Financieel management 2
H12
Call-optie is het recht tot kopen van een onderliggende waarde.
Put-optie is het recht tot verkopen van een onderliggende waarde.
Kenmerken van een optie:
• Een optie heeft twee waardebepalende elementen: intrinsieke waarde dn
tijdwaarde.
• Intrinsieke waarde is het verschil tussen de marktprijs van het onderliggende
actief (P) en de uitoefenprijs (U).
• Tijdwaarde ontstaat uit het recht van de houder om te wachten tot de
vervaldatum met het uitoefenen van zijn optie.
• Kan een speculatief karakter hebben.
• Optiewaarde is de som van tijd- en intrinsieke waarde.
• Optieprijs ontstaat door vraag & aanbod.
• Op de vervaldatum van de optie heeft de houder slechts twee alternatieven:
• 1. niets doen, of 2. optie uitoefenen
• Optie heeft geen tijdwaarde meer!
• Tijdwaarde is alleen positief vóór de vervaldatum door de mogelijkheid te
wachten met uitoefenen.
• Blijft alleen de intrinsieke waarde over, die afhangt van de prijs van
onderliggende actief
• Dus optiewaarde op afloopdatum is alleen een functie van de prijs van
onderliggende actief.
• Verband weergegeven in eindwaardediagram.
1
, Financieel management 2
Bij het afsluiten van een optieovereenkomst zijn minimaal twee partijen betrokken:
Partijen
De koper die
daarmee de De verkoper van
houder van de de optie
optie is
Voor het verkrijgen In ruil voor de
van dit recht aangegane
betaalt hij een verplichting
prijs, de optieprijs ontvangt hij de
of optiepremie optieprijs
De meest gangbare manieren om opties te verhandelen zijn:
• Toegankelijk voor alle beleggers, handelaren en market
Schermhandel markers.
• Doorgaans niet voor heel grote transacties.
Telefonische • Transacties met minimumgrootte, alleen professionele
professionele market makers en banken.
• Brokers ontvangen commissie per transactie.
handel via brokers
• Meestal via brokers
O (ver) C(ounter)- • Transacties tussen banken en afstemming geschiedt
handel buiten de beurs om.
• Grote transacties
2
, Financieel management 2
De georganiseerde optiehandel kenmerkt zich verder door de volgende drie punten:
1. Standaardisatie van de optiecontracten naar onderliggende waarde en
looptijden.
2. De grootschaligheid van de handel, waardoor transactiekosten dalen.
3. De concentratie van vraag en aanbod op één plaats, zodat de handel sneller
verloopt en een doorzichtig beeld ontstaat van de vraag-aanbodverhouding
op de markt.
Een portefeuille die uitsluitend uit opties is samengesteld heet een optieportefeuille.
De waarde van een portefeuille is op ieder moment gelijk aan de optelsom van de
waarden van de samenstellende delen. Veranderingen in de portefeuillewaarde zijn
gelijk aan de som van de veranderingen in de waarde van elk van de
samenstellende delen (effecten).
De waarde van een call-optie:
C= max(0, P* - U)
C = de waarde van een call-optie
P* =Marktprijs van het onderliggende waarde
U = de uitoefenprijs
Voor de callhouder
is het goedkoper
zijn optie uit te
oefenen voor een
P* U bedrag U dan om
het onderliggende
goed direct op de
markt te kopen
voor P*
Voor de
callhouder is het
goedkoper om
het
P* U onderliggende
goed op de vrije
markt te kopen
en niet te doen
met de optie.
3
H12
Call-optie is het recht tot kopen van een onderliggende waarde.
Put-optie is het recht tot verkopen van een onderliggende waarde.
Kenmerken van een optie:
• Een optie heeft twee waardebepalende elementen: intrinsieke waarde dn
tijdwaarde.
• Intrinsieke waarde is het verschil tussen de marktprijs van het onderliggende
actief (P) en de uitoefenprijs (U).
• Tijdwaarde ontstaat uit het recht van de houder om te wachten tot de
vervaldatum met het uitoefenen van zijn optie.
• Kan een speculatief karakter hebben.
• Optiewaarde is de som van tijd- en intrinsieke waarde.
• Optieprijs ontstaat door vraag & aanbod.
• Op de vervaldatum van de optie heeft de houder slechts twee alternatieven:
• 1. niets doen, of 2. optie uitoefenen
• Optie heeft geen tijdwaarde meer!
• Tijdwaarde is alleen positief vóór de vervaldatum door de mogelijkheid te
wachten met uitoefenen.
• Blijft alleen de intrinsieke waarde over, die afhangt van de prijs van
onderliggende actief
• Dus optiewaarde op afloopdatum is alleen een functie van de prijs van
onderliggende actief.
• Verband weergegeven in eindwaardediagram.
1
, Financieel management 2
Bij het afsluiten van een optieovereenkomst zijn minimaal twee partijen betrokken:
Partijen
De koper die
daarmee de De verkoper van
houder van de de optie
optie is
Voor het verkrijgen In ruil voor de
van dit recht aangegane
betaalt hij een verplichting
prijs, de optieprijs ontvangt hij de
of optiepremie optieprijs
De meest gangbare manieren om opties te verhandelen zijn:
• Toegankelijk voor alle beleggers, handelaren en market
Schermhandel markers.
• Doorgaans niet voor heel grote transacties.
Telefonische • Transacties met minimumgrootte, alleen professionele
professionele market makers en banken.
• Brokers ontvangen commissie per transactie.
handel via brokers
• Meestal via brokers
O (ver) C(ounter)- • Transacties tussen banken en afstemming geschiedt
handel buiten de beurs om.
• Grote transacties
2
, Financieel management 2
De georganiseerde optiehandel kenmerkt zich verder door de volgende drie punten:
1. Standaardisatie van de optiecontracten naar onderliggende waarde en
looptijden.
2. De grootschaligheid van de handel, waardoor transactiekosten dalen.
3. De concentratie van vraag en aanbod op één plaats, zodat de handel sneller
verloopt en een doorzichtig beeld ontstaat van de vraag-aanbodverhouding
op de markt.
Een portefeuille die uitsluitend uit opties is samengesteld heet een optieportefeuille.
De waarde van een portefeuille is op ieder moment gelijk aan de optelsom van de
waarden van de samenstellende delen. Veranderingen in de portefeuillewaarde zijn
gelijk aan de som van de veranderingen in de waarde van elk van de
samenstellende delen (effecten).
De waarde van een call-optie:
C= max(0, P* - U)
C = de waarde van een call-optie
P* =Marktprijs van het onderliggende waarde
U = de uitoefenprijs
Voor de callhouder
is het goedkoper
zijn optie uit te
oefenen voor een
P* U bedrag U dan om
het onderliggende
goed direct op de
markt te kopen
voor P*
Voor de
callhouder is het
goedkoper om
het
P* U onderliggende
goed op de vrije
markt te kopen
en niet te doen
met de optie.
3