Kato Meert – 2023-2024
DOELGROEPEN 3
H1 kinderen en jongen met gedrags- en emotionele problemen
1 OMSCHRIJVING
1.1 DEFINITIES VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
o Verschillende benamingen
Moeilijk gedrag, gedragsproblemen, gedragsstoornissen, probleemgedrag, ontwikkelingsstoornis,
opvoedingsmoeilijkheid, …
o Definiëren niet eenvoudig
Belangrijk verschillende begrippen te verduidelijken en nuances aan te brengen
Wanneer spreken we nu van gedrags- en emotionele problemen?
o Komt er op neer dat ‘opvoeders’ niet meer weten hoe ze met deze kinderen moeten omgaan
Ze worden door anderen moeilijk of lastig ervaren, gedrag wordt als storend ervaart
Vooral de negatieve gevolgen voor de omgeving die maken dat kinderen met gedragsproblemen
op weinig begrip kunnen rekenen
o Scholte gaat nog een stapje verder
Hij gaat ervan uit dat we over probleemgedrag kunnen spreken wanneer ouders, leerkrachten en
andere personen dit gedrag beschouwen als strijdig met de door hen én de samenleving
gehanteerde normen en regelen en/of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch
beoordelen op basis van valide kenmerken van psychische (on)gezondheid
Gedrag wordt bekeken in een relationeel en transactioneel proces
o Gedragsproblemen zijn een continuüm van druk, opstandig, prikkelbaar, antisociaal tot delinquent
gedrag
o Verschil externaliserend probleemgedrag en internaliserend probleemgedrag
Externaliserend probleemgedrag: naar buiten gericht
Bv. Storend gedrag (bv. woedebuien, hyperkinetisch gedrag)
Internaliserend probleemgedrag: op zichzelf gericht
Bv. Emotionele problemen (bv. angst, depressie) en somatoforme stoornissen (bv. hoofdpijn,
buikpijn)
o Onderscheidt maken tussen
Lichte en tijdelijke problemen
Bv. als reactie op een nieuwe situatie
Gedragingen die slechts in bepaalde situaties of bij bepaalde personen voorkomen
Bv. enkel op school of bij specifieke leerkracht
Gedragingen die leeftijds- of fase gebonden zijn
Bv. opstandigheid tijdens de puberteit
Ernstige problemen zoals gedragsstoornissen
o Term gedragsprobleem geen diagnose MAAR symptoom
Weergeeft dat er onderliggend probleem is dat zeer divers van aard kan zijn
1
,Kato Meert – 2023-2024
Grietens et al (2019) geciteerd in (Vandevelde, Colins, & D'Oosterlinck, 2022) gebruiken de term gedrags- en
emotionele problemen als overkoepelend beschrijvende term voor alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of
abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale emoties vertonen, en dat afgezien van de ernst,
de oorzaak of de context van het gedrag of de emotie.
Van de Ploeg (2020) ook aangehaald in (Vandevelde, Colins, & D'Oosterlinck, 2022) spreekt van
probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag als strijdig met de door hen en de
samenleving gehanteerde normen en regels en / of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch
beoordelen op basis van valide kenmerken inzake psychische (on)gezondheid.
De beleidsdefinitie van het VAPH omschrijft gedrags- en emotionele problemen als volgt: de groep
gedragsstoornissen en emotionele stoornissen is een onderdeel van het internationaal classificatiesysteem
(bijv. DSMV) en verwijst naar het externaliserende of internaliserende karakter van de emotionele of
gedragsproblematiek. Met de term GES+ wordt verwezen naar extreme gedrags- en emotionele problemen
o De agentschap Opgroeien dat instaat voor de GES+ voorzieningen gebruikt volgende criteria om deze
doelgroep te omschrijven:
De jongere heeft de nodige diagnostiek voor gedrags- en emotionele stoornissen
De jongere toont specifieke gedragskenmerken
Herhalende en aanhoudende agressie ten aanzien van zichzelf, anderen, goederen in
verschillende contexten
Ernstige automutilatie
Seksueel overschrijdend gedrag
Andere kenmerken versterken het extreme gedragspatroon (bv. combinatie van aandoeningen of
stoornissen, middelengebruik, traumatische ervaringen, gezinsrisicofactoren, …)
1.2 DEFINITIE
Wat is het onderscheid tussen gedrags- en emotionele problemen en gedragsstoornissen?
o Gedrags- en emotionele problemen
Lichte, tijdelijke problemen als reactie op nieuwe situaties
Komen slechts in bepaalde situaties of bij bepaalde personen
Sommige leeftijds- of fase gebonden
Ernstige problemen zoals bv stemminsstoornissen
o Ernst van ernstige problemen bepaald door:
Langdurige of blijvende problemen
Over het samen voorkomen van meerdere problemen
o Ernstige gedragsproblemen of probleemgedragingen = gedragsstoornissen
Minder situatie gebonden
Gekaderd binnen oppositioneel opstandige- of norm overschrijdende gedragsstoornis
o Alle gedragsstoornissen zijn gedragsproblemen MAAR niet alle gedragsproblemen zijn
gedragsstoornissen!
Gedragsstoornis: repetitief, uitdagend, antisociaal of agressief gedrag dat niet beantwoord aan de sociale
verwachtingen voor de leeftijd, en dus niet sociaal aanvaard wordt door de omgeving en/of maatschappij
1.2.1 DE MEEST GEKENDE GEDRAGSSTOORNISSEN
2
,Kato Meert – 2023-2024
1.2.1.1 DE OPPOSITIONEEL OPSTANDIGE GEDRAGSSTOORNIS
o Verzetten tegen ouders
Niet doen wat gevraagd wordt, negeren passieve, milde vorm
Weigeren iets uit te voeren en brutaal zijn actieve vorm
o Kan beschouwd worden als een gemengde stoornis van zowel gedrag als emotie
Risico op latere ontwikkeling van een antisociale gedragsstoornis of van een angst- of
stemmingsstoornissen
1.2.1.2 DE ANTISOCIALE GEDRAGSSTOORNIS
o Normen en waarden worden overtreden
Bv. liegen, stelen, …
Schrik dat gedrag zal uitmonden in criminaliteit
o Normoverschrijdende gedragsstoornis
Onbeheerst gedrag
Gedragspatroon hardnekkig blijft herhalen
Fundamentele rechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd passende normen en regels,
geweld wordt aangedaan
Bv. vechten, spijbelen, liegen en stelen, agressie naar mensen of dieren
o Antisociaal gedrag
Ernstige schade aan anderen op materieel, lichamelijk en psychisch vlak
o Behandeling
Combinatie van oudertraining, cognitieve gedragstherapie en systemische behandeling
Indien nodig gecombineerd met farmacotherapie
1.2.1.3 RISICO OP HET PLEGEN VAN STRAFBARE FEITEN
o Continuüm van gedragingen waarbij inbreuk gepleegd op regels, normen, wetten en/of schade
berokkend wordt aan individuen of maatschappij
Tussen 12 en 18 jaar -> voor jeugdrechtbank
o Onderscheidt tussen
Jongeren uit problematische leefsituatie (PLS)
Verontrustende situatie (VOS)
Jongeren die een als misdaad omschreven feit pleegden (MOF -> nu jeugddelict)
Wat verstaan we allemaal onder strafbare feiten of delicten?
o Verschillende typen gedrag onderscheiden
Gewelds- en zedendelicten: agressie, moord, aanranding, …
Eigendoms- of vermogensdelicten: oplichting, fraude, diefstal, …
Vernieling en openbare orde delicten: vandalisme, huisvredebreuk, discriminatie
Verkeersdelicten: rijden onder invloed, joyriding, …
Drugsdelicten: harddrugs, …
Statusdelicten (zijn op zich geen delicten, maar geven rede rot gerechtelijke interventie omdat
verbonden zijn aan status van persoon): spijbelen, drinken of kopen van alcohol,..
o Spreekt van ernstig delict wanneer schade aan personen of materiële schade
o Onderscheid maken naargelang aantal betrokken personen
Geïsoleerde delicten
Groepsdelicten
1.3 BIJKOMENDE AANDACHTSPUNTEN BIJ GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
3
, Kato Meert – 2023-2024
o Gedragsproblemen en gedragsstoornissen zijn geen ontwikkelingsstoornissen
Ontw stoornis: 1 of meer domeinen vertraagd of verstoord
Vertonen wel vaak gedragsproblemen
o Gedrags- en emotionele problemen zijn geen synoniem voor kinderpsychiatrische
stoornissen
Behoren wel tot het domein van de kinderpsychiatrie, net als ontw stoornissen
o Gedrags- en emotionele problemen hebben een link met opvoedingsproblemen
Vaak worden probleemgedragingen uitgelokt of versterkt door de omgeving
Belangrijk te onthouden dat alle probleemgedrag een betekenis heeft
1.4 CRITERIA OM OBJECTIEF TE KIJKEN NAAR GEDRAG- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
o Gedrags- en emotionele problemen: gedragingen van een kind die in een welbepaalde socio-
economische context en culturele context door bepaalde personen uit de omgeving van het kind als
storend, ongewenst of ongewoon worden ervaren
o IJsberg theorie
Gedrag is het topje van de ijsberg
Belangrijkste en grootste deel zit onder water en is dus onzichtbaar
Als orthopedagoog: belangrijk om af te vragen waar het zichtbare gedrag vandaan komt
Elementen die kunnen helpen bij het beoordelen van gedrag
Het ontwikkelingsperspectief
o Gedrag en leeftijd koppeling
o Hoe oud is het kind?
o Wat is gepast voor zijn/haar leeftijd?
o Kennis van ontwikkeling van kinderen is noodzakelijk om gedrag in te schatten
Het continuümgedachte
o Het gedrag van kinderen met gedragsproblemen verschilt over het algemeen niet van het gedrag van
kinderen zonder deze problemen
Uitzondering: vreemde of erg storende gedragingen zoals automutilatie, ernstige woede
uitbarstingen, stereotypieën en opvallende tics
Verschil in ernst, intensiteit en frequentie
De context
o Setting/locatie, activiteiten + pedagogische aanpak hebben invloed op gedrag van kind
o Beoordeling: uitzoeken of problemen zich in 1 of meer contexten voordoen
De informant
o Bij het beoordelen van gedrag, is ook van belang wie aangeeft dat het kind probleemgedrag vertoont
4
DOELGROEPEN 3
H1 kinderen en jongen met gedrags- en emotionele problemen
1 OMSCHRIJVING
1.1 DEFINITIES VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
o Verschillende benamingen
Moeilijk gedrag, gedragsproblemen, gedragsstoornissen, probleemgedrag, ontwikkelingsstoornis,
opvoedingsmoeilijkheid, …
o Definiëren niet eenvoudig
Belangrijk verschillende begrippen te verduidelijken en nuances aan te brengen
Wanneer spreken we nu van gedrags- en emotionele problemen?
o Komt er op neer dat ‘opvoeders’ niet meer weten hoe ze met deze kinderen moeten omgaan
Ze worden door anderen moeilijk of lastig ervaren, gedrag wordt als storend ervaart
Vooral de negatieve gevolgen voor de omgeving die maken dat kinderen met gedragsproblemen
op weinig begrip kunnen rekenen
o Scholte gaat nog een stapje verder
Hij gaat ervan uit dat we over probleemgedrag kunnen spreken wanneer ouders, leerkrachten en
andere personen dit gedrag beschouwen als strijdig met de door hen én de samenleving
gehanteerde normen en regelen en/of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch
beoordelen op basis van valide kenmerken van psychische (on)gezondheid
Gedrag wordt bekeken in een relationeel en transactioneel proces
o Gedragsproblemen zijn een continuüm van druk, opstandig, prikkelbaar, antisociaal tot delinquent
gedrag
o Verschil externaliserend probleemgedrag en internaliserend probleemgedrag
Externaliserend probleemgedrag: naar buiten gericht
Bv. Storend gedrag (bv. woedebuien, hyperkinetisch gedrag)
Internaliserend probleemgedrag: op zichzelf gericht
Bv. Emotionele problemen (bv. angst, depressie) en somatoforme stoornissen (bv. hoofdpijn,
buikpijn)
o Onderscheidt maken tussen
Lichte en tijdelijke problemen
Bv. als reactie op een nieuwe situatie
Gedragingen die slechts in bepaalde situaties of bij bepaalde personen voorkomen
Bv. enkel op school of bij specifieke leerkracht
Gedragingen die leeftijds- of fase gebonden zijn
Bv. opstandigheid tijdens de puberteit
Ernstige problemen zoals gedragsstoornissen
o Term gedragsprobleem geen diagnose MAAR symptoom
Weergeeft dat er onderliggend probleem is dat zeer divers van aard kan zijn
1
,Kato Meert – 2023-2024
Grietens et al (2019) geciteerd in (Vandevelde, Colins, & D'Oosterlinck, 2022) gebruiken de term gedrags- en
emotionele problemen als overkoepelend beschrijvende term voor alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of
abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale emoties vertonen, en dat afgezien van de ernst,
de oorzaak of de context van het gedrag of de emotie.
Van de Ploeg (2020) ook aangehaald in (Vandevelde, Colins, & D'Oosterlinck, 2022) spreekt van
probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag als strijdig met de door hen en de
samenleving gehanteerde normen en regels en / of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch
beoordelen op basis van valide kenmerken inzake psychische (on)gezondheid.
De beleidsdefinitie van het VAPH omschrijft gedrags- en emotionele problemen als volgt: de groep
gedragsstoornissen en emotionele stoornissen is een onderdeel van het internationaal classificatiesysteem
(bijv. DSMV) en verwijst naar het externaliserende of internaliserende karakter van de emotionele of
gedragsproblematiek. Met de term GES+ wordt verwezen naar extreme gedrags- en emotionele problemen
o De agentschap Opgroeien dat instaat voor de GES+ voorzieningen gebruikt volgende criteria om deze
doelgroep te omschrijven:
De jongere heeft de nodige diagnostiek voor gedrags- en emotionele stoornissen
De jongere toont specifieke gedragskenmerken
Herhalende en aanhoudende agressie ten aanzien van zichzelf, anderen, goederen in
verschillende contexten
Ernstige automutilatie
Seksueel overschrijdend gedrag
Andere kenmerken versterken het extreme gedragspatroon (bv. combinatie van aandoeningen of
stoornissen, middelengebruik, traumatische ervaringen, gezinsrisicofactoren, …)
1.2 DEFINITIE
Wat is het onderscheid tussen gedrags- en emotionele problemen en gedragsstoornissen?
o Gedrags- en emotionele problemen
Lichte, tijdelijke problemen als reactie op nieuwe situaties
Komen slechts in bepaalde situaties of bij bepaalde personen
Sommige leeftijds- of fase gebonden
Ernstige problemen zoals bv stemminsstoornissen
o Ernst van ernstige problemen bepaald door:
Langdurige of blijvende problemen
Over het samen voorkomen van meerdere problemen
o Ernstige gedragsproblemen of probleemgedragingen = gedragsstoornissen
Minder situatie gebonden
Gekaderd binnen oppositioneel opstandige- of norm overschrijdende gedragsstoornis
o Alle gedragsstoornissen zijn gedragsproblemen MAAR niet alle gedragsproblemen zijn
gedragsstoornissen!
Gedragsstoornis: repetitief, uitdagend, antisociaal of agressief gedrag dat niet beantwoord aan de sociale
verwachtingen voor de leeftijd, en dus niet sociaal aanvaard wordt door de omgeving en/of maatschappij
1.2.1 DE MEEST GEKENDE GEDRAGSSTOORNISSEN
2
,Kato Meert – 2023-2024
1.2.1.1 DE OPPOSITIONEEL OPSTANDIGE GEDRAGSSTOORNIS
o Verzetten tegen ouders
Niet doen wat gevraagd wordt, negeren passieve, milde vorm
Weigeren iets uit te voeren en brutaal zijn actieve vorm
o Kan beschouwd worden als een gemengde stoornis van zowel gedrag als emotie
Risico op latere ontwikkeling van een antisociale gedragsstoornis of van een angst- of
stemmingsstoornissen
1.2.1.2 DE ANTISOCIALE GEDRAGSSTOORNIS
o Normen en waarden worden overtreden
Bv. liegen, stelen, …
Schrik dat gedrag zal uitmonden in criminaliteit
o Normoverschrijdende gedragsstoornis
Onbeheerst gedrag
Gedragspatroon hardnekkig blijft herhalen
Fundamentele rechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd passende normen en regels,
geweld wordt aangedaan
Bv. vechten, spijbelen, liegen en stelen, agressie naar mensen of dieren
o Antisociaal gedrag
Ernstige schade aan anderen op materieel, lichamelijk en psychisch vlak
o Behandeling
Combinatie van oudertraining, cognitieve gedragstherapie en systemische behandeling
Indien nodig gecombineerd met farmacotherapie
1.2.1.3 RISICO OP HET PLEGEN VAN STRAFBARE FEITEN
o Continuüm van gedragingen waarbij inbreuk gepleegd op regels, normen, wetten en/of schade
berokkend wordt aan individuen of maatschappij
Tussen 12 en 18 jaar -> voor jeugdrechtbank
o Onderscheidt tussen
Jongeren uit problematische leefsituatie (PLS)
Verontrustende situatie (VOS)
Jongeren die een als misdaad omschreven feit pleegden (MOF -> nu jeugddelict)
Wat verstaan we allemaal onder strafbare feiten of delicten?
o Verschillende typen gedrag onderscheiden
Gewelds- en zedendelicten: agressie, moord, aanranding, …
Eigendoms- of vermogensdelicten: oplichting, fraude, diefstal, …
Vernieling en openbare orde delicten: vandalisme, huisvredebreuk, discriminatie
Verkeersdelicten: rijden onder invloed, joyriding, …
Drugsdelicten: harddrugs, …
Statusdelicten (zijn op zich geen delicten, maar geven rede rot gerechtelijke interventie omdat
verbonden zijn aan status van persoon): spijbelen, drinken of kopen van alcohol,..
o Spreekt van ernstig delict wanneer schade aan personen of materiële schade
o Onderscheid maken naargelang aantal betrokken personen
Geïsoleerde delicten
Groepsdelicten
1.3 BIJKOMENDE AANDACHTSPUNTEN BIJ GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
3
, Kato Meert – 2023-2024
o Gedragsproblemen en gedragsstoornissen zijn geen ontwikkelingsstoornissen
Ontw stoornis: 1 of meer domeinen vertraagd of verstoord
Vertonen wel vaak gedragsproblemen
o Gedrags- en emotionele problemen zijn geen synoniem voor kinderpsychiatrische
stoornissen
Behoren wel tot het domein van de kinderpsychiatrie, net als ontw stoornissen
o Gedrags- en emotionele problemen hebben een link met opvoedingsproblemen
Vaak worden probleemgedragingen uitgelokt of versterkt door de omgeving
Belangrijk te onthouden dat alle probleemgedrag een betekenis heeft
1.4 CRITERIA OM OBJECTIEF TE KIJKEN NAAR GEDRAG- EN EMOTIONELE PROBLEMEN
o Gedrags- en emotionele problemen: gedragingen van een kind die in een welbepaalde socio-
economische context en culturele context door bepaalde personen uit de omgeving van het kind als
storend, ongewenst of ongewoon worden ervaren
o IJsberg theorie
Gedrag is het topje van de ijsberg
Belangrijkste en grootste deel zit onder water en is dus onzichtbaar
Als orthopedagoog: belangrijk om af te vragen waar het zichtbare gedrag vandaan komt
Elementen die kunnen helpen bij het beoordelen van gedrag
Het ontwikkelingsperspectief
o Gedrag en leeftijd koppeling
o Hoe oud is het kind?
o Wat is gepast voor zijn/haar leeftijd?
o Kennis van ontwikkeling van kinderen is noodzakelijk om gedrag in te schatten
Het continuümgedachte
o Het gedrag van kinderen met gedragsproblemen verschilt over het algemeen niet van het gedrag van
kinderen zonder deze problemen
Uitzondering: vreemde of erg storende gedragingen zoals automutilatie, ernstige woede
uitbarstingen, stereotypieën en opvallende tics
Verschil in ernst, intensiteit en frequentie
De context
o Setting/locatie, activiteiten + pedagogische aanpak hebben invloed op gedrag van kind
o Beoordeling: uitzoeken of problemen zich in 1 of meer contexten voordoen
De informant
o Bij het beoordelen van gedrag, is ook van belang wie aangeeft dat het kind probleemgedrag vertoont
4