H7 – Pediatrisch kinesitherapeutisch onderzoek vd motorische ontwikkeling
Inleiding
- Onderscheid tussen
- Typisch ontwikkeld
- Traag ontwikkeld
- Variant ontwikkeld in motoriek
- Pathologische ontwikkeling
- bij opmaak motorisch bilan: rekening houden met snelle motorische ontw
Anamnese
- eerste stap, gebeurt meestal bij ouders
- enkele aandachtspunten:
- zwangerschap: zwangerschapsduur, complicaties,
meerlingenzwangerschap,..
- geboorte: duur, APGAR score,..
- APGAR: na 1, 5 en 10 min (ademhaling, kleur, tonus , reactie prikkels,
hartslag) -> score van 1 tot 10
- score onder 4/10 = ondersteunende hulp nodig tot stabilisatie
- normale score >= 7/10
- neonatale periode: couveuze, (borst)voeding, zuurstoftoediening,
beademing,..
- plagiocefalie platte schedel, voorkeurshouding, reflux, infecties
- motorische ontw: slaaphouding, omrollen, zitten,..
- omgeving: broers/zussen, kinderopvang,..
- Hulpvraag ouders
- …
- noteerden ouders de mijlpalen in boekje K&G? indien niet: vragen of kind snel of
traag was (exacte tijd weten ze vaak niet meer)
Inspectie
Observatie vanuit verticaal vs horizontaal oogpunt
-> belangrijkste deel inspectie = observatie v spontaan en uitgelokt motorisch gedrag
-> identificeren wat kind kan, hoe het kind uitvoert en wat kind niet kan en waarom
-> observatie vanuit 2 standpunten:
, - Verticaal:
- kijken naar verwerven van en/of de kwaliteit van een specifieke houding/
beweging
- doel: kijken wat kind kon, kan, hoe het evolueert en wat nodig voor volgende
stap
- Horizontaal:
- observeren vaardigheden kind op een bepaald ogenblik in de tijd
- aandacht op posturen en bewegingen (ontwikkeling postuur is voorwaarde
op beweging)
- kijken naar basisvoorwaarden betreffende houding en gevolg ervan op
volgende stappen
- observatie volgende basisvoorwaarden:
- hoofdbalans: oprichting + controle
- middelijnorientatie
- proximale stabiliteit
- gewichtstransfers
- rotatiemogelijkheden
- dissociatie
- voorwaarden kind om in bepaalde houding te bewegen:
1. houding leren aannemen (trial and error)
2. handhaven houding dmv gewichtstransfers + steun leren nemen met lichaam
op grond
3. gedissocieerd bewegen lichaamsdelen
4. gecoordineerde bewegingen
→ gerichte beweging mogelijk (reiken, grijpen)
- binnen bovenstaande 4 om houding te beheersen: hoofdbalans, middellijnorientatie,
prox stabiliteit en rotatiemogelijkheden belangrijke rol ifv variatie beweging en
posturale controle
KIJK SCREENCAST H7 (in mapje H6)
Inleiding
- Onderscheid tussen
- Typisch ontwikkeld
- Traag ontwikkeld
- Variant ontwikkeld in motoriek
- Pathologische ontwikkeling
- bij opmaak motorisch bilan: rekening houden met snelle motorische ontw
Anamnese
- eerste stap, gebeurt meestal bij ouders
- enkele aandachtspunten:
- zwangerschap: zwangerschapsduur, complicaties,
meerlingenzwangerschap,..
- geboorte: duur, APGAR score,..
- APGAR: na 1, 5 en 10 min (ademhaling, kleur, tonus , reactie prikkels,
hartslag) -> score van 1 tot 10
- score onder 4/10 = ondersteunende hulp nodig tot stabilisatie
- normale score >= 7/10
- neonatale periode: couveuze, (borst)voeding, zuurstoftoediening,
beademing,..
- plagiocefalie platte schedel, voorkeurshouding, reflux, infecties
- motorische ontw: slaaphouding, omrollen, zitten,..
- omgeving: broers/zussen, kinderopvang,..
- Hulpvraag ouders
- …
- noteerden ouders de mijlpalen in boekje K&G? indien niet: vragen of kind snel of
traag was (exacte tijd weten ze vaak niet meer)
Inspectie
Observatie vanuit verticaal vs horizontaal oogpunt
-> belangrijkste deel inspectie = observatie v spontaan en uitgelokt motorisch gedrag
-> identificeren wat kind kan, hoe het kind uitvoert en wat kind niet kan en waarom
-> observatie vanuit 2 standpunten:
, - Verticaal:
- kijken naar verwerven van en/of de kwaliteit van een specifieke houding/
beweging
- doel: kijken wat kind kon, kan, hoe het evolueert en wat nodig voor volgende
stap
- Horizontaal:
- observeren vaardigheden kind op een bepaald ogenblik in de tijd
- aandacht op posturen en bewegingen (ontwikkeling postuur is voorwaarde
op beweging)
- kijken naar basisvoorwaarden betreffende houding en gevolg ervan op
volgende stappen
- observatie volgende basisvoorwaarden:
- hoofdbalans: oprichting + controle
- middelijnorientatie
- proximale stabiliteit
- gewichtstransfers
- rotatiemogelijkheden
- dissociatie
- voorwaarden kind om in bepaalde houding te bewegen:
1. houding leren aannemen (trial and error)
2. handhaven houding dmv gewichtstransfers + steun leren nemen met lichaam
op grond
3. gedissocieerd bewegen lichaamsdelen
4. gecoordineerde bewegingen
→ gerichte beweging mogelijk (reiken, grijpen)
- binnen bovenstaande 4 om houding te beheersen: hoofdbalans, middellijnorientatie,
prox stabiliteit en rotatiemogelijkheden belangrijke rol ifv variatie beweging en
posturale controle
KIJK SCREENCAST H7 (in mapje H6)