Pathologie en farmacologie – cardiologie
Inleiding
= beknopte herhaling aangeboden van de anatomie en fysiologie
Herhaling anatomie
Het hart
= holle spier die bestaat uit 2 kamers en 2 voorkamers die van elkaar gescheiden zijn door 2 hartsepta
en 2 hartkleppen
Voorkamers = atrium
- Lage druk
- Stellen volumecapaciteit ter beschikking van ventrikels
Kamers = ventrikel
- Hoge druk
- Gegenereerd tijdens de systole om systemische perfusie mogelijk te maken
Aorta
= ontspringt uit linkerventrikel met de basis van aortaklep
= hoofdslagader
= voorziet hele lichaam van zuurstofrijk bloed
Vena cava
2 delen: inferior en superior => veneuze retour van onderste en bovenste lichaamshelft
Hartkleppen
Aortaklep: basis van aorta => verhindert dat na systole een reflux van bloed dat net is uitgepompt
terug naar linkerventrikel gaat
Ontspringen coronairen
Openen van klep bij systole worden coronairen bij linkerventrikel afgesloten. Coronairen bij
rechterventrikel: beïnvloed zowel bij systole als diastole door lagere drukken
Mitraalklep: tussen linkeratrium en linkerventrikel
- Voldoende bloed in kamer om uit te pompen
- Lichaam van zuurstof voorzien
- Reflux voorkomen naar linkeratrium
- Mitraalklepinsufficiëntie (=overdruk in linkeratrium met longoedeem)
- Vastgehouden door chordae tendineae (bindweefseldraadjes)
o In ventrikelwand verankerd door verdikkingen (papillaire spieren)
Pulmonalisklep: tussen arteria pulmonalis en rechterventrikel
1
,Bloedvaten
Arterieel
- Dikke gespierde wanden
- Druk bij systole opvangen en terug vrijgeven bij diastole
- Stugger door calcificaties en atherosclerose
o Stijgende bloeddruk
o Bij ouder worden
o Calciumkanalen blokkeren
- Circulerend bloed arterieel is 15-20% van het totaal circulerend bloedvolume
Veneus
- Slapper van opbouw
- Continue bloeddoorstroom
- Bloedflow van hoge druk (perifeer) naar lagere druk (centraal)
- Bekrachtigd door kleppen en spierpompwerking
o Kleppen = belemmeren reflux in de venen naar de periferie
o Spierpompwerking = veneus bloed richting de centrale venen
Coronairen
- Linker coronaire arterie (LCA)
o Linker anterior descendens (LAD)
o Circumflex (CX)
- Linker anterior descendens:
o Bevloeit 2/3 van L ventrikel
o Ejectiefractie bij infarct enorm gedaald
o Bevloeiing van apex en mid septum
- Circumflex:
o Bevloeit laterale wand en L atrium
- Rechter coronaire arterie (RCA)
o Bevloeiing van R atrium over R ventrikel tot in inferiorgebied L ventrikel
o Sino atriale knoop en atrio ventriculaire knoop bevinden zich hier
o Ischemie met mogelijks ritmeproblemen
Herhaling fysiologie van hart
Elektrische activiteit en mechanische activiteit:
- Elektrische activiteit = weergegeven met behulp van ECG
- Mechanische activiteit = veroorzaakt door elektrische activiteit. Contracties van hart en
bloedvaten weergegeven in hemodynamische activiteit.
Kleine bloedsomloop:
- R atrium door de tricuspidklep naar R ventrikel
- Door pulmonaalarterie naar longbed
- Keert geoxygeneerd terug naar L atrium
2
,Grote bloedsomloop
- Linkeratrium door mitralisklep naar linkerventrikel
- Linkerventrikel heeft sterkere spierwand dan rechterventrikel om systeemcircuit te overwinnen
Starten in rechteratrium => rechterventrikel => longen => zuurstof in bloed en CO² uit bloed =>
linkeratrium => linkerventrikel (zeer gespierd) => zuurstofrijk bloed uit pompen naar het lichaam waar
suiker en zuurstof naar de spieren gaat om te verbranden en gaat CO2 krijgen => terug rechteratrium
Hartmechaniek
= samenspel van ELEKTRIEK en MECHANIEK
- Systole wordt er bloed uitgeknepen
- Diastole wordt er bloed aangezogen
ELEKTRIEK
- Elektrische activiteit in het hart => hartspier trekt samen
o Normale geleiding
o Ritmestoornissen
o Geleidingsstoornissen
Start bij de sinusknoop => prikkel gaat langs rechteratrium => AV-klep => atrium trekt samen en gaat
naar het ventrikel (deze vult op) => komt in de vezels van Purkinje => zorgt ervoor dat het ventrikel
samen trekt
MECHANIEK
- Hemodynamisch gevolg van de elektrische activiteit
o Hemodynamiek: hoe het hart pompt, hoe bloed zich door lichaam beweegt
o Bloeddruk
o Hart- en vaatziekten
START:
- P-top: depolarisatie v atrium
- QRS: depolarisatie v ventrikel
- T-top: repolarisatie v ventrikel
=> Gebeurt op moment dat ventrikel depolariseert
Elektroden:
- Rechterarm: rood
- Linkerarm: geel
- Rechtervoet: zwart
- Linkervoet: groen
- Geheugensteuntje: Rode Ferrari met zwarte wielen rijdt aan rechterkant – de gele zon schijnt
boven het groene gras
- => Moet goed geplaatst worden anders klopt de volgorde van aflezing niet.
3
, Inleidende begrippen: hemodynamica en circulatie
Bloeddruk
= 5l bloed per minuut
= bepaald door twee parameters
- Volume dat het hart uitpomp = cardiac output
- Weerstand
Bloeddruk = cardiac output * systeemweerstand
SVR = systemic vasculair resistent
- Zonder weerstand heb je geen hoge bloeddruk => open bloedvaten – gesloten bloedvaten
- ZV met aderverkalking = atherosclerose/ plaques = vernauwingen van diameter waardoor de
weerstand stijgt => bloeddruk stijgt
- Ouder mensen: altijd hogere bloeddruk
- Normaal slagvolume 70% v volume v ventrikel
- ZV met hartinfarct: gaat qua slagvolume minder doorpompen => bloeddruk daalt
- Cocaïne: vernauwt bloedvaten, ejectiefractie: van 70 naar 11
- Preload = mate van vulling => gedaald bij iemand met een accident => slagvolume en cardiac
output dalen (examen)
- ZV met been af
o Gedaalde preload => gedaald slagvolume
o Frequentie gaat omhoog, sneller laten slaan => volume is laag, en je zit al hoog, via
weerstand proberen verhogen door vasoconstrictie (= vernauwen)
- Hypovolemische shock: tachycardie (koude, zweet handen)
Cardiac output
= slagvolume * frequentie
Slagvolume
= hoeveelheid bloed die wordt uitgepompt in 1 hartslag => bepaald door preload: mate van vulling en
wandspanning van ventrikel – kracht waarmee ventrikel samentrekt = contractiliteit
4
Inleiding
= beknopte herhaling aangeboden van de anatomie en fysiologie
Herhaling anatomie
Het hart
= holle spier die bestaat uit 2 kamers en 2 voorkamers die van elkaar gescheiden zijn door 2 hartsepta
en 2 hartkleppen
Voorkamers = atrium
- Lage druk
- Stellen volumecapaciteit ter beschikking van ventrikels
Kamers = ventrikel
- Hoge druk
- Gegenereerd tijdens de systole om systemische perfusie mogelijk te maken
Aorta
= ontspringt uit linkerventrikel met de basis van aortaklep
= hoofdslagader
= voorziet hele lichaam van zuurstofrijk bloed
Vena cava
2 delen: inferior en superior => veneuze retour van onderste en bovenste lichaamshelft
Hartkleppen
Aortaklep: basis van aorta => verhindert dat na systole een reflux van bloed dat net is uitgepompt
terug naar linkerventrikel gaat
Ontspringen coronairen
Openen van klep bij systole worden coronairen bij linkerventrikel afgesloten. Coronairen bij
rechterventrikel: beïnvloed zowel bij systole als diastole door lagere drukken
Mitraalklep: tussen linkeratrium en linkerventrikel
- Voldoende bloed in kamer om uit te pompen
- Lichaam van zuurstof voorzien
- Reflux voorkomen naar linkeratrium
- Mitraalklepinsufficiëntie (=overdruk in linkeratrium met longoedeem)
- Vastgehouden door chordae tendineae (bindweefseldraadjes)
o In ventrikelwand verankerd door verdikkingen (papillaire spieren)
Pulmonalisklep: tussen arteria pulmonalis en rechterventrikel
1
,Bloedvaten
Arterieel
- Dikke gespierde wanden
- Druk bij systole opvangen en terug vrijgeven bij diastole
- Stugger door calcificaties en atherosclerose
o Stijgende bloeddruk
o Bij ouder worden
o Calciumkanalen blokkeren
- Circulerend bloed arterieel is 15-20% van het totaal circulerend bloedvolume
Veneus
- Slapper van opbouw
- Continue bloeddoorstroom
- Bloedflow van hoge druk (perifeer) naar lagere druk (centraal)
- Bekrachtigd door kleppen en spierpompwerking
o Kleppen = belemmeren reflux in de venen naar de periferie
o Spierpompwerking = veneus bloed richting de centrale venen
Coronairen
- Linker coronaire arterie (LCA)
o Linker anterior descendens (LAD)
o Circumflex (CX)
- Linker anterior descendens:
o Bevloeit 2/3 van L ventrikel
o Ejectiefractie bij infarct enorm gedaald
o Bevloeiing van apex en mid septum
- Circumflex:
o Bevloeit laterale wand en L atrium
- Rechter coronaire arterie (RCA)
o Bevloeiing van R atrium over R ventrikel tot in inferiorgebied L ventrikel
o Sino atriale knoop en atrio ventriculaire knoop bevinden zich hier
o Ischemie met mogelijks ritmeproblemen
Herhaling fysiologie van hart
Elektrische activiteit en mechanische activiteit:
- Elektrische activiteit = weergegeven met behulp van ECG
- Mechanische activiteit = veroorzaakt door elektrische activiteit. Contracties van hart en
bloedvaten weergegeven in hemodynamische activiteit.
Kleine bloedsomloop:
- R atrium door de tricuspidklep naar R ventrikel
- Door pulmonaalarterie naar longbed
- Keert geoxygeneerd terug naar L atrium
2
,Grote bloedsomloop
- Linkeratrium door mitralisklep naar linkerventrikel
- Linkerventrikel heeft sterkere spierwand dan rechterventrikel om systeemcircuit te overwinnen
Starten in rechteratrium => rechterventrikel => longen => zuurstof in bloed en CO² uit bloed =>
linkeratrium => linkerventrikel (zeer gespierd) => zuurstofrijk bloed uit pompen naar het lichaam waar
suiker en zuurstof naar de spieren gaat om te verbranden en gaat CO2 krijgen => terug rechteratrium
Hartmechaniek
= samenspel van ELEKTRIEK en MECHANIEK
- Systole wordt er bloed uitgeknepen
- Diastole wordt er bloed aangezogen
ELEKTRIEK
- Elektrische activiteit in het hart => hartspier trekt samen
o Normale geleiding
o Ritmestoornissen
o Geleidingsstoornissen
Start bij de sinusknoop => prikkel gaat langs rechteratrium => AV-klep => atrium trekt samen en gaat
naar het ventrikel (deze vult op) => komt in de vezels van Purkinje => zorgt ervoor dat het ventrikel
samen trekt
MECHANIEK
- Hemodynamisch gevolg van de elektrische activiteit
o Hemodynamiek: hoe het hart pompt, hoe bloed zich door lichaam beweegt
o Bloeddruk
o Hart- en vaatziekten
START:
- P-top: depolarisatie v atrium
- QRS: depolarisatie v ventrikel
- T-top: repolarisatie v ventrikel
=> Gebeurt op moment dat ventrikel depolariseert
Elektroden:
- Rechterarm: rood
- Linkerarm: geel
- Rechtervoet: zwart
- Linkervoet: groen
- Geheugensteuntje: Rode Ferrari met zwarte wielen rijdt aan rechterkant – de gele zon schijnt
boven het groene gras
- => Moet goed geplaatst worden anders klopt de volgorde van aflezing niet.
3
, Inleidende begrippen: hemodynamica en circulatie
Bloeddruk
= 5l bloed per minuut
= bepaald door twee parameters
- Volume dat het hart uitpomp = cardiac output
- Weerstand
Bloeddruk = cardiac output * systeemweerstand
SVR = systemic vasculair resistent
- Zonder weerstand heb je geen hoge bloeddruk => open bloedvaten – gesloten bloedvaten
- ZV met aderverkalking = atherosclerose/ plaques = vernauwingen van diameter waardoor de
weerstand stijgt => bloeddruk stijgt
- Ouder mensen: altijd hogere bloeddruk
- Normaal slagvolume 70% v volume v ventrikel
- ZV met hartinfarct: gaat qua slagvolume minder doorpompen => bloeddruk daalt
- Cocaïne: vernauwt bloedvaten, ejectiefractie: van 70 naar 11
- Preload = mate van vulling => gedaald bij iemand met een accident => slagvolume en cardiac
output dalen (examen)
- ZV met been af
o Gedaalde preload => gedaald slagvolume
o Frequentie gaat omhoog, sneller laten slaan => volume is laag, en je zit al hoog, via
weerstand proberen verhogen door vasoconstrictie (= vernauwen)
- Hypovolemische shock: tachycardie (koude, zweet handen)
Cardiac output
= slagvolume * frequentie
Slagvolume
= hoeveelheid bloed die wordt uitgepompt in 1 hartslag => bepaald door preload: mate van vulling en
wandspanning van ventrikel – kracht waarmee ventrikel samentrekt = contractiliteit
4