PRAKTIJK
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio
,PRAKTIJKEXAMEN
Handdoek meenemen!
,ALGEMEEN
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio –
praktijk
1
,2
,BONE STRESS INJURIES
Epidemiologie
- 33-66% met voorgeschiedenis van BSI bij competitie crosscountry (CC) en langeafstandslopers
- Incidentie: 4,9-21,1% bij CC-, baan- en veldatleten
- Recidiefpercentage!
o 50% bij baan- en veldatleten
o 10,3-12,6% van de CC-, baan- en veldatleten houdt een volgend BSI gedurende 1-2 jaar
- Optreden is afhankelijk van loopbiomechanica
o Langeafstandslopers met achtervoetlanding → lange botten (tibia, fibula, femur) (50%
van BSI in tibiale diafyse)
o Sprinters met voorvoetlanding → botten van de voeten
Botopbouw
- Organisch
o Collageen (type I) → zorgen voor elasticiteit
o Proteoglycanen
o Glycoproteïnen
- Anorganisch
o Minerale zouten (calciumhydroxyapatiet)
Trabeculaire systemen = spanningslijnen in het bot
o Zorgt dat bot drukspanning en rekspanning kan verdragen
o Terug te vinden in elk bot van het lichaam
Botadaptatie
- Groot potentieel om zich aan te passen aan mechanische belastingen en kracht te verbeteren!
Bv. honkbalspelers hebben bijna dubbel zoveel kracht van de humerus diafyse in hun werparm in
vergelijking met hun contralaterale niet-werparm
- Hoge botbelastingen vertegenwoordigen een hoge osteogene stimulus
- Vroege sportspecialisatie: vanaf de geboorte tot de puberteit
o Sporten met een laag osteogeen potentieel (zwemmen, fietsen, afstandlopen) → hoog
BSI-risico
o Sporten met een hoog osteogeen potentieel → laag BSI-risico
Window of opportunity: geboorte tot puberteit
- Chronologische leeftijd
- PHV = peak height velocity
- In functie van chronologische leeftijd ontwikkelt lichaam bepaalde vaardigheden
- Bv. wielrenner die in zijn jonge jaren veel op de baan rijdt, zal op 20 jarige leeftijd geen
professionele voetballer meer kunnen worden
3
, Piekbelasting die sporters ervaren
Gymnast heeft hoge load stimulus → getriggerd om botweefsel aan te maken en af te breken
Oranje zone: sporters ontwikkelen een veel sterker skelet → makkelijker om op latere leeftijd aan te
passen aan veranderende trainingsvolumes
1. Normaal pathologisch bot
NORMAAL BOT
- Gerichte remodellering = locatie-specifiek
Osteocyt apoptose
Osteoclasten (bot afbreken) + osteoblasten (bot aanmaken)
o Bv. licht geoefende loper en dan plots 15 km gaan lopen → 15 km lang impact op het
skelet → microtraumata in het skelet → t.h.v. scheurtjes treedt apoptose op van
osteocyten → trigger voor osteoclasten om weefsel af te breken dat dood is zodat later
gezond botweefsel zich terug kan vormen
- Niet-gerichte remodellering = stochastisch
Hormonen triggeren osteoclasten en osteoblasten waarbij Ca2+ afgifte
Doel: behoud van skeletmechanische competentie en aanpassing aan veranderende eisen
mogelijk maken
PATHOLOGISCH BOT
- Modelleren = geïsoleerde botresorptie/formatie op een oppervlak
o Priostaal callus (RX) → tijdens 6 weken treedt callusvorming op = verbinding die zorgt ervoor dat lichte
belasting mogelijk is
Bv. lopen en stressfractuur in botweefsel → lichaam zal ervoor zorgen om daar zo snel mogelijk iets te
herstellen zodat integriteit van bot herstelt wordt en belastbaarheid van weefsel terug in orde komt
Doel: structurele integriteit van het skelet herstellen
o Snel herstel om te voorkomen dat er iets erger zou optreden
4
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio
,PRAKTIJKEXAMEN
Handdoek meenemen!
,ALGEMEEN
Onderste extremiteit en lumbopelvische regio –
praktijk
1
,2
,BONE STRESS INJURIES
Epidemiologie
- 33-66% met voorgeschiedenis van BSI bij competitie crosscountry (CC) en langeafstandslopers
- Incidentie: 4,9-21,1% bij CC-, baan- en veldatleten
- Recidiefpercentage!
o 50% bij baan- en veldatleten
o 10,3-12,6% van de CC-, baan- en veldatleten houdt een volgend BSI gedurende 1-2 jaar
- Optreden is afhankelijk van loopbiomechanica
o Langeafstandslopers met achtervoetlanding → lange botten (tibia, fibula, femur) (50%
van BSI in tibiale diafyse)
o Sprinters met voorvoetlanding → botten van de voeten
Botopbouw
- Organisch
o Collageen (type I) → zorgen voor elasticiteit
o Proteoglycanen
o Glycoproteïnen
- Anorganisch
o Minerale zouten (calciumhydroxyapatiet)
Trabeculaire systemen = spanningslijnen in het bot
o Zorgt dat bot drukspanning en rekspanning kan verdragen
o Terug te vinden in elk bot van het lichaam
Botadaptatie
- Groot potentieel om zich aan te passen aan mechanische belastingen en kracht te verbeteren!
Bv. honkbalspelers hebben bijna dubbel zoveel kracht van de humerus diafyse in hun werparm in
vergelijking met hun contralaterale niet-werparm
- Hoge botbelastingen vertegenwoordigen een hoge osteogene stimulus
- Vroege sportspecialisatie: vanaf de geboorte tot de puberteit
o Sporten met een laag osteogeen potentieel (zwemmen, fietsen, afstandlopen) → hoog
BSI-risico
o Sporten met een hoog osteogeen potentieel → laag BSI-risico
Window of opportunity: geboorte tot puberteit
- Chronologische leeftijd
- PHV = peak height velocity
- In functie van chronologische leeftijd ontwikkelt lichaam bepaalde vaardigheden
- Bv. wielrenner die in zijn jonge jaren veel op de baan rijdt, zal op 20 jarige leeftijd geen
professionele voetballer meer kunnen worden
3
, Piekbelasting die sporters ervaren
Gymnast heeft hoge load stimulus → getriggerd om botweefsel aan te maken en af te breken
Oranje zone: sporters ontwikkelen een veel sterker skelet → makkelijker om op latere leeftijd aan te
passen aan veranderende trainingsvolumes
1. Normaal pathologisch bot
NORMAAL BOT
- Gerichte remodellering = locatie-specifiek
Osteocyt apoptose
Osteoclasten (bot afbreken) + osteoblasten (bot aanmaken)
o Bv. licht geoefende loper en dan plots 15 km gaan lopen → 15 km lang impact op het
skelet → microtraumata in het skelet → t.h.v. scheurtjes treedt apoptose op van
osteocyten → trigger voor osteoclasten om weefsel af te breken dat dood is zodat later
gezond botweefsel zich terug kan vormen
- Niet-gerichte remodellering = stochastisch
Hormonen triggeren osteoclasten en osteoblasten waarbij Ca2+ afgifte
Doel: behoud van skeletmechanische competentie en aanpassing aan veranderende eisen
mogelijk maken
PATHOLOGISCH BOT
- Modelleren = geïsoleerde botresorptie/formatie op een oppervlak
o Priostaal callus (RX) → tijdens 6 weken treedt callusvorming op = verbinding die zorgt ervoor dat lichte
belasting mogelijk is
Bv. lopen en stressfractuur in botweefsel → lichaam zal ervoor zorgen om daar zo snel mogelijk iets te
herstellen zodat integriteit van bot herstelt wordt en belastbaarheid van weefsel terug in orde komt
Doel: structurele integriteit van het skelet herstellen
o Snel herstel om te voorkomen dat er iets erger zou optreden
4
