Alle schrijfopdrachten van volkenrecht VU:
onderwerpen: alle schrijfopdrachten een voldoende voor gekregen. A of B.
Vrede en veiligheid
Staatsaansprakelijkheid
Jurisdictie en immuniteit
Zelfbeschikking
Zo beantwoord je een vraag in betoogvorm.
Inleiding: aanleiding, wat is jouw positie (tot wie richt je je en namens wie), wat is de rechtsvraag of
juridische kwestie, wat is je standpunt, leeswijzer (op basis van welke rechtsbronnen ga je je
standpunt onderbouwen).
Middenstuk: cumulatief of alternatieve voorwaarden alle voorwaarden van het leerstuk afgaan +
eventuele uitzonderingen
Conclusie: standpunt herhalen, hele kleine samenvatting + belangrijkste rechtsbron.
Leerstuk: vrede en veiligheid
Casus: Russische drones boven Polen
Sinds de Russische invasie van Oekraïne is het luchtruim van NAVO-landen meermaals geschonden.
Op 10 september 2025, vloog ‘s nachts een golf bewapende drones vanuit Rusland het Poolse
luchtruim binnen. Volgens de Poolse premier Donald Tusk werden zeker vier drones uit de lucht
geschoten. Ook Nederlandse F-35-straaljagers kwamen in actie.
Polen deed een beroep op artikel 4 van het NAVO Handvest, wat inhoudt dat er een spoedoverleg
tussen lidstaten wordt ingelast. Al snel werd door ministers uit onder meer Duitsland, Polen en
Nederland gesteld dat het hoogstwaarschijnlijk om een doelbewuste provocatie van Rusland ging.
Volgens EU-buitenlandchef Kaja Kallas waren er "aanwijzingen" voor opzet. NAVO-secretaris-generaal
Mark Rutte drukte zich voorzichtiger uit. Hij veroordeelde het "roekeloze en gevaarlijke handelen"
van Rusland. Maar toen hem werd gevraagd of er sprake was van opzet, zei hij te wachten op de
uitkomsten van een onderzoek. Bronnen binnen de NAVO zeggen echter dat de kans klein is dat het
om een fout ging.
Het Russische ministerie van Defensie verklaarde dat de drones die het heeft afgevuurd "niet voor
Polen waren bedoeld". Daarna werd gesteld dat de drones helemaal niet genoeg bereik hadden om
zo diep in Polen terecht te komen. Warschau zou proberen om de Oekraïne-oorlog verder te laten
escaleren door Rusland te beschuldigen van een daad van geweld, zo stelt het Kremlin.
Schrijf nu een juridisch betoog (400 woorden) als juridisch adviseur gericht aan de Poolse regering.
Zet zo volledig mogelijk uiteen of de Poolse regering zich na het incident kan beroepen op het recht
op zelfverdediging.
Naar aanleiding van het incident dat er drones van Rusland in het luchtruim van Polen zijn gekomen
op 10 september, breng ik als juridisch adviseur advies uit voor de Poolse regering of ze recht hebben
op zelfverdediging. De rechtsvraag luidt als volgt: heeft Polen recht op zelfverdediging door de
gewapende aanval van Rusland? Mijn standpunt is dat jullie geen recht hebben op zelfverdediging,
omdat er geen sprake is van een gewapende aanval. Om te kijken of er sprake is van zelfverdediging
, ga ik kijken naar art. 2 lid 4 VN handvest, art. 51 VN handvest, de Nicaragua zaak en de Wall opinion
zaak.
Het recht op zelfverdediging is een uitzondering op art. 2 lid 4 VN handvest dat een staat geen geweld
mag gebruiken. Het recht op zelfverdediging heeft cumulatieve voorwaarden die zal ik een voor een
nalopen.
Ten eerste moet er sprake zijn van een gewapende aanval waar jij slachtoffer van bent geweest. Dit
volgt uit de Nicaragua zaak. Een gewapende aanval beoordeel je door te kijken naar het schema van
schaal en effect. Een aantal drones van Rusland kwamen naar het luchtruim van Polen. Dit zal op de
schaal niet erg hoog komen, omdat het maar om een aantal drones gaat. De drones hebben niks
gedaan in het luchtruim, dus hadden de drones weinig effect. Aan de hand van deze feiten zie ik in
dat er geen sprake is van een gewapende aanval en dat er dus geen recht bestaat op zelfverdediging
op grond van art. 51 VN handvest.
Stel u vindt dat er wel sprake is van een gewapende aanval zal ik u ook meteen advies geven over wat
te doen als er dan wel sprake is van een gewapende aanval. Recht op zelfverdediging kan alleen tegen
een andere staat. Dit volgt uit het Wall opinion arrest. Rusland is een staat. Daarnaast moet de
zelfverdediging dan ook noodzakelijk en proportioneel zijn en als laatst zal u de zelfverdediging
moeten rapporteren aan de VN-veiligheidsraad.
Conclusie in deze casus: concluderend op grond van de voorwaarden van art. 51 VN-Handvest,
gewoonterecht, Wall opinion, Nicaragua stellen wij ons op het standpunt dat Polen het recht op
zelfverdediging niet kan inroepen.
Leerstuk: staatsaansprakelijkheid
Casus: Nederland in Afghanistan
In november 2022 deed de rechtbank in Den Haag in een zaak tegen de Nederlandse Staat over een
bombardement in Afghanistan.
Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan gestationeerd, na
een verzoek van de NAVO om bij te dragen aan de wederopbouw van het land. Tussen 15 en 19 juni
2007 vond de slag om Chora plaats. Hierbij is door Nederlandse militairen een Afghaans huis
gebombardeerd waarbij 20 burgerdoden zijn gevallen. Nabestaanden van deze slachtoffers hebben
vervolgens een zaak aangespannen tegen Nederland. De rechtbank in Den Haag stelde de
nabestaanden in het gelijk en oordeelde dat het huis onterecht is aangewezen als militair doel en dat
daarmee het bombardement onrechtmatig was.
Advocaat van de nabestaanden Liesbeth Zegveld legde uit in het NOS Journaal dat in het
internationaal recht uit de Verdragen van Genève volgt dat "het basisbeginsel van het oorlogsrecht
het onderscheid tussen militaire en burgerdoelen is. Je moet altijd verifiëren of je met een militair
doelwit te maken hebt."
Stel dat Afghanistan op basis van de uitspraak van de rechtbank in Den Haag juridische
vervolgstappen wil zetten.
Opdracht:
Schrijf een juridisch betoog (400 woorden) namens Afghanistan, waarin je het IGH vraagt om ook de
onderwerpen: alle schrijfopdrachten een voldoende voor gekregen. A of B.
Vrede en veiligheid
Staatsaansprakelijkheid
Jurisdictie en immuniteit
Zelfbeschikking
Zo beantwoord je een vraag in betoogvorm.
Inleiding: aanleiding, wat is jouw positie (tot wie richt je je en namens wie), wat is de rechtsvraag of
juridische kwestie, wat is je standpunt, leeswijzer (op basis van welke rechtsbronnen ga je je
standpunt onderbouwen).
Middenstuk: cumulatief of alternatieve voorwaarden alle voorwaarden van het leerstuk afgaan +
eventuele uitzonderingen
Conclusie: standpunt herhalen, hele kleine samenvatting + belangrijkste rechtsbron.
Leerstuk: vrede en veiligheid
Casus: Russische drones boven Polen
Sinds de Russische invasie van Oekraïne is het luchtruim van NAVO-landen meermaals geschonden.
Op 10 september 2025, vloog ‘s nachts een golf bewapende drones vanuit Rusland het Poolse
luchtruim binnen. Volgens de Poolse premier Donald Tusk werden zeker vier drones uit de lucht
geschoten. Ook Nederlandse F-35-straaljagers kwamen in actie.
Polen deed een beroep op artikel 4 van het NAVO Handvest, wat inhoudt dat er een spoedoverleg
tussen lidstaten wordt ingelast. Al snel werd door ministers uit onder meer Duitsland, Polen en
Nederland gesteld dat het hoogstwaarschijnlijk om een doelbewuste provocatie van Rusland ging.
Volgens EU-buitenlandchef Kaja Kallas waren er "aanwijzingen" voor opzet. NAVO-secretaris-generaal
Mark Rutte drukte zich voorzichtiger uit. Hij veroordeelde het "roekeloze en gevaarlijke handelen"
van Rusland. Maar toen hem werd gevraagd of er sprake was van opzet, zei hij te wachten op de
uitkomsten van een onderzoek. Bronnen binnen de NAVO zeggen echter dat de kans klein is dat het
om een fout ging.
Het Russische ministerie van Defensie verklaarde dat de drones die het heeft afgevuurd "niet voor
Polen waren bedoeld". Daarna werd gesteld dat de drones helemaal niet genoeg bereik hadden om
zo diep in Polen terecht te komen. Warschau zou proberen om de Oekraïne-oorlog verder te laten
escaleren door Rusland te beschuldigen van een daad van geweld, zo stelt het Kremlin.
Schrijf nu een juridisch betoog (400 woorden) als juridisch adviseur gericht aan de Poolse regering.
Zet zo volledig mogelijk uiteen of de Poolse regering zich na het incident kan beroepen op het recht
op zelfverdediging.
Naar aanleiding van het incident dat er drones van Rusland in het luchtruim van Polen zijn gekomen
op 10 september, breng ik als juridisch adviseur advies uit voor de Poolse regering of ze recht hebben
op zelfverdediging. De rechtsvraag luidt als volgt: heeft Polen recht op zelfverdediging door de
gewapende aanval van Rusland? Mijn standpunt is dat jullie geen recht hebben op zelfverdediging,
omdat er geen sprake is van een gewapende aanval. Om te kijken of er sprake is van zelfverdediging
, ga ik kijken naar art. 2 lid 4 VN handvest, art. 51 VN handvest, de Nicaragua zaak en de Wall opinion
zaak.
Het recht op zelfverdediging is een uitzondering op art. 2 lid 4 VN handvest dat een staat geen geweld
mag gebruiken. Het recht op zelfverdediging heeft cumulatieve voorwaarden die zal ik een voor een
nalopen.
Ten eerste moet er sprake zijn van een gewapende aanval waar jij slachtoffer van bent geweest. Dit
volgt uit de Nicaragua zaak. Een gewapende aanval beoordeel je door te kijken naar het schema van
schaal en effect. Een aantal drones van Rusland kwamen naar het luchtruim van Polen. Dit zal op de
schaal niet erg hoog komen, omdat het maar om een aantal drones gaat. De drones hebben niks
gedaan in het luchtruim, dus hadden de drones weinig effect. Aan de hand van deze feiten zie ik in
dat er geen sprake is van een gewapende aanval en dat er dus geen recht bestaat op zelfverdediging
op grond van art. 51 VN handvest.
Stel u vindt dat er wel sprake is van een gewapende aanval zal ik u ook meteen advies geven over wat
te doen als er dan wel sprake is van een gewapende aanval. Recht op zelfverdediging kan alleen tegen
een andere staat. Dit volgt uit het Wall opinion arrest. Rusland is een staat. Daarnaast moet de
zelfverdediging dan ook noodzakelijk en proportioneel zijn en als laatst zal u de zelfverdediging
moeten rapporteren aan de VN-veiligheidsraad.
Conclusie in deze casus: concluderend op grond van de voorwaarden van art. 51 VN-Handvest,
gewoonterecht, Wall opinion, Nicaragua stellen wij ons op het standpunt dat Polen het recht op
zelfverdediging niet kan inroepen.
Leerstuk: staatsaansprakelijkheid
Casus: Nederland in Afghanistan
In november 2022 deed de rechtbank in Den Haag in een zaak tegen de Nederlandse Staat over een
bombardement in Afghanistan.
Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan gestationeerd, na
een verzoek van de NAVO om bij te dragen aan de wederopbouw van het land. Tussen 15 en 19 juni
2007 vond de slag om Chora plaats. Hierbij is door Nederlandse militairen een Afghaans huis
gebombardeerd waarbij 20 burgerdoden zijn gevallen. Nabestaanden van deze slachtoffers hebben
vervolgens een zaak aangespannen tegen Nederland. De rechtbank in Den Haag stelde de
nabestaanden in het gelijk en oordeelde dat het huis onterecht is aangewezen als militair doel en dat
daarmee het bombardement onrechtmatig was.
Advocaat van de nabestaanden Liesbeth Zegveld legde uit in het NOS Journaal dat in het
internationaal recht uit de Verdragen van Genève volgt dat "het basisbeginsel van het oorlogsrecht
het onderscheid tussen militaire en burgerdoelen is. Je moet altijd verifiëren of je met een militair
doelwit te maken hebt."
Stel dat Afghanistan op basis van de uitspraak van de rechtbank in Den Haag juridische
vervolgstappen wil zetten.
Opdracht:
Schrijf een juridisch betoog (400 woorden) namens Afghanistan, waarin je het IGH vraagt om ook de
