MEDISCHE DEONTOLOGIE
PROF. TIMOTHY DEVOS
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 1: Definitie deontologie
Hoofdstuk 2: Uitoefening van de Geneeskunde (WUG)
Hoofdstuk 3: Toezichtscommissie
Hoofdstuk 4: Orde der artsen
Hoofdstuk 5: Handleidingen plichtenleer
Hoofdstuk 6: Capita selecta
1. Beroepsgeheim
2. Goede zorgverlening
a. Patiëntendossier
b. Continuïteit van zorgverlening
3. Autonomie van de patiënt
4. Levenseindezorg en deontologie
5. Arts, digitale media & telegeneeskunde
Hoofdstuk 7: Gastcollege
1
,HOOFDSTUK 1: DEFINITIE DEONTOLOGIE
DEFINITIE
Definitie volgens artikel 1
- De medische deontologie omvat de basisbeginselen en gedragsregels die
iedere arts in het belang van het individu en de maatschappij eerbiedigt en als
leidraad neemt bij de uitoefening van zijn beroep
- Dat betekent:
Waken over de handhaving van de morele integriteit van het beroep arts,
in het belang van de patiënt, de volksgezondheid en het algemeen welzijn
Waken over de handhaving van het vertrouwen van de burger in de arts
Waken over de bijzondere vertrouwensrelatie van de arts met patiënten
Niet statisch (deontologie is dynamisch)
BRONNEN DEONTOLOGIE
ALGEMEEN
- Moraalfilosofie (Kant): handelen volgens ethische principes/ algemeen geldende
regels
Morele plicht: op grond van de rede komen tot universele waarden,
principes waar we moeten naar handelen en die algemeen geldig zijn
Principe formuleren: handelen naar iets wat je zou willen dat een natuurwet
is
Categorische imperatief: fundamenteel principe om te bepalen of
handeling moreel juist is
o ‘handel alleen volgens die regel waarvan je tegelijkertijd kunt willen
dat die een algemene wet zou moeten worden’
o ‘de ander nooit alleen als middel zien, maar ook altijd als doel in
zichzelf’
o ‘anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden’
- Medische ethiek/bio-ethiek principlisme, personalisme
Principlisme: 4 criteria voor ethische aftoetsing
o Benificence (weldoen): het welzijn van de patiënt bevorderen
o Non-malificence (niet-kwaaddoen): primum non nocere (geen
schade berokkenen)
o Self-disposal (zelfbeschikkingsrecht): respect voor autonomie en
welzijn van de patiënt
o Justice (rechtvaardigheid): principe van rechtvaardige verdeling
Personalisme
o Relationeel mensbeeld: de persoon wordt gevormd en vervuld in
relatie met anderen, de wereld, en soms een spirituele dimensie
o Vrijheid en verantwoordelijkheid: de persoon is zelfbewust, vrij en
moreel verantwoordelijk voor zijn keuzes
o Tegenover collectieve systemen: personalisme verwerpt systemen
die de persoon als ondergeschikt zien aan een groter geheel, zoals
de staat of een collectief, omdat dit de unieke waardigheid van het
individu miskent
2
, - Wetgeving
Universele Verklaring Rechten van de Mens (UVRM)
o Artikel 5
Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch
aan een wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing.
o Artikel 12
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige
inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in
zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige
aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke
inmenging of aantasting heeft een ieder recht op
bescherming door de wet.
o Artikel 18
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten
en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van
godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid
hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in
zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te
belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische
toepassing, door eredienst en de inachtneming van de
geboden en voorschriften.
o Artikel 24
Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met
inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en
op periodieke vakanties met behoud van loon.
o Artikel 25
Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog
genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en
zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding,
huisvesting en geneeskundige verzorging en de
noodzakelijke sociale diensten, […] Moeder en kind hebben
recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan
niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.
o Artikel 29
Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder
welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn
persoonlijkheid niet mogelijk is.
Medisch recht: WUG, KwW, WPR, …
o WUG: Wet op uitoefening van de Gezondheidsberoepen
o KwW: Wet Kwaliteitsvolle praktijkvoering
schrapt artikelen ‘kwaliteitsvereisten’ WUG
vervangt Provinciale Geneeskundige Commissies (PGC) door
Federale Toezichtscommissie
verscherpt regels en toezicht op kwaliteit
SPECIFIEK
- Eed van Hippocrates
- WMA Verklaring van Geneva (2017)
- WMA Verklaring van Helsinki (2013) experimenten
3
, - Europese Handleiding voor Medische Ethiek (1987)
- Code van Medische Deontologie (2018)
HOOFDSTUK 2: UITOEFENING VAN DE GENEESKUNDE
WUG: WET BETREFFENDE UITOEFENING VAN DE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN
Geneeskunde = handelingen die tot doel hebben: (art. 3 § 1)
- het onderzoeken van de gezondheidstoestand
- het opsporen van ziekten en gebrekkigheden
- het stellen van de diagnose
- het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysische of psychische,
werkelijke of vermeende pathologische toestand
- de inenting
- medisch technisch ingrepen om louter esthetische redenen
Art. 35
- … hebben de beoefenaars …, mits eerbiediging van de regelen van de
plichtenleer, recht op honoraria of forfaitaire bezoldigingen voor de door hen
geleverde prestaties.
- onverminderd de toepassing van bedragen welke eventueel zijn vastgesteld door
of krachtens de wet of voorzien bij statuten of overeenkomsten waartoe de
beoefenaars zijn toegetreden, bepalen deze vrij het bedrag van hun
honoraria, onder voorbehoud van de bevoegdheid, in geval van
betwisting, van de Orde waaronder zij ressorteren of van de
rechtbanken.
CODE VAN MEDISCHE DEONTOLOGIE
Wettelijke voorwaarden voor uitoefening van de geneeskunde
- artsendiploma universiteit (art. 3)
- visum van het DG FOD Volksgezondheid (= toestemming)
in staat om de geneeskunde te beoefenen (lichamelijk als psychisch)
bewaking van de kwaliteit van gezondheidszorg
kennis bijscholen
- inschrijving op de lijst van de Orde der Artsen
WET KWALITEITSVOLLE PRAKTIJKVOERING IN GHZ (KWW)
De concreet uitgewerkte kwaliteitsvereisten hebben onder meer betrekking op:
- de diagnostische en therapeutische vrijheid
- de feitelijke bekwaamheid & expertise tot uitoefening via een verplicht portfolio
- het visum als licence to practice
- risicovolle verstrekkingen met anxiolyse/anesthesie
- patiënt karakterisatie
- zorgcontinuïteit (geen onderbreking zorgen, doorverwijzing, adequate
informatie hierover)
- een regeling voor de permanentie (artsen ea.)
- kwaliteitscontrole
4
PROF. TIMOTHY DEVOS
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 1: Definitie deontologie
Hoofdstuk 2: Uitoefening van de Geneeskunde (WUG)
Hoofdstuk 3: Toezichtscommissie
Hoofdstuk 4: Orde der artsen
Hoofdstuk 5: Handleidingen plichtenleer
Hoofdstuk 6: Capita selecta
1. Beroepsgeheim
2. Goede zorgverlening
a. Patiëntendossier
b. Continuïteit van zorgverlening
3. Autonomie van de patiënt
4. Levenseindezorg en deontologie
5. Arts, digitale media & telegeneeskunde
Hoofdstuk 7: Gastcollege
1
,HOOFDSTUK 1: DEFINITIE DEONTOLOGIE
DEFINITIE
Definitie volgens artikel 1
- De medische deontologie omvat de basisbeginselen en gedragsregels die
iedere arts in het belang van het individu en de maatschappij eerbiedigt en als
leidraad neemt bij de uitoefening van zijn beroep
- Dat betekent:
Waken over de handhaving van de morele integriteit van het beroep arts,
in het belang van de patiënt, de volksgezondheid en het algemeen welzijn
Waken over de handhaving van het vertrouwen van de burger in de arts
Waken over de bijzondere vertrouwensrelatie van de arts met patiënten
Niet statisch (deontologie is dynamisch)
BRONNEN DEONTOLOGIE
ALGEMEEN
- Moraalfilosofie (Kant): handelen volgens ethische principes/ algemeen geldende
regels
Morele plicht: op grond van de rede komen tot universele waarden,
principes waar we moeten naar handelen en die algemeen geldig zijn
Principe formuleren: handelen naar iets wat je zou willen dat een natuurwet
is
Categorische imperatief: fundamenteel principe om te bepalen of
handeling moreel juist is
o ‘handel alleen volgens die regel waarvan je tegelijkertijd kunt willen
dat die een algemene wet zou moeten worden’
o ‘de ander nooit alleen als middel zien, maar ook altijd als doel in
zichzelf’
o ‘anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden’
- Medische ethiek/bio-ethiek principlisme, personalisme
Principlisme: 4 criteria voor ethische aftoetsing
o Benificence (weldoen): het welzijn van de patiënt bevorderen
o Non-malificence (niet-kwaaddoen): primum non nocere (geen
schade berokkenen)
o Self-disposal (zelfbeschikkingsrecht): respect voor autonomie en
welzijn van de patiënt
o Justice (rechtvaardigheid): principe van rechtvaardige verdeling
Personalisme
o Relationeel mensbeeld: de persoon wordt gevormd en vervuld in
relatie met anderen, de wereld, en soms een spirituele dimensie
o Vrijheid en verantwoordelijkheid: de persoon is zelfbewust, vrij en
moreel verantwoordelijk voor zijn keuzes
o Tegenover collectieve systemen: personalisme verwerpt systemen
die de persoon als ondergeschikt zien aan een groter geheel, zoals
de staat of een collectief, omdat dit de unieke waardigheid van het
individu miskent
2
, - Wetgeving
Universele Verklaring Rechten van de Mens (UVRM)
o Artikel 5
Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch
aan een wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing.
o Artikel 12
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige
inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in
zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige
aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke
inmenging of aantasting heeft een ieder recht op
bescherming door de wet.
o Artikel 18
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten
en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van
godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid
hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in
zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te
belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische
toepassing, door eredienst en de inachtneming van de
geboden en voorschriften.
o Artikel 24
Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met
inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en
op periodieke vakanties met behoud van loon.
o Artikel 25
Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog
genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en
zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding,
huisvesting en geneeskundige verzorging en de
noodzakelijke sociale diensten, […] Moeder en kind hebben
recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan
niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.
o Artikel 29
Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder
welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn
persoonlijkheid niet mogelijk is.
Medisch recht: WUG, KwW, WPR, …
o WUG: Wet op uitoefening van de Gezondheidsberoepen
o KwW: Wet Kwaliteitsvolle praktijkvoering
schrapt artikelen ‘kwaliteitsvereisten’ WUG
vervangt Provinciale Geneeskundige Commissies (PGC) door
Federale Toezichtscommissie
verscherpt regels en toezicht op kwaliteit
SPECIFIEK
- Eed van Hippocrates
- WMA Verklaring van Geneva (2017)
- WMA Verklaring van Helsinki (2013) experimenten
3
, - Europese Handleiding voor Medische Ethiek (1987)
- Code van Medische Deontologie (2018)
HOOFDSTUK 2: UITOEFENING VAN DE GENEESKUNDE
WUG: WET BETREFFENDE UITOEFENING VAN DE GEZONDHEIDSZORGBEROEPEN
Geneeskunde = handelingen die tot doel hebben: (art. 3 § 1)
- het onderzoeken van de gezondheidstoestand
- het opsporen van ziekten en gebrekkigheden
- het stellen van de diagnose
- het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysische of psychische,
werkelijke of vermeende pathologische toestand
- de inenting
- medisch technisch ingrepen om louter esthetische redenen
Art. 35
- … hebben de beoefenaars …, mits eerbiediging van de regelen van de
plichtenleer, recht op honoraria of forfaitaire bezoldigingen voor de door hen
geleverde prestaties.
- onverminderd de toepassing van bedragen welke eventueel zijn vastgesteld door
of krachtens de wet of voorzien bij statuten of overeenkomsten waartoe de
beoefenaars zijn toegetreden, bepalen deze vrij het bedrag van hun
honoraria, onder voorbehoud van de bevoegdheid, in geval van
betwisting, van de Orde waaronder zij ressorteren of van de
rechtbanken.
CODE VAN MEDISCHE DEONTOLOGIE
Wettelijke voorwaarden voor uitoefening van de geneeskunde
- artsendiploma universiteit (art. 3)
- visum van het DG FOD Volksgezondheid (= toestemming)
in staat om de geneeskunde te beoefenen (lichamelijk als psychisch)
bewaking van de kwaliteit van gezondheidszorg
kennis bijscholen
- inschrijving op de lijst van de Orde der Artsen
WET KWALITEITSVOLLE PRAKTIJKVOERING IN GHZ (KWW)
De concreet uitgewerkte kwaliteitsvereisten hebben onder meer betrekking op:
- de diagnostische en therapeutische vrijheid
- de feitelijke bekwaamheid & expertise tot uitoefening via een verplicht portfolio
- het visum als licence to practice
- risicovolle verstrekkingen met anxiolyse/anesthesie
- patiënt karakterisatie
- zorgcontinuïteit (geen onderbreking zorgen, doorverwijzing, adequate
informatie hierover)
- een regeling voor de permanentie (artsen ea.)
- kwaliteitscontrole
4