Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over criminaliteit
1. Klassieke theorie
Historische context (18e – 19e E, Europa)
Grote ontwikkelingen voor overgang naar moderne sml.
Van feodaliteit naar moderniteit
Feodaliteit = piramidevormig klassensysteem (macht = persoonlijk +
willekeurig)
Moderniteit = opdelen van de machten (scheiding der machten)
Eerlijker machts- en strafrechtsysteem
Van brutale lichamelijke bestraffing naar institutionele sancties
Brutale lichamelijke bestraffing = niet-rationeel
In vraag gesteld door
verlichtingdenkers
Institutionele sancties = rationeel (gebaseerd op regels)
Straf moet niet wraak zijn, maar instrument om criminaliteit te
voorkomen
Opkomst van fundamentele rechten van de mens
Idee groeit sterk in deze periode (onder invloed van verlichting)
Cesare Beccaria (1738 – 1794) ~ Dei delitti e delle pene (= over misdaden
en straffen)
Kritiek op het strafrecht van
ancien régime
= één van de belangrijkste vertegenwoordigers van klassieke
criminologische theorie
Doelstelling van straffen is preventie (= preventieprincipe)
Zowel dader (speciale preventie) als sml. (generale preventie)
afschrikken
Een straf is rechtvaardig als zij meer maatschappelijk nut opleveren
dan schade
(Te strenge straffen = contraproductief)
“Let the punishment fit the crime” (= proportionaliteitsbeginsel)
Straffen moet in verhouding staan met de ernst van het misdrijf
Zekerheid en voorspelbaarheid van straffen zijn effectiever
Visie van utilitarisme met homo rationalis
Utilitarisme = mensen streven naar genot en vermijden pijn
Gedrag wordt bepaald door afweging van voor- en
nadelen
Homo rationalis = mensen maken bewuste keuzes
Plegen criminaliteit wanneer verwachte
voordelen groter zijn
DAAROM moeten de kosten van criminaliteit altijd groter zijn dan de
winsten
Kenmerken van straffen
Een straf werkt pas effectief als er aan enkele voorwaarden wordt voldaan:
Openbaar versterkt generale preventie
, Snel het verband tussen straf en misdrijf mag niet vergeten worden
Samenhan
Noodzakelijk (om andere misdrijven te vermijden)
g noodzakelijkheidsvoorwaarde
De ‘juiste’ straf gepaste straf volgens het type misdrijf
Proportioneel straf moet in verhouding staat tot ernst van misdrijf
Nulla poene sine lege (= geen straf zonder wet) bescherming
arbitraire straffen
Als we naar de geschiedenis kijken,
zien we dat wetten - die eigenlijk
afspraken tussen vrije mensen
zouden moeten zijn -meestal
gewoon een hulpmiddel zijn
geweest om de belangen en
emoties van enkelen te dienen, of
zijn ontstaan uit toevallige en
tijdelijke omstandigheden.
Straffen die verder gaan dan nodig
is om de veiligheid van de samenleving te beschermen, zijn op zichzelf
onrechtvaardig. Hoe beter de overheid de veiligheid van haar burgers
waarborgt en hoe meer vrijheid zij hun laat, hoe rechtvaardiger de straffen
worden.
Het lijkt absurd dat de wetten, die een uitdrukking zijn van de publieke wil,
die moord verafschuwen en bestraffen, zelf moord plegen, en dat ze, om
burgers van moord te weerhouden, een openbare moord bevelen.
Het is in het algemeen belang dat misdrijven niet alleen worden
voorkomen, maar ook dat ze minder vaak voorkomen naarmate ze meer
schade toebrengen aan de samenleving. Daarom moeten de straffen die
mensen afschrikken sterker zijn voor misdrijven die meer tegen het
algemeen belang ingaan en waarvoor de verleiding om ze te plegen groter
is.
,Conclusie
Uit wat tot nu toe is aangetoond, kunnen we een algemene en zeer nuttige
regel afleiden, ook al strookt die niet altijd met de bestaande gewoonten
waarop wetgeving vaak is gebaseerd. Die regel luidt: om te voorkomen dat
straf telkens neerkomt op geweld van één of meerdere personen tegen
een burger, moet straf openbaar zijn, snel volgen, noodzakelijk zijn, zo
licht mogelijk blijven in de gegeven omstandigheden, in verhouding staan
tot het misdrijf en voortkomen uit de wet.
Jeremy Bentham (1748 – 1832)
Uitgangspunt: geluk
Criminaliteit is een inbreuk op het “greatest happiness principle” (=
hedonisme)
= grootste geluk voor
het grootste aantal mensen
Criminaliteit veroorzaakt pijn en schade waardoor het
algemeen welzijn daalt
DAAROM is een straf gerechtvaardigd
Achterliggende visie van de “hedonistische calculus”
“Hedonistische calculus” = een rationele afweging
tussen pijn en genot
Iemand pleegt een misdrijf wanneer het verwachte
genot groter is dan de verwachte straf
Invloed op penologische en juridische praktijk
Juridisch: strafmaatbepaling, belang van zekerheid en efficiëntie van
straffen
Penologisch: het denken over gevangenisorganisatie, nadruk op
controle
De overheid gebruikte zijn ideeën in hun systeem, bv. in de grondwet
Panopticon-gevangenis ~ Bentham
Pan = geheel
Opticon = zien
De bewakers konden de hele
gevangenis vanuit één punt in de
gaten houden/bewaken
Preventief WANT continu gevoel
van toezicht
Bv. Leuven in gevangenis
Evaluatie van de klassieke school
Sterktes
Lot in eigen handen nemen Geen o
Mensen zijn verantwoordelijk crimina
voor hun daden Crim
Rationele visie op mens en individu
sml. Weinig
, Gedrag is het resultaat van types van criminaliteit
bewuste afwegingen Bv. jeugdcriminaliteit
Sml. stelt proportionele Is plegen van misdaad echt een
straffen wettelijk vast ‘vrije’ keuze?
2. Overgang naar sociologische theorieën
Essentiële invalshoek
Sociologische theorieën verschuiven focus van individuele afwijking naar
maatschappelijke invloeden
Criminaliteit is niet alleen een persoonlijk probleem MAAR ook een
sociaal fenomeen
Aandacht voor relatie criminaliteit en sociale omgeving
Bv. jongeren in een buurt met veel werkloosheid, armoede of beperkte
sociale controle hebben een grotere kans op crimineel gedrag
Sociale milieu kan gedrag stimuleren of afremmen
(Slachtoffers hebben ook een sociale omgeving)
Het proces van gedragingen criminaliseren = sociale (institutionele)
context
Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen
Crimineel gedrag = “normaal” het komt overal op een manier voor
Afhankelijk van sociale context, NIET van persoon zelf
(Iedereen kan criminaliteit plegen)
DAAROM moet iedereen gelijk behandeld worden
Probleem van de individuele verantwoordelijkheid
Als je criminaliteit vooral door sociale factoren verklaart, in hoeverre is
iemand dan nog persoonlijk verantwoordelijk?
3. Grondleggers van de sociologische benadering
3.1 Ecologische theorie
Ecologie (≠ milieu) = de sociale omgeving waarin mensen leven en manier
waarop deze invloed heeft op de gedachte en hun gedragingen
Historische context (19e E na onrustige periode van Franse Revolutie)
Enorme snelle ontwikkeling van de wetenschappen (o.a. in sociale
wetenschappen)
Meer focus op hoe misdaad verspreid is over regio’s, buurten en sociale
groepen
Andé-Michel Guerry (1802 - 1866)
= Één van de eerste die statistische analyses van misdaad toepaste
(Ontwikkelde geen eigen theorie, MAAR vormde wel de basis van
ecologische/cartografische school)
Onderzocht officiële misdaadstatistieken in Frankrijk rond 1833
met onderscheid tussen misdrijven tegen personen en misdrijven
tegen eigendom