Leesverslagen
“Political Legitimacy” – Fabienne Peter
(327 woorden)
Peter schrijft in haar artikel over het concept politieke legitimiteit.
Volgens Peter is politieke legitimiteit “een waarde van politieke instituties en van de
beslissingen (…) die daarbinnen gemaakt worden.” Politieke legitimatie zou geassocieerd
kunnen worden met rechtvaardiging van een dwingende macht en het creëren van autoriteit,
of met de rechtvaardiging van reeds bestaande autoriteit. De functie van legitimiteit is het
onderscheiden van effectieve of de facto autoriteit en legitieme autoriteit.
Weber schreef over de zogenaamde Legitimitätsglaube, wat inhoudt dat het volk een
bepaalde opvatting heeft over de autoriteit van het politieke regime in kwestie, waardoor het
regime gelegitimeerd is. Daarnaast bedacht Weber een driedeling waaraan voldaan moest
worden om de acceptatie en bereidwilligheid te gehoorzamen van het volk te verkrijgen; deze
drie criteria zijn traditie, charisma en vertrouwen in de legaliteit en rationaliteit van de wetten.
Rawls en Ripstein daarentegen vinden dat legitimiteit over de rechtvaardiging van de
dwingende macht gaat. Volgens Rawls is rechtvaardigheid namelijk belangrijker dan
legitimiteit, waardoor een staat legitiem maar onrechtvaardig kan zijn, maar nooit andersom.
Locke stelt dat autoriteit onlosmakelijk verbonden is aan de natuurlijke wetten.
Volgens hem zit er autoriteit verscholen in ieder individu, en wordt die autoriteit via het
sociaal contract overgedragen aan een politiek systeem, waarna de autoriteit van het systeem
legitiem wordt.
Hobbes vindt anders dan Locke dat politieke autoriteit gecreëerd wordt door het
sociaal contract. Hij ziet dan ook geen verschil tussen vormen van autoriteit (effectief of
legitiem) of verschil tussen legitieme autoriteit en het uitoefenen van dwingende macht. De
ideeën van Kant sluiten enigszins aan bij Hobbes; Kant ziet het sociaal contract enkel als
gedachte-experiment en niet als daadwerkelijke gebeurtenis.
Verder vormt (in)stemming een belangrijk onderdeel van legitimiteit. Raz heeft hier
drie verschillende stellingen over geformuleerd. Peter schrijft in haar artikel ook nog over
“public reason” (iedere individu kan een beslissing steunen, begrijpen en het ermee eens zijn)
en verschillende interpretaties hiervan. Tot slot noemt Peter democratisch instrumentalisme en
hoe dit relevant is tot politieke legitimiteit.
“The Social Contract” – Johann Sommerville
(308 woorden)