WERELDORIËNTATIE: NATUUR
INLEIDING OP DE TAXONOMIE IN DE NATUUR
> taxonomie: de wetenschap van het indelen.
> volgens Linnaeus: afgeleid van kenmerken en eigenschappen
Basisclassificatie Vb.
RIJK Dierenrijk
STAM Geleedpotigen
KLASSE Insecten
ORDE
FAMILIE
GESLACHT
SOORT
> volgens Whittaker: gedeeld in 5 rijken
DE DIERENWERELD
,Gewervelden Ongewervelden
Gewervelden Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Ongewervelden Eencelligen Zweephaardiertjes
Amoeben
Sporendiertjes
Trilhaardiertjes
Sponzen
Holtedieren Kwallen
Bloemendieren
Wormen Platwormen
Rondwormen
Ringwormen
Geleedpotigen Spinachtigen
Kreeftachtigen
Duizendpootachtigen
Insecten
Weekdieren Schelpdieren
Slakken
Inktvissen
Stekelhuidigen
DE ONGEWERVELDEN
EENCELLIGEN
> bestaat uit 1 cel
> geen stevige structuur
> bvb. malaria (ééncellig diertje dat wordt doorgegeven door de malariamug)
SPONZEN
,> enkel in water (zoet en zout)
> meerdere cellen
> buitenste laag: kiezelnaalden, kalkplaatjes of hoorn
(hoorn bij badspons als versteviging)
STEKELHUIDIGEN
> kalkplaatjes dicht bij elkaar met stekels
> regelmatig en vijfstralig: zeester of zee-egel
> zeester kan zich vasthechten en mossels optrekken om op te eten
HOLTEDIEREN
> lijkt op sponzen
> centrale holte dat 2 cellagen dik is, gevuld met gelei voor de stevigheid
> 1 opening: voedingsstoffen in en afvalstoffen uit -> tentakels rond voor prooi
BLOEMENDIEREN
> grootste groep holtedieren
> bvb. zee-anemonen
> verplaatsen zich voor eten en kruipend
> koralen: - skelet van kalk
- tropisch zeewater, in kolonies (koraalriffen)
- voldoende licht nodig en vaste ondergrond
KWALLEN
> zwemmende holtedieren
> kolonievorming met taakverdeling: - voeding
- voortplanting
- verdediging
> de blauwe oorkwal: ‘onze kwal’ met brandend en stekend gevoel
WORMEN
, PLATWORMEN
> lintachtig lichaam met 2 oogjes: bvb. lintworm
> 1 opening: voedingsstoffen in en afvalstoffen uit
TWEE SOORTEN:
1. Vrijlevende platwormen:
- heel klein
- in de zee, zoet water of bodem
2. Parasiterende platwormen:
- maakt ziek
- bvb. leverbot in de lever van schaap
bvb. lintworm in de darmen
RONDWORMEN
> rond lichaam
> leven in de grond
> parasitaire soorten: leven in dieren en planten
> spoelwormen: parasiet in de mens overgezet door varkensvlees
GELEDE WORMEN OF RINGWORMEN
> lichaam in verschillende leden
> stevige spieren aan de buitenkant
> vaak in de zee: bvb. de zeepier
> zoetwaterringwormen: bvb. de bloedzuiger
(vroeger als medicinale bloedzuiger)
> landbewonende ringworm: bvb. de regenworm
WEEKDIEREN
SCHELPDIEREN
> skelet bestaat uit twee kleppen, gesloten door een spier
> buitenkant met beschermlaag tegen zeewater
> binnenkant met harde, glanzende laag: het parelmoer
(wanneer er een zandkorrel binnendringt, maakt het dier een gladde laag parelmoer aan.
-> parel)
SLAKKEN
INLEIDING OP DE TAXONOMIE IN DE NATUUR
> taxonomie: de wetenschap van het indelen.
> volgens Linnaeus: afgeleid van kenmerken en eigenschappen
Basisclassificatie Vb.
RIJK Dierenrijk
STAM Geleedpotigen
KLASSE Insecten
ORDE
FAMILIE
GESLACHT
SOORT
> volgens Whittaker: gedeeld in 5 rijken
DE DIERENWERELD
,Gewervelden Ongewervelden
Gewervelden Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Ongewervelden Eencelligen Zweephaardiertjes
Amoeben
Sporendiertjes
Trilhaardiertjes
Sponzen
Holtedieren Kwallen
Bloemendieren
Wormen Platwormen
Rondwormen
Ringwormen
Geleedpotigen Spinachtigen
Kreeftachtigen
Duizendpootachtigen
Insecten
Weekdieren Schelpdieren
Slakken
Inktvissen
Stekelhuidigen
DE ONGEWERVELDEN
EENCELLIGEN
> bestaat uit 1 cel
> geen stevige structuur
> bvb. malaria (ééncellig diertje dat wordt doorgegeven door de malariamug)
SPONZEN
,> enkel in water (zoet en zout)
> meerdere cellen
> buitenste laag: kiezelnaalden, kalkplaatjes of hoorn
(hoorn bij badspons als versteviging)
STEKELHUIDIGEN
> kalkplaatjes dicht bij elkaar met stekels
> regelmatig en vijfstralig: zeester of zee-egel
> zeester kan zich vasthechten en mossels optrekken om op te eten
HOLTEDIEREN
> lijkt op sponzen
> centrale holte dat 2 cellagen dik is, gevuld met gelei voor de stevigheid
> 1 opening: voedingsstoffen in en afvalstoffen uit -> tentakels rond voor prooi
BLOEMENDIEREN
> grootste groep holtedieren
> bvb. zee-anemonen
> verplaatsen zich voor eten en kruipend
> koralen: - skelet van kalk
- tropisch zeewater, in kolonies (koraalriffen)
- voldoende licht nodig en vaste ondergrond
KWALLEN
> zwemmende holtedieren
> kolonievorming met taakverdeling: - voeding
- voortplanting
- verdediging
> de blauwe oorkwal: ‘onze kwal’ met brandend en stekend gevoel
WORMEN
, PLATWORMEN
> lintachtig lichaam met 2 oogjes: bvb. lintworm
> 1 opening: voedingsstoffen in en afvalstoffen uit
TWEE SOORTEN:
1. Vrijlevende platwormen:
- heel klein
- in de zee, zoet water of bodem
2. Parasiterende platwormen:
- maakt ziek
- bvb. leverbot in de lever van schaap
bvb. lintworm in de darmen
RONDWORMEN
> rond lichaam
> leven in de grond
> parasitaire soorten: leven in dieren en planten
> spoelwormen: parasiet in de mens overgezet door varkensvlees
GELEDE WORMEN OF RINGWORMEN
> lichaam in verschillende leden
> stevige spieren aan de buitenkant
> vaak in de zee: bvb. de zeepier
> zoetwaterringwormen: bvb. de bloedzuiger
(vroeger als medicinale bloedzuiger)
> landbewonende ringworm: bvb. de regenworm
WEEKDIEREN
SCHELPDIEREN
> skelet bestaat uit twee kleppen, gesloten door een spier
> buitenkant met beschermlaag tegen zeewater
> binnenkant met harde, glanzende laag: het parelmoer
(wanneer er een zandkorrel binnendringt, maakt het dier een gladde laag parelmoer aan.
-> parel)
SLAKKEN