtblaasjes (alveoli)
20. Verschil linker en rechter hoofdbronchus
Linker = langer, dunner en horizontaler
Rechter = breedst, kortst en verticaler
21. Wat is de carina?
= scherpe kam, waar de linker en rechter hoofdbronchus zich splitsen
22. Hoeveel longkwabben hebben mensen?
2 rechts en 3 links
23. Waar ligt de longtop (apex)?
Reikt boven de 1e rib uit, tot 3 cm boven het sleutelbeen. Let op voor het plaatsen van diepe katheders!
(achter de venae subclavia)
24. Waar ligt de onderrand van de longen?
Verloopt ventraal po het niveau van het 6e ribkraakbeen, lateraal aan de 8e rib en dorsaal aan de 11e
rib.
25. Wat is het tidal volume?
+/- 0,5 liter, de hoeveelheid verplaatste lucht in een rustige ademcyclus
26. Wat is de functionele residuele capaciteit?
De hoeveelheid lucht die in de longen achter blijft na rustige uitademing.
27. Wat is vitale capaciteit?
+/- 5 liter, verschil in volume tussen maximale inademing en maximale uitademing.
