Inhoud
Les 1: Introductie Financieel Beheer .......................................................................... 3
Praktisch: Lesplanning .......................................................................................... 5
Leerstof Handboek ............................................................................................... 5
Evaluatie en Opdracht ........................................................................................... 8
Les 2: zelfstudie (zie les 3) ....................................................................................... 15
Les 3: financiële analyse van de jaarrekening in de gezondheidszorg .......................... 15
Les 3: MAHA analyse .............................................................................................. 35
Les 4: Financieel Beleid Residentiële Woonzorg........................................................ 40
Situering............................................................................................................. 40
Financieringsmethodiek Residentiële Woonzorg ................................................... 42
MARA 2.0 Analyse ............................................................................................... 49
Boekhoudkundige Analyse................................................................................... 54
Conclusies en Beleidsadviezen ............................................................................ 59
Les 5: Opdracht Financiële analyse ......................................................................... 61
Les 6: budgetteren en les invest analyse .................................................................. 61
Les 7 financiële planning......................................................................................... 73
Les 8: Opdracht financiële planning ......................................................................... 94
Les 9: Aankoopbeheer ............................................................................................ 94
Context en Uitdagingen .................................................................................... 94
Bouwstenen - Inzicht & Planning ....................................................................... 96
Bouwstenen - Organisatie & Sturing .................................................................100
Hefboom 1 - Wetgeving Overheidsopdrachten (WOO) .......................................103
Hefboom 2 - Maturiteit ....................................................................................103
Hefboom 3 – Samenaankoop ..........................................................................105
Les 10: VBHC: Waardegedreven Zorg & Laagvariabele Zorg .......................................108
Introductie Value4Health ................................................................................108
Waardegedreven Zorg (Value Based Healthcare) ...............................................108
Context & Noodzaak tot Kostprijscalculatie ......................................................110
Methodologie van Kostprijscalculatie...............................................................112
1
, Deep Dive: Ziekenhuisfinanciering & Verdeelsleutels ........................................115
Methodologie van Kostprijscalculatie (Vervolg) .................................................117
Deep Dive: Ziekenhuisfinanciering & Verdeelsleutels ........................................119
Laagvariabele Zorg (LVZ) .................................................................................121
Les 10: case ouderenzorg.......................................................................................124
Begrippenlijst ........................................................................................................133
Les 1 en 2 ..........................................................................................................133
Les 3 .................................................................................................................134
Les 4 .................................................................................................................135
Les 6 en 7 ..........................................................................................................136
Les 9 .................................................................................................................137
Les 10 ...............................................................................................................137
2
,Les 1: Introductie Financieel Beheer
1. Welkom en Doelstelling van het Vak
De les begint met een welkom. De lesgever, Prof. Dr. Jeroen Trybou (verbonden aan de
vakgroep Volksgezondheid en Dienstverlening), introduceert het vak. Hij combineert zijn
rol als professor met een praktijkjob, waardoor hij praktische inzichten kan delen.
Doel van het vak:
• Het vak is een algemene inleiding op financieel beheer. De bedoeling is niet om
studenten op te leiden tot financieel directeur, maar om hen te leren meedenken
over financiële aspecten in een toekomstige beleidsrol.
• De centrale doelstelling is om zorginstellingen te benaderen als een bedrijf of
onderneming.
• Het overkoepelende thema is "financieel management met als doel
waardecreatie". Financieel beheer is hierbij geen doel op zich, maar een middel
of instrument om die waardecreatie mogelijk te maken.
Situering van het vak (Relatie met andere vakken): Het vak hangt nauw samen met drie
andere domeinen:
1. Boekhouden (Non-profit accounting): Dit is de belangrijkste link, aangezien een
basisbegrip van de balans en resultatenrekening vereist is. Dit wordt beschouwd
als begincompetentie. Studenten zonder deze voorkennis wordt aangeraden snel
een inhaalbeweging te maken via het handboek en online filmpjes om te
voorkomen dat ze achteropraken.
2. Financiering(swet): In de praktijk moeten financieel verantwoordelijken de
subsidiestromen en de (vaak veranderende) financiële wetgeving begrijpen om
middelen te optimaliseren.
3. Gezondheidseconomie: Net als bij gezondheidseconomie, gaat financieel
beheer over het inzetten van middelen om waarde te creëren voor de patiënt, en
de afweging of de ingezette middelen in verhouding staan tot de behaalde
resultaten.
3
,2. Actualiteit en Urgentie
De relevantie van het vak wordt geïllustreerd aan de hand van actuele krantenkoppen die
de frequente financiële uitdagingen in de zorgsector tonen. Dit gebeurt op macroniveau
(budgettaire bijsturingen) en op het niveau van de zorgondernemingen zelf.
Voorbeelden die de professor aanhaalt:
• Vlaamse Ziekenhuizen: Worden een "zorgenkindje" genoemd. De sector is als
groep verlieslatend. Het recurrent opstapelen van verlies is een probleem,
vergelijkbaar met een gezin dat jaar na jaar meer uitgeeft dan het verdient.
• Gehandicaptenzorg: De Persoonsvolgende Financiering (PVF) zorgt voor
wisselende inkomstenstromen. Waar subsidies vroeger vastlagen, is men nu
afhankelijk van de keuzes van cliënten. Omdat de zorg een arbeidsintensieve
sector is, leidt dit snel tot druk op de personeelskosten.
• Ouderenzorg: Zowel grote commerciële spelers (zoals Orpea) als kleinere
innovatieve concepten (zoals Triamant) hebben te maken met financiële
problemen, herstructureringen en faillissementen.
• Dienstenchequesector: Kent eveneens hervormingen die financiële ingrepen
noodzakelijk maken.
3. Leerstof, Werkvormen en Planning
Leerstof:
• Presentaties: Worden via Ufora gedeeld.
• Handboek: "Financieel beleid voor ziekenhuizen". Hoewel het op ziekenhuizen is
geënt, zijn de principes breed toepasbaar.
• Oefeningen: De professor nuanceert dit punt. Er zullen geen klassikale
oefeningen zijn. Het examen zal dus ook geen grote rekenoefeningen bevatten. Er
is wel een individuele opdracht die als oefening dient.
Werkvormen:
• Hoorcolleges: De meeste lessen zijn hoorcolleges, aangevuld met gastsprekers.
• Lesopnames: De lessen worden in principe opgenomen.
• Zelfstudie: Beperkt, voornamelijk voor de basiskennis balans en RR (Les 2).
• Forum: Beschikbaar voor onderlinge vragen.
4
,Praktisch: Lesplanning
• Les 1 (Vandaag): Inleiding.
• Les 2 (Volgende week): Basiskennis Balans & RR. Dit is volledig in zelfstudie. Een
lesopname van voorgaande jaren en het handboek zijn beschikbaar.
• Les 3: Financiële analyse van de jaarrekening. Hier wordt de financiële gezondheid
gemeten aan de hand van "verschillende testen", net zoals bij een patiënt
(bloeddruk, gewicht, etc.). In deze les wordt ook de MAHA-studie (sectoranalyse
ziekenhuizen door Belfius) behandeld.
• Les 4: MARA-studie (sectoranalyse ouderenzorg). Dit is een online les via MS
Teams door gastspreker Joris Vanormelingen (Zorgnet-Icuro).
• Les 5 & 8: Gereserveerd voor de thuisopdracht. De deadline is pas midden
december, maar dit biedt werkruimte. De opdracht zal niet in 2 uur afgerond zijn.
• Les 6 & 7: Budgettering (korte termijn) en Financiële Planning (lange termijn).
o Spreker Les 6: Koen Michiels, expert ziekenhuisbeheer.
o Praktische aanpassing: Op vraag van de studenten worden Les 6 en Les 7
samengevoegd op 30/10 (van 18u tot 21u). De les van 6/11 vervalt.
• Les 9: Aankoopbeheer. Dit is een belangrijk domein geworden, dat de afweging
maakt tussen kosten en kwaliteit (bv. incontinentiemateriaal) en rekening houdt
met de Wet op Overheidsopdrachten. Spreker: Eric De Brabanter.
• Les 10: Value-Based Healthcare. Spreker: Matthieu Dierick (Möbius), een alumnus
van de opleiding.
• Les 11: Praktijkvoorbeeld door Ronald De Buck (bestuurder ouderenzorg). Hij
brengt een "doorleefd verhaal" over 20 jaar financieel beleid in de praktijk.
Leerstof Handboek
De professor overloopt de link tussen de lessen en de hoofdstukken van het handboek
"Financieel beleid voor ziekenhuizen".
• Hoofdstuk 1 is GEEN leerstof. Dit hoofdstuk gaat over de financiering van
ziekenhuizen, wat niet de focus is van dit vak.
• Les 1-2 (Intro & Basis): Gekoppeld aan Hoofdstuk 2, 3 en 4. Deze behandelen de
basisaspecten van boekhouden en de rubrieken van de balans en
resultatenrekening.
• Les 3-4 (Financiële Analyse): Gekoppeld aan Hoofdstuk 6 en 7. Deze gaan in op
de technieken en bevatten een casestudy (de MAHA-analyse).
5
, • Les 7-8 (Budgettering & Planning): Gekoppeld aan Hoofdstuk 10.
• Les 10 (Kostenberekening & Value-Based Healthcare): Is gekoppeld aan
hoofdstuk 5, 8 en 9. Dit omvat management accounting en kostprijsboekhouding
(analytische boekhouding), wat in de ziekenhuissector een zekere techniciteit
kent.
• Belangrijke herhaling: Hoofdstuk 1 is geen leerstof.
Fundamentele Concepten (Vooruitblik op Les 2)
Voordat de professor met Les 1 begint, geeft hij een "absolute basis" van de concepten
die in de zelfstudieles (Les 2) aan bod komen.
1. De Balans: De "Foto"
• De balans is een "foto" van de financiële toestand van de organisatie op één
specifiek moment, meestal 31 december.
• Het geeft een overzicht van twee kanten:
o Activa (Links): De middelen waarover de organisatie beschikt; de zaken
"waarmee we actief zijn".
o Passiva (Rechts): De financieringsstructuur; hoe de activa betaald zijn.
• Uitsplitsing Activa:
o Vaste Activa: Zaken die op lange termijn (langer dan één jaar) in de
organisatie zitten. Het klassieke voorbeeld is een gebouw, dat 30 jaar of
langer meegaat.
o Vlottende Activa: Hebben een "liquide karakter" en kunnen sneller in geld
omgezet worden.
• Uitsplitsing Passiva:
o Eigen Vermogen: De middelen van de organisatie zelf, zoals de
"gecumuleerde winsten doorheen de jaren".
o Vreemd Vermogen: Middelen van externen. Het klassieke voorbeeld is een
bancair krediet (lening) om een nieuw ziekenhuis te betalen.
2. De Resultatenrekening (RR): De "Film"
• De resultatenrekening (RR) is een "film" die de prestaties over een periode
(meestal een kalenderjaar) toont.
• Het toont de opbrengsten (bv. Budget Financiële Middelen, honoraria) minus de
kosten (bv. personeelskosten, goederen).
6
, • Het eindtotaal is het resultaat: winst (als opbrengsten > kosten) of verlies (als
kosten > opbrengsten).
3. Concept: Afschrijvingen
• Een afschrijving is een essentieel concept dat de balans en RR verbindt.
• Definitie: Het is de kost van een duurzaam actief (vaste activa) die niet in één
keer, maar gespreid over meerdere jaren wordt genomen.
• Voorbeeld: Een organisatie koopt een busje van €500.000.
o Je boekt die €500.000 niet als een kost in één jaar.
o De €500.000 wordt "geactiveerd" (op de balans gezet).
o Men raamt de levensduur, bv. 5 jaar.
o De kost wordt verdeeld: elk jaar wordt €100.000 (500.) als kost in de
resultatenrekening geboekt, gedurende 5 jaar.
• Cashflow vs. Boekhouding: Dit is een cruciaal verschil.
o Cashflow: De €500.000 moet onmiddellijk betaald worden aan de garage.
De kasstroom is -€500.000 op dat moment.
o Boekhouding (RR): De kost wordt gespreid over 5 jaar.
4. Concept: Analytische Boekhouding (Les 10)
• De analytische boekhouding (of kostprijsboekhouding) gaat dieper dan de
algemene boekhouding.
• Doel: Het "versleutelen" (toewijzen) van de globale opbrengsten en kosten aan de
verschillende activiteiten of diensten (bv. spoeddienst, radiologie, pediatrie).
• Dit laat toe om te zien of een specifieke dienst (bv. pediatrie) winstgevend of
verlieslatend is.
• Directe vs. Indirecte Kosten:
o Directe kosten: Kan je 1-op-1 toewijzen (bv. de loonkost van een
verpleegkundige die enkel op de spoeddienst werkt).
o Indirecte kosten: Gedeelde kosten (bv. de loonkost van de financieel
directeur of de personeelsdienst). Deze moeten via een "sleutel" (bv. %
omzet, of % personeel per dienst) verdeeld worden.
7
,Evaluatie en Opdracht
De professor formaliseert de evaluatiemethoden:
• Schriftelijk Examen (/15 punten): Dit zal bestaan uit open vragen. Het toetst
kennis en inzicht, maar bevat geen manuele rekenoefeningen.
• Opdracht (/5 punten): Bestaat uit twee deeltaken.
o Deeltaak 1: Financiële Analyse (2,5 ptn):
▪ Studenten moeten een nota van max. 5 pagina's schrijven over de
financiële toestand van een zorgvoorziening.
▪ Er is een verplichte keuze tussen twee cases (om de verbetering
haalbaar te maken):
1. Ziekenhuizen: Sint-Jozefkliniek Izegem.
2. Ouderenzorg: Lendelede.
▪ De data (jaarrekeningen) zijn te vinden via de Balanscentrale van de
Nationale Bank.
o Deeltaak 2: Financiële Planning (2,5 ptn): Deze opdracht komt pas online
na de lessen over dat onderwerp.
• Deadline: De uiterste datum voor indiening is donderdag 18 december 2025 (om
18:00u).
• Tweede Zit: Studenten mogen hun punten voor de opdracht behouden en enkel
het examen opnieuw doen. De opdracht is niet verplicht om te slagen, maar het
niet maken verkleint de slaagkansen aanzienlijk.
Deel 1: Doelstelling van de Onderneming
De professor start met het eerste inhoudelijke deel: het bepalen van het "kompas" van de
organisatie.
1. Het Klassieke Model (For-Profit)
Om het doel van een NFP te begrijpen, starten we bij een klassieke "for-profit"
onderneming (bv. een bakkerij).
• Model: Een bedrijf is een transformatieproces.
o Input: Personeel, materiaal, infrastructuur (kost €).
o Output: Verkochte producten, winst (€).
• Doel: Het euroteken van de output groter maken dan het euroteken van de input.
8
, • De "Hamvraag": De centrale vraag voor een manager is: "Zal mijn beslissing
(voldoende) waarde creëren?". (Bv. "Moeten we een tweede verkoopster
aannemen?").
2. Hoe Meten we Waardecreatie?
Het meten van "waarde" is complex. De professor bespreekt drie mogelijke
doelstellingen:
A. Maximaliseren van Absolute Winst? (Slide 12)
• Dit lijkt logisch, maar leidt vaak tot suboptimale beslissingen.
• Voorbeeld (gebaseerd op de tabel):
o Huidige situatie: Een bakkerij heeft €10 vermogen en maakt €2 winst.
o Voorstel: Een nieuwe oven kost €4 extra vermogen en genereert €0,5 extra
winst.
o Analyse: De absolute winst stijgt van €2 naar €2,5. Dit lijkt een goede
beslissing.
• De Fout: Dit negeert de investering die nodig was. We moeten kijken naar de winst
per aandeel.
o Huidig: €2 winst / 10 aandelen = €0,20 winst per aandeel.
o Na Investering: €2,5 winst / 14 aandelen = €0,18 winst per aandeel.
o Conclusie: De winst is "verwaterd". De beslissing maakt de oorspronkelijke
aandeelhouders armer. Het gaat dus niet om absolute winst, maar om
rendement (return op geïnvesteerd vermogen).
B. Maximaliseren van Winst per Aandeel?
Dit is al beter, maar negeert twee cruciale factoren: timing en risico.
• Risico (Onzekerheid): De toekomstige winst (de €0,5) is slechts een inschatting.
We weten niet zeker hoeveel stokbroden we over 5 jaar verkopen.
• Timing: Het is niet alleen hoeveel winst, maar wanneer je die ontvangt.
9
, o Een scenario met hoge winst in de eerste jaren (het "groene scenario") is
meer waard dan een scenario met dezelfde totale winst die pas laat komt
(het "rode scenario").
o Reden: Geld dat je pas later krijgt, is minder waard door inflatie en
onzekerheid.
4. Doelstelling van de Onderneming
De professor hervat de discussie over het meten van "waarde". We zagen dat "absolute
winst" en "winst per aandeel" tekortschieten.
• Waarde = f(Rentabiliteit, Timing, Risico):
o Rentabiliteit: De verhouding tussen winst en het geïnvesteerde vermogen.
o Timing: Het moment waarop de winst (terugverdieneffecten) wordt
gerealiseerd. Winst die sneller komt (het "groene scenario") is meer waard
dan winst die pas laat komt (het "rode scenario"). Dit is te wijten aan inflatie
(geld wordt minder waard) en onzekerheid.
o Risico: De onzekerheid of de geraamde winst wel zal uitkomen. Sommige
markten zijn voorspelbaar (auto's in het verleden), andere (zoals Uber) zijn
dat niet. Investeerders zijn van nature risico-avers (vermijden risico) en
eisen een "disconto" (een negatieve correctie of korting) op investeringen
met een hoog risico.
De Realiteit: Waardevernietiging
Hoewel dit model logisch lijkt, wordt de doelstelling van waardecreatie in de realiteit vaak
niet bereikt.
• Voorbeeld (M&A): De professor verwijst naar de grafieken over fusies en
overnames. Hoewel het een "verleidelijk concept" is om te groeien, tonen studies
aan dat bijna 3 op de 4 (75%) van deze transacties waarde vernietigt.
10