Strafprocesrecht
H1: Algemene beginselen
1.1 Definitie
• Begrip
o Strafprocesrecht = formeel strafrecht = strafrechtspleging = strafvordering
o Praktische toepassing vh materieel strafrecht kan slechts worden
gerealiseerd via het strafprocesrecht
o Het geheel der rechtsregels over de opsporing, vervolging en berechting
van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd:
▪ Scenario’s en vormvoorschriften die moeten worden gevolgd
▪ Rechtspositie van de verschillende betrokken personen
▪ Regels m.b.t. organisatie en werking vd strafgerechten (vb: tot
welke rechter heb je toegang en hoe krijg je deze toegang?)
▪ Regels m.b.t. tenuitvoerlegging vd beslissingen van die gerechten
o Bronnen
▪ Sv.
▪ Ger. W.
▪ Wet op de voorlopige hechtenis
▪ EVRM
• Materieel vs. Formeel strafrecht
o Tot wie zijn de regels gericht?
▪ Materieel: tot iedereen (burgers, rechtspersonen, overheid)
▪ Formeel: vooral tot overheid (politie, magistraten)
- Strafproces = proces tussen gemeenschap
(vertegenwoordigd door OM) en verdachte
- ZEER uitzonderlijk tot burger gericht: bv als verdachte,
getuige, slachtoffer
o Inhoud van de regels
▪ Materieel: vanzelfsprekende regels (vb: je mag niet stelen),
veranderen niet snel
- WANT beschermt reeks fundamentele waarden
▪ Formeel: niet zelfde ‘vanzelfsprekendheid’, gaat om spelregels (niet
aan intrinsieke waarden gekoppeld), berusten vaak op het
onderling afwegen van verschillende belangen (waarheidsvinding
vs. bescherming van fundamentele rechten van eenieder)
- Er kan gediscussieerd worden over deze spelregels
vb: sommigen vinden dat je nog steeds moet kunnen
bestraffen, ook al is de strafvordering verjaard
, o Sanctionering van schending vd regels
▪ Materieel: op elk misdrijf staat een straf
▪ Formeel: de precieze processuele sanctie varieert naargelang de
norm en is vaak niet op voorhand bij wet bepaald (vb: voor een
huiszoeking moet je voorafgaand toestemming hebben, maar er
staat niet in de huiszoekingswet wat de sanctie is als de
toestemming pas achteraf werd gegeven)
- Soms nietigheid
- Soms gevolgen op vlak van bewijsvoering (vb: rechter mag
onrechtmatig verkregen bewijsstuk niet gebruiken)
- Soms onontvankelijkheid of verval van de strafvordering
- Soms is er geen sanctie
- Dikwijls onzeker
• Doelstellingen strafproces
o Waarheidsvinding
▪ Maatschappij wil dat de waarheid wordt achterhaald & gepast
gesanctioneerd
o Bescherming van de individuele grondrechten
▪ Niet alleen ten voordele van de verdachte, maar ten voordele van
eenieder (vb: zorgt ervoor dat je erop kan vertrouwen dat er niet
opeens afluisterapparatuur in je auto ligt)
o Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten
▪ Oorspronkelijk: alleen wettelijkheidsvereiste
▪ Later (met het EVRM): ook inhoudelijke vereisten
- Belangen van de burger en verdachte wegen meer door
- Concrete afweging moet gebeuren door de rechtspraak
1.2 Accusatoir vs. inquisitoir proces
• Accusatoir = horizontale processtructuur
o Aanklager en verdediging op gelijke voet (moeten beide rechter overtuigen
& beide bewijsmateriaal verzamelen)
o De partijen hebben het proces volledig in handen en bepalen welke
onderzoeksverrichtingen zullen plaatsvinden
o Alle onderzoeksverrichtingen geschieden tegensprekelijk
o Passieve rol van de rechter: toezien dat procedure correct verloopt
o Volledige openbaarheid van het proces (zowel t.a.v. partijen als t.a.v. het
publiek)
o Openbaar, mondeling, tegensprekelijk
, • Inquisitoir = verticale processtructuur
o Overheid bepaalt het procesverloop
o Procesvoering wordt niet aan de partijen overgelaten (ze ondergaan het
proces)
o Openbare aanklager (OM) die ambtshalve optreedt namens de
gemeenschap
o Actieve rol van de rechter: ontdekken van de waarheid
o Rechter heeft verregaande bevoegdheden
o De verdachte is het ‘object’ van de rechtspleging
o Geheim, schriftelijk, niet-tegensprekelijk
• Common law landen vs. continentale landen
o Common law (VK, VS…): meestal accusatoir
o Continentale landen (België, Frankrijk…): meestal inquisitoir, MAAR niet in
zuivere vorm!
▪ Vooronderzoek = inquisitoir (opstellen strafdossier)
▪ Procedure ten gronde = accusatoir (tegensprekelijk, MAAR rechter
kan bijkomend onderzoek bevelen)
1.3 Verloop van het strafproces
• Vooronderzoek (fase 1): verdachte identificeren & nagaan of er voldoende
bezwaren tegen hem bestaan → OO of GO is afhankelijk van procureur /
slachtoffer & zwaarte v impact van de onderzoekshandelingen
o Opsporingsonderzoek (OO): o.l.v. procureur des Konings (PdK)
▪ Krijgt steeds meer bevoegdheden
- WG wilde niet te veel GO, want zijn complexer & trager
▪ Afgesloten: niet-vervolging of rechtstreekse dagvaarding
o Gerechtelijk onderzoek (GO): o.l.v. onderzoeksrechter (OR)
▪ Eerder uitzonderlijk
▪ Wanneer: OR nodig bij dwangmaatregelen (vb: iemand langer dan
48u van vrijheid beroven), aangezien PdK deze niet zelf kan stellen
▪ Afgesloten: niet-vervolging of verwijzing door raadkamer (beslist of
er voldoende bezwaren zijn om voor strafrechter te brengen)
o UITZONDERING: mini-instructie = PdK kan aan OR vragen om voor hem
een onderzoekshandeling te stellen (waarvoor PdK niet bevoegd, vb:
telefoontap), OR maakt dat bewijs over aan PdK, waardoor PdK resultaten
verkrijgt die hij normaal nooit zou kunnen bekomen + het blijft een OO
▪ MAAR risico: OR kan het onderzoek naar zich toe trekken
(evocatierecht)
▪ Uitzonderingen op mini-instructie: art. 28septies Sv.
- Deze onderzoekshandelingen hebben zwaar impact op
rechten & vrijheden DUS voorbehouden voor GO (vb:
huiszoeking)
, o Kenmerken
▪ Geheim (intern, extern)
- Art. 28quinquies, §1 en 57, §1 Sv.
- Doel: onderzoek niet gedwarsboomd, onnodige publiciteit
vermijden (wat nadelig zou kunnen zijn voor de verdachte)
- T.a.v. verdachte & slachtoffer: in principe niet betrokken bij
de onderzoeksverrichtingen (behalve deze die op die
persoon zelf betrekking hebben, vb: huiszoeking bij jou
thuis) + resultaat ervan wordt niet medegedeeld (geen
inzage in het strafdossier)
MAAR uitzonderingen, vb: verzoek tot inzage (art. 21bis en
61ter Sv.), kopie PV van ondervraging (art. 28quinquies §2 en
57 §2 Sv.), bij vrijheidsberoving: inzage in het strafdossier
(art. 21-22 WVH) (sinds 2019: tenzij beperkte
uitzonderingen, verzoeker of raadsman mogen zelf
kosteloos kopie nemen van strafdossier), op einde van GO:
inzage in het strafdossier (art. 127 Sv.)
- T.a.v. publiek: in principe is vooronderzoek geheim DUS alle
procedurehandelingen achter gesloten deuren
(vb: handhaving van de voorlopige hechtenis, regeling der
rechtspleging, controle van de bijzondere
opsporingsmethoden…)
MAAR milderingen: persmededelingen (art. 28quinquies §3
en 57 §3 Sv.) → Ook advocaat kan mededelingen aan de
pers doen (ibid., §4) + voor zover mogelijk moet identiteit vd
betrokken partijen achtergehouden worden
- Sanctionering: NIET nietigheid van gehele onderzoek, kan
wel nietigheid van bepaalde opsporingshandelingen tot
gevolg hebben
vb: bij reality-tv beslissen politierechters soms tot nietigheid
van de gefilmde onderzoekshandelingen en het daaruit
verkregen bewijsmateriaal wegens schending privacy en
geheim van het onderzoek
➔ Schending beroepsgeheim (art. 352 Sw.2024): kan
aanleiding geven tot vordering tot schadevergoeding
= ook v.t.p. op particulieren die gevolg moeten geven
aan bepaalde vorderingen vd overheid (vb: operator
bij telefoontap) & advocaat die bijstand verleent bij
verhoor
MAAR steeds meer beperkingen: art. 458 Sw.1867 &
458ter Sw.1867