INHOUD
Stappenplan en voorwaarden casussen irw.......................................1
Inleiding:.................................................................................. 2
Casussen stappenplan:.............................................................2
Hiërarchie der Normen:....................................................................2
Algemeen:................................................................................................................... 3
Exceptie van onwettigheid........................................................................................... 3
Annulatie bij RvS.......................................................................................................... 3
Exceptie van Internationale onrechtmatigheid (verdrag/richtlijn/norm).......................3
Prejudiciële vraag........................................................................................................ 4
Vernietigingsberoep GWH............................................................................................ 4
Vernietigingsberoep GWH o.G.V. discriminatie............................................................4
Uittreksel van een norm (sowieso 1 vraag op het examen met dezelfde
vragen)...........................................................................................5
Internationaal Privaatrecht:.............................................................5
Recht op afbeelding:........................................................................5
Vertegenwoordeging (algemeen)......................................................6
Bekrachtiging:.............................................................................................................. 6
Werking in de tijd van een wet: (stappenplan)...................................6
De Prokura-Leer:..............................................................................7
voorwaarden:...........................................................................7
ART 6.5 BW:.....................................................................................7
Art 1.2 BW (wet in de tijd)................................................................7
OVERMACHT (5.226 & 6.7 BW)..........................................................8
Rechtsmisbruik 1.10 bw (VW zijn niet cumulatief)..............................8
ENAC 5.239 BW................................................................................8
Impliciete bevoegdheid 10 BWHI.......................................................8
Geldige oorzaak van een verbintenis (boek 5)...................................9
schijnvertegenwoordiging art 1.8 §5 BW............................................9
Gerechtelijke ontbinding van het contract.........................................9
Buitengerechtelijke ontbinding van het contract (ontbinding op
kennisgeving)..................................................................................9
derde medeplichtigheid aan contractbreuk 5.111 BW........................9
1
2025 IRW
, Voorwaarden voor een geldig contract..............................................9
Wilsgebreken (5.33 e.v. bw).............................................................9
dwaling 5.34 BW.......................................................................................................... 9
Bedrog 5.35 BW......................................................................................................... 10
Geweld 5.36 BW........................................................................................................ 10
Misbruik van omstandigheden 5.37 BW.....................................................................10
Zaakwaarneming 5.128 BW.............................................................10
Ongerechtvaardigde verrijking 5.135 BW........................................10
INLEIDING:
Normale casus oplossen (algemeen):
1. Relevante feiten (data, specifieke gegevens, personen, contracten,etc…)
2. Feiten juridisch kwalificeren (waarover gaat het? Huur, Koop, conflict tussen
normen, etc)
3. Vraag analyseren
4. Antwoorden
Antwoord structuur van de casus (van toepassing in bijna alle gevallen):
1. Bepaal de rechtsfiguur:
a. Over welke rechtsfiguur gaat de casus?
b. Verwijs naar de rechtsbasis: de wet of het arrest waarin die figuur
voorkomt.
2. Som de voorwaarden op
a. Wat zijn de voorwaarden om deze rechtsfiguur toe te passen? (wees
volledig met de voorwaarden)
3. Pas toe op de casus
a. Ga na of in de casus aan elke voorwaarde is voldaan.
b. Leg uit waarom de voorwaarden in casu kunnen worden toegepast
4. Bepaal de sanctie
a. Wat is het gevolg (de sanctie) als de rechtsfiguur van toepassing is?
5. Formuleer de conclusie
a. Geef een duidelijk antwoord op de vraag.
b. Bijvoorbeeld:
i. Ja, op basis van rechtsfiguur Y kan persoon X sanctie Z vragen.
ii. Nee, want er is niet voldaan aan voorwaarde A van rechtsfiguur Y.
CASUSSEN STAPPENPLAN:
HIËRARCHIE DER NORMEN:
2
2025 IRW