Communicatiewetenschap
Inleiding
➢ Communicatiewetenschap is realiteit + begrijpen
➢ Belang van theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek -> modellen
gebruiken om realiteit te testen
➢ Kwantitatief:
- Inhoudsanalyse
● Methode waarbij bestaande teksten, beelden, video’s of andere communicatie
systematisch worden gecodeerd (=zender zet boodschap om in vorm die de ontvanger
kan begrijpen) en geteld.
- Survey
● Vragenlijstonderzoek waarbij veel respondenten dezelfde (gesloten) vragen krijgen.
- Experiment
● Onderzoeksopzet waarbij de onderzoeker een variabele manipuleert om het effect op
een andere variabele te meten. Vaak met een experimentele en een controlegroep.
- Meta-analyse
● Statistische methode waarbij resultaten van meerdere eerdere onderzoeken over
hetzelfde onderwerp worden samengevoegd -> studies samenvatten
➢ Kwalitatief: inhoudsanalyses, diepte-interviews (persoonlijke verhalen -> richt zich op
betekenissen, ervaringen en achterliggende redenen), focusgroups (bv: vape gedrag bij
jongeren onderzoeken en groepsdynamiek -> gesprek met een kleine groep over een
thema -> levert extra inzichten op) -> gaat over het hoe en het waarom
- Kwantitatief = meten, tellen, verbanden zoeken, vaak breed en representatief.
- Kwalitatief = begrijpen, verdiepen, betekenis achterhalen, vaak kleinschaliger.
1
,Hoofdstuk 1: ontstaan communicatiewetenschap
➢ Relatief jonge wetenschap (na WOII -> wat kan propaganda doen met mensen?)
➢ Ontstaan in europa rond 1950
↳ eindelijk een afhankelijke wetenschap, geen onderdeel meer van andere
wetenschappen
Communicatie nuttig voor allerlei wetenschappen en anderen:
Sociologie:
- Media als belangrijke socialisatie bron
- Media gaat normen en waarden en machtsstructuren reproduceren en aanhouden.
⇒ ook uitdagen (vb. schoonheidsidealen: standaard wordt uitgedaagd door de body
positivity)
Politiek:
- Media gebruiken als 4e macht
- Publieke opinie beïnvloeden dmv media
↳ als iets veel in het nieuws is: jouw aandacht vergroot ⇒ belangrijker vinden
- Politici onderhouden de achterban en kunnen nieuwe stemmers binnenhalen
- Jongeren: beïnvloedbaar ⇒ dmv influencer media ⇒ oriënteren meer door milieu en
gender politiek
Soc. profit organisaties:
- Marketing op media is van belang als je iets wilt verkopen
(vb. Rode kruis dat een campagne voert op sociale media, om haar doel te bereiken)
Mediaprofessionals:
- Journalisten: cruciale rol in democratie ⇒ informeren burgers zodat die keuzes maken
op basis hiervan en kiezen waar ze zich kunnen aansluiten. DIT IS BELANGRIJK voor
civiele participatie (= actief meedoen van burgers aan de samenleving)
- Communicatieverantwoordelijken ⇒ cruciaal bij vb apology videos
2
,Heath & Bryant
4 invalshoeken die de basis van het communicatie theoretisch denken vormen
1. Retoriek
= aristoteles onderzocht welke tactieken sprekers konden gebruiken om de gedachten
en het gedrag van het publiek te beïnvloeden.
vb. Wat je draagt
Retoriek van Aristoteles: 3 intrinsieke middelen om publiek te beïnvloeden
● Ethos: persoonlijkheid en waarde vd spreker (charisma, waarden, aantrekkelijkheid,
geslacht)
● Pathos: inspelen op de emoties van het publiek (inspelen op angst = makkelijker om
iemand te overtuigen)
● Logos: logica van de argumentatie (goed opgebouwd, goed te volgen)
2. propaganda en media-effecten
= veel aandacht voor de periode van WOI en WOII
3. Informatietheorie
= centrale vraag: Hoe kan informatie elektronisch verstuurd worden?
4. Groepsdynamica
- Lewin: leiderschap en de invloed die mensen op elkaar uitoefenen in kleine groepen
- Mead: (socioloog, jaren 30) stelt dat mensen elkaar leren kennen door communicatie
3
, Hoofdstuk 2: basisconcepten en modellen
CommunicatieWETENSCHAP
- Realiteit begrijpen en verklaren
- Theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek van belang
Social learning theory*
= wij als mensen leren via observatie van andere mensen hun gedrag
! Gebeurd niet klakkeloos → gedrag moet beloond/ aanvaard worden
- Boek THE ANXIOUS GENERATION: epidemic of mental illnesses toe te wijzen aan
sociale media
- Gebruikte generationele data: laatste tijd meer ziekte en sociale media -> causale link?
- MAAR je kan op social media ook blijheid vinden; een gemeenschap vinden
Wat is communicatie?
→ Volgens woordenboek:
Communicatie = overdracht van informatie
- Klemtoon op zender
- Eenrichtingsverkeer: geen aandacht voor de ontvanger
vb. De trein heeft 10 min vertraging ⇒ niks over de ontvanger
Uitwisseling van informatie
- Klemtoon op gemeenschappelijk maken van ideeën
- Beide partners zijn gelijkwaardig
- Geen start of eindpunt
⇒ dynamisch proces
Verbinding of verkeer
- Communicatie als transport
vb. stoomboot voorziet communicatie tussen twee plaatsen
Fauconnier
= 1981, een van de grondleggers van de communicatiewetenschap in vlaanderen
“geen enkele definitie van communicatie is werkelijk de definitie”
→ goede definitie
A. Bruikbaar binnen een bepaalde visie
B. logisch en niet tegensprekend is
C. toelaat tot het gedefinieerde
4
Inleiding
➢ Communicatiewetenschap is realiteit + begrijpen
➢ Belang van theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek -> modellen
gebruiken om realiteit te testen
➢ Kwantitatief:
- Inhoudsanalyse
● Methode waarbij bestaande teksten, beelden, video’s of andere communicatie
systematisch worden gecodeerd (=zender zet boodschap om in vorm die de ontvanger
kan begrijpen) en geteld.
- Survey
● Vragenlijstonderzoek waarbij veel respondenten dezelfde (gesloten) vragen krijgen.
- Experiment
● Onderzoeksopzet waarbij de onderzoeker een variabele manipuleert om het effect op
een andere variabele te meten. Vaak met een experimentele en een controlegroep.
- Meta-analyse
● Statistische methode waarbij resultaten van meerdere eerdere onderzoeken over
hetzelfde onderwerp worden samengevoegd -> studies samenvatten
➢ Kwalitatief: inhoudsanalyses, diepte-interviews (persoonlijke verhalen -> richt zich op
betekenissen, ervaringen en achterliggende redenen), focusgroups (bv: vape gedrag bij
jongeren onderzoeken en groepsdynamiek -> gesprek met een kleine groep over een
thema -> levert extra inzichten op) -> gaat over het hoe en het waarom
- Kwantitatief = meten, tellen, verbanden zoeken, vaak breed en representatief.
- Kwalitatief = begrijpen, verdiepen, betekenis achterhalen, vaak kleinschaliger.
1
,Hoofdstuk 1: ontstaan communicatiewetenschap
➢ Relatief jonge wetenschap (na WOII -> wat kan propaganda doen met mensen?)
➢ Ontstaan in europa rond 1950
↳ eindelijk een afhankelijke wetenschap, geen onderdeel meer van andere
wetenschappen
Communicatie nuttig voor allerlei wetenschappen en anderen:
Sociologie:
- Media als belangrijke socialisatie bron
- Media gaat normen en waarden en machtsstructuren reproduceren en aanhouden.
⇒ ook uitdagen (vb. schoonheidsidealen: standaard wordt uitgedaagd door de body
positivity)
Politiek:
- Media gebruiken als 4e macht
- Publieke opinie beïnvloeden dmv media
↳ als iets veel in het nieuws is: jouw aandacht vergroot ⇒ belangrijker vinden
- Politici onderhouden de achterban en kunnen nieuwe stemmers binnenhalen
- Jongeren: beïnvloedbaar ⇒ dmv influencer media ⇒ oriënteren meer door milieu en
gender politiek
Soc. profit organisaties:
- Marketing op media is van belang als je iets wilt verkopen
(vb. Rode kruis dat een campagne voert op sociale media, om haar doel te bereiken)
Mediaprofessionals:
- Journalisten: cruciale rol in democratie ⇒ informeren burgers zodat die keuzes maken
op basis hiervan en kiezen waar ze zich kunnen aansluiten. DIT IS BELANGRIJK voor
civiele participatie (= actief meedoen van burgers aan de samenleving)
- Communicatieverantwoordelijken ⇒ cruciaal bij vb apology videos
2
,Heath & Bryant
4 invalshoeken die de basis van het communicatie theoretisch denken vormen
1. Retoriek
= aristoteles onderzocht welke tactieken sprekers konden gebruiken om de gedachten
en het gedrag van het publiek te beïnvloeden.
vb. Wat je draagt
Retoriek van Aristoteles: 3 intrinsieke middelen om publiek te beïnvloeden
● Ethos: persoonlijkheid en waarde vd spreker (charisma, waarden, aantrekkelijkheid,
geslacht)
● Pathos: inspelen op de emoties van het publiek (inspelen op angst = makkelijker om
iemand te overtuigen)
● Logos: logica van de argumentatie (goed opgebouwd, goed te volgen)
2. propaganda en media-effecten
= veel aandacht voor de periode van WOI en WOII
3. Informatietheorie
= centrale vraag: Hoe kan informatie elektronisch verstuurd worden?
4. Groepsdynamica
- Lewin: leiderschap en de invloed die mensen op elkaar uitoefenen in kleine groepen
- Mead: (socioloog, jaren 30) stelt dat mensen elkaar leren kennen door communicatie
3
, Hoofdstuk 2: basisconcepten en modellen
CommunicatieWETENSCHAP
- Realiteit begrijpen en verklaren
- Theorieën, concepten/modellen, empirisch onderzoek van belang
Social learning theory*
= wij als mensen leren via observatie van andere mensen hun gedrag
! Gebeurd niet klakkeloos → gedrag moet beloond/ aanvaard worden
- Boek THE ANXIOUS GENERATION: epidemic of mental illnesses toe te wijzen aan
sociale media
- Gebruikte generationele data: laatste tijd meer ziekte en sociale media -> causale link?
- MAAR je kan op social media ook blijheid vinden; een gemeenschap vinden
Wat is communicatie?
→ Volgens woordenboek:
Communicatie = overdracht van informatie
- Klemtoon op zender
- Eenrichtingsverkeer: geen aandacht voor de ontvanger
vb. De trein heeft 10 min vertraging ⇒ niks over de ontvanger
Uitwisseling van informatie
- Klemtoon op gemeenschappelijk maken van ideeën
- Beide partners zijn gelijkwaardig
- Geen start of eindpunt
⇒ dynamisch proces
Verbinding of verkeer
- Communicatie als transport
vb. stoomboot voorziet communicatie tussen twee plaatsen
Fauconnier
= 1981, een van de grondleggers van de communicatiewetenschap in vlaanderen
“geen enkele definitie van communicatie is werkelijk de definitie”
→ goede definitie
A. Bruikbaar binnen een bepaalde visie
B. logisch en niet tegensprekend is
C. toelaat tot het gedefinieerde
4