Samenvatting Sociaal Recht
1
,Hoofdstuk 1: Inleiding tot het sociaal recht
1. Inleiding tot het sociaal recht
1. Sociaal recht is ruim, complex en onderhevig aan veranderingen.
2. Het omvat verschillende domeinen:
o Sociaal strafwetboek (2011)
o Sociale inspectie
o Arbeidsrecht
o Sociale zekerheid
o Sociale bijstand
2. Sociale wetgeving
= Regels die de rechten en plichten van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren regelen.
1. Doel:
o Bescherming van werknemers (zwakke partij) tegen:
Pesten, geweld, ongewenst seksueel gedrag
Loonproblemen
Kinderarbeid, arbeidstijden, moederschapsbescherming
o Bescherming van sociaal verzekerden:
Vervangingsinkomens bij ziekte of werkloosheid
Gezinsbijslag, leefloon
2. Indeling van sociale wetgeving:
o Arbeidsrecht
Individueel arbeidsrecht
Collectief arbeidsrecht
o Sociale zekerheid
In strikte zin
Sociale bijstand (minimumvoorzieningen zoals leefloon, gewaarborgd
inkomen voor mindervaliden, OCMW-dienstverlening)
3. Kenmerken van sociale wetgeving:
o Geen eenduidig geheel, meerdere rechtsbronnen:
Internationale rechtsbronnen
Wetten, decreten, ordonnanties (bv. Arbeidsovereenkomstenwet 3 juli
1978)
Koninklijke en ministeriële besluiten
Rechtspraak, rechtsleer, gewoonte, gebruik
Collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s)
Arbeidsreglement
2
,3. Arbeidsrecht
Individueel arbeidsrecht
= Regelt de relatie tussen één werkgever (WG) en één werknemer (WN).
1. Omvat:
o Sluiten en uitvoeren van arbeidsovereenkomst
o Schorsing van arbeidsovereenkomst
o Beëindiging van arbeidsovereenkomst
2. Vrijheid bestaat, maar dwingend recht en hiërarchie van rechtsbronnen moeten
gerespecteerd worden.
Collectief arbeidsrecht
= Regelt relaties tussen groepen van werkgevers en werknemers.
1. Vastgelegd in CAO’s en onderhandelingen door vakbondsorganisaties.
2. Niveaus:
o Nationale arbeidsraad
o Paritair comité
o Ondernemingsraad
o Comité voor preventie en bescherming op het werk
4. Sociale zekerheid
1. Doel: Vervangingsinkomen of bestaansmiddelen voor personen die tijdelijk of
definitief niet kunnen werken.
2. Kenmerken:
o Solidariteit
o Verplichtend karakter
o Financiering via loonbijdragen en overheidssubsidies
3. Stelsels:
o Werknemers (RSZ)
o Zelfstandigen
o Ambtenaren
4. Voorzieningen:
o Arbeidsongevallenverzekeraars, ziekenfondsen, RIZIV, RVA
o Vakbonden en HVW
o Kinderbijslag, gepensioneerden, langstlevende echtgenoten, vakantiekassen
3
, 5. Sociale statuten
1. Werknemer
2. Zelfstandige
3. Ambtenaar
4. Waarom onderscheid belangrijk?
- Andere wetgeving en verplichtingen
- Andere sociale zekerheid en rechten
6. Geschillen in het sociaal recht
1. Bevoegde rechtbanken:
o Arbeidsrechtbank
o Arbeidshof
o Rechters/raadsheren in sociale zaken
o Arbeidsauditoriaat
7. Veelgestelde vragen (beantwoord)
1. Wat is een CAO?
o Een collectieve arbeidsovereenkomst die afspraken tussen werkgevers en
werknemers vastlegt op collectief niveau.
2. Wat is een arbeidsreglement?
o Interne regels binnen een onderneming die de dagelijkse werking en
rechten/plichten van werknemers regelen.
3. Hoe pas ik de hiërarchie tussen de verschillende nationale rechtsbronnen toe?
o Internationale rechtsbronnen → Wetten/decreten → Koninklijke/ministeriële
besluiten → Rechtspraak/leer/gewoonte → CAO → Arbeidsreglement.
4. In welke 3 takken kan de sociale wetgeving onderverdeeld worden?
o Individueel en collectief arbeidsrecht
o Sociale zekerheid (in strikte zin)
o Sociale bijstand (minimumvoorzieningen)
5. Op welke principes is de Sociale Zekerheid gebouwd?
o Solidariteit
o Verplichtend karakter
6. Zijn er verschillende stelsels van Sociale Zekerheid?
o Ja: werknemers, zelfstandigen, ambtenaren
7. Welke rechtbank is bevoegd bij een geschil met de werkgever?
o De arbeidsrechtbank
8. Wat is het verschil tussen een statutaire en een contractueel ambtenaar?
o Statutair: Vastgelegd door speciale wetgeving, vaak met meer bescherming
en vaste rechten
o Contractueel: Werkt op basis van een arbeidsovereenkomst, meestal met
regels die meer lijken op het gewone arbeidsrecht
4
1
,Hoofdstuk 1: Inleiding tot het sociaal recht
1. Inleiding tot het sociaal recht
1. Sociaal recht is ruim, complex en onderhevig aan veranderingen.
2. Het omvat verschillende domeinen:
o Sociaal strafwetboek (2011)
o Sociale inspectie
o Arbeidsrecht
o Sociale zekerheid
o Sociale bijstand
2. Sociale wetgeving
= Regels die de rechten en plichten van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren regelen.
1. Doel:
o Bescherming van werknemers (zwakke partij) tegen:
Pesten, geweld, ongewenst seksueel gedrag
Loonproblemen
Kinderarbeid, arbeidstijden, moederschapsbescherming
o Bescherming van sociaal verzekerden:
Vervangingsinkomens bij ziekte of werkloosheid
Gezinsbijslag, leefloon
2. Indeling van sociale wetgeving:
o Arbeidsrecht
Individueel arbeidsrecht
Collectief arbeidsrecht
o Sociale zekerheid
In strikte zin
Sociale bijstand (minimumvoorzieningen zoals leefloon, gewaarborgd
inkomen voor mindervaliden, OCMW-dienstverlening)
3. Kenmerken van sociale wetgeving:
o Geen eenduidig geheel, meerdere rechtsbronnen:
Internationale rechtsbronnen
Wetten, decreten, ordonnanties (bv. Arbeidsovereenkomstenwet 3 juli
1978)
Koninklijke en ministeriële besluiten
Rechtspraak, rechtsleer, gewoonte, gebruik
Collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s)
Arbeidsreglement
2
,3. Arbeidsrecht
Individueel arbeidsrecht
= Regelt de relatie tussen één werkgever (WG) en één werknemer (WN).
1. Omvat:
o Sluiten en uitvoeren van arbeidsovereenkomst
o Schorsing van arbeidsovereenkomst
o Beëindiging van arbeidsovereenkomst
2. Vrijheid bestaat, maar dwingend recht en hiërarchie van rechtsbronnen moeten
gerespecteerd worden.
Collectief arbeidsrecht
= Regelt relaties tussen groepen van werkgevers en werknemers.
1. Vastgelegd in CAO’s en onderhandelingen door vakbondsorganisaties.
2. Niveaus:
o Nationale arbeidsraad
o Paritair comité
o Ondernemingsraad
o Comité voor preventie en bescherming op het werk
4. Sociale zekerheid
1. Doel: Vervangingsinkomen of bestaansmiddelen voor personen die tijdelijk of
definitief niet kunnen werken.
2. Kenmerken:
o Solidariteit
o Verplichtend karakter
o Financiering via loonbijdragen en overheidssubsidies
3. Stelsels:
o Werknemers (RSZ)
o Zelfstandigen
o Ambtenaren
4. Voorzieningen:
o Arbeidsongevallenverzekeraars, ziekenfondsen, RIZIV, RVA
o Vakbonden en HVW
o Kinderbijslag, gepensioneerden, langstlevende echtgenoten, vakantiekassen
3
, 5. Sociale statuten
1. Werknemer
2. Zelfstandige
3. Ambtenaar
4. Waarom onderscheid belangrijk?
- Andere wetgeving en verplichtingen
- Andere sociale zekerheid en rechten
6. Geschillen in het sociaal recht
1. Bevoegde rechtbanken:
o Arbeidsrechtbank
o Arbeidshof
o Rechters/raadsheren in sociale zaken
o Arbeidsauditoriaat
7. Veelgestelde vragen (beantwoord)
1. Wat is een CAO?
o Een collectieve arbeidsovereenkomst die afspraken tussen werkgevers en
werknemers vastlegt op collectief niveau.
2. Wat is een arbeidsreglement?
o Interne regels binnen een onderneming die de dagelijkse werking en
rechten/plichten van werknemers regelen.
3. Hoe pas ik de hiërarchie tussen de verschillende nationale rechtsbronnen toe?
o Internationale rechtsbronnen → Wetten/decreten → Koninklijke/ministeriële
besluiten → Rechtspraak/leer/gewoonte → CAO → Arbeidsreglement.
4. In welke 3 takken kan de sociale wetgeving onderverdeeld worden?
o Individueel en collectief arbeidsrecht
o Sociale zekerheid (in strikte zin)
o Sociale bijstand (minimumvoorzieningen)
5. Op welke principes is de Sociale Zekerheid gebouwd?
o Solidariteit
o Verplichtend karakter
6. Zijn er verschillende stelsels van Sociale Zekerheid?
o Ja: werknemers, zelfstandigen, ambtenaren
7. Welke rechtbank is bevoegd bij een geschil met de werkgever?
o De arbeidsrechtbank
8. Wat is het verschil tussen een statutaire en een contractueel ambtenaar?
o Statutair: Vastgelegd door speciale wetgeving, vaak met meer bescherming
en vaste rechten
o Contractueel: Werkt op basis van een arbeidsovereenkomst, meestal met
regels die meer lijken op het gewone arbeidsrecht
4