Ingekorte samenvatting
interpersoonlijke modellen
2025-2026
Prof Luc Van den Berge
Yana Sabbe
1
,HOOFDSTUK 1: DE INTERPERSOONLIJKE BENADERING VAN HARRY STACK
SULLIVAN
1) Biografie
Sullivan (1892-1949): Iers-katholieke afkomst, enig kind.
Artsopleiding aan commercieel instituut met slechte reputatie.
Werkte in psychiatrische ziekenhuizen, o.a. met schizofreniepatiënten.
Worstelde met eigen problematiek (seksuele geaardheid).
Biografie beïnvloedde zijn denken en werken.
2) Ervaringen in psychiatrische ziekenhuizen:
St. Elizabeths Hospital: observatie schizofrenie.
Sheppard and Enoch Pratt Hospital: interacties in sociaal veld.
Taal als middel om zich te verdedigen, niet om mee te delen.
Anxiety leidt tot terugtrekking uit contacten.
Terugtrekken: fysiek, gedachten voor zich houden, vervelend spreken.
Werken met mensen met dwangmatige problematiek.
Dwangmatig gebruik van taal is sociaal acceptabel.
Maar: ook dit kan een verdediging zijn tegen afname van zelfwaardering.
3) Algemene conclusies:
Anxiety is een algemene ervaring. Emotioneel onwelbevinden.
Oorsprong in interpersoonlijke relaties.
Defensieve patronen (security operations) als antwoord op anxiety.
In extreme gevallen: psychiatrische symptomen.
Psychiatrische patiënten zijn niet essentieel verschillend van andere
mensen.
4) Belang:
Visionair: inspiratiebron voor systeemtherapie.
Invloed op Amerikaanse psychiaters.
Achtergrond voor Minuchin.
Behield veel van het analytische denken.
Concepten: sublimering, onbewuste, parataxische vertekeningen
(overdracht).
Aandacht verschoof van binnenkant (intrapsychisch) naar buitenkant
(waarneembare fenomenen).
Middenweg tussen subjectief en objectief.
Klemtoon op interpersoonlijk denken in de klinische psychologie
(systeemtherapie).
5) Opvattingen over interpersoonlijke relaties:
Persoonlijkheid = manier waarop een mens met andere mensen omgaat.
2
, Bestuderen van karaktertrekken die onmiddellijk geobserveerd kunnen
worden.
Observatie door: gesprek, relatie therapeut-cliënt, gesprekken met derden.
Observeerbaar staat tegenover de ‘psychè’.
Voorbeeld: jongen die zich terugtrekt in zijn kamer.
Sullivan: beschrijving van interpersoonlijke gebeurtenissen.
Psychoanalyse: beschrijving van intrapsychische conflicten.
6) Voorbeeld ter illustratie:
Zestienjarige jongen kruipt weg in de hoek van zijn kamer.
Fluistert dat hij bang is dat mensen hem kwaad willen doen.
Pupillen wijd van schrik, handen trillen, stilzwijgen.
7) Geen houvast buiten de relatie met de patiënt:
Kritisch tegenover therapeuten die verklaringsmodellen hanteren die hen
geruststellen.
Geen twee cliënten zijn gelijk.
Informatie over een patiënt wordt vervormd door de therapeut.
Therapeut is een onvolmaakte waarnemer.
Therapeut kan enkel terugvallen op de dialoog met de patiënt.
Geen uitgedokterd systeem om de psychè te beschrijven en verklaren.
Elke patiënt is verschillend.
8) Een gecontextualiseerde opvatting van ontwikkeling van de
persoonlijkheid:
Persoonlijkheid wordt gevormd door interpersoonlijke relaties.
Geen onbewuste intrapsychische factoren.
Geen eindpunt aan de ontwikkeling, kinderjaren wel doorslaggevend.
Concrete omstandigheden beïnvloeden de persoonlijkheid.
Effecten van samenleving en cultuur worden meegenomen.
9) Belangrijke theoretische concepten
Anxiety centraal Sullivan = alle grondvormen van emotioneel
lijden.
Angst = waarschuwingssignaal, interpersoonlijk van oorsprong.
Treedt op wanneer iemands gevoel van eigenwaarde bedreigd wordt.
Gradatie erger = paniek.
‘vicieuze cirkel’: anxiety wordt veroorzaakt door problemen in
interpersoonlijk leven.
Angst vermindert het vermogen om problemen aan te pakken.
Doel van psychotherapie: de anxiety verminderen.
10) Veiligheid:
Veiligheid = toestand van ontspannen welbehagen.
3
, Iedereen is altijd bezig met zijn interpersoonlijke relaties zo te regelen dat
hij/zij zich veilig voelt.
Veiligheidsactiviteit = interpersoonlijke handeling om anxiety
kwijt te raken.
Kan gezond of ongezond zijn.
Gezonde veiligheidsactiviteit bereikt zijn doel, een ongezonde ook, maar er
hangt een prijskaartje aan vast.
Elke veiligheidsactiviteit is interpersoonlijk van aard.
Voorbeeld van veiligheidsactiviteiten:
o Sublimatie: onaangename gevoelens afreageren op een
interpersoonlijk aanvaardbare manier.
o Het alsof proces: zich gedragen ‘alsof’ zij/hij iemand anders is.
11) Zelf-systeem:
Zelfbeschermingssysteem: samengesteld uit alle
veiligheidsactiviteiten.
Afweer tegen anxiety en emotionele veiligheid zoeken.
Karakteristieke en gewone interpersoonlijke methoden.
De meeste mensen proberen niet alleen om angst te verminderen, ze
streven ook naar hechte en bevredigende relaties met anderen.
12) The tendency towards health:
Optimisme: persoonlijkheid neigt ertoe om op een gezonde manier te
groeien.
Problemen ontstaan door de complexiteit van de zelfsystemen.
13) Bewustzijn en onbewustzijn:
Verschillend van Freudiaanse stromingen.
Freud: onbewuste geest = blikken bus.
Sullivan: psyche is observeerbaar, subjectieve wordt omarmd als bron van
kennis.
Bewustzijn en onbewustzijn zijn altijd interpersoonlijk gecontextualiseerd.
Voor Freud kan het onbewuste onafhankelijk van de interpersoonlijke
wereld werken.
Voor Sullivan zijn onbewuste gedachten en gevoelens die gedachten en
gevoelens die niet in het middelpunt van iemands aandacht staan.
14) Belang van (on)bewustzijn:
Wie zich niet bewust is van zijn interpersoonlijke ervaringen leert er niks
van.
Onbewustzijn ontneemt iemand de kans om van zijn ‘ervaring’ te leren.
Hoewel (on)bewustzijn enkel in het ‘nu’ bestaat, beïnvloedt het sterk
iemands inzicht in het verleden, en diens visie op de toekomst.
4
interpersoonlijke modellen
2025-2026
Prof Luc Van den Berge
Yana Sabbe
1
,HOOFDSTUK 1: DE INTERPERSOONLIJKE BENADERING VAN HARRY STACK
SULLIVAN
1) Biografie
Sullivan (1892-1949): Iers-katholieke afkomst, enig kind.
Artsopleiding aan commercieel instituut met slechte reputatie.
Werkte in psychiatrische ziekenhuizen, o.a. met schizofreniepatiënten.
Worstelde met eigen problematiek (seksuele geaardheid).
Biografie beïnvloedde zijn denken en werken.
2) Ervaringen in psychiatrische ziekenhuizen:
St. Elizabeths Hospital: observatie schizofrenie.
Sheppard and Enoch Pratt Hospital: interacties in sociaal veld.
Taal als middel om zich te verdedigen, niet om mee te delen.
Anxiety leidt tot terugtrekking uit contacten.
Terugtrekken: fysiek, gedachten voor zich houden, vervelend spreken.
Werken met mensen met dwangmatige problematiek.
Dwangmatig gebruik van taal is sociaal acceptabel.
Maar: ook dit kan een verdediging zijn tegen afname van zelfwaardering.
3) Algemene conclusies:
Anxiety is een algemene ervaring. Emotioneel onwelbevinden.
Oorsprong in interpersoonlijke relaties.
Defensieve patronen (security operations) als antwoord op anxiety.
In extreme gevallen: psychiatrische symptomen.
Psychiatrische patiënten zijn niet essentieel verschillend van andere
mensen.
4) Belang:
Visionair: inspiratiebron voor systeemtherapie.
Invloed op Amerikaanse psychiaters.
Achtergrond voor Minuchin.
Behield veel van het analytische denken.
Concepten: sublimering, onbewuste, parataxische vertekeningen
(overdracht).
Aandacht verschoof van binnenkant (intrapsychisch) naar buitenkant
(waarneembare fenomenen).
Middenweg tussen subjectief en objectief.
Klemtoon op interpersoonlijk denken in de klinische psychologie
(systeemtherapie).
5) Opvattingen over interpersoonlijke relaties:
Persoonlijkheid = manier waarop een mens met andere mensen omgaat.
2
, Bestuderen van karaktertrekken die onmiddellijk geobserveerd kunnen
worden.
Observatie door: gesprek, relatie therapeut-cliënt, gesprekken met derden.
Observeerbaar staat tegenover de ‘psychè’.
Voorbeeld: jongen die zich terugtrekt in zijn kamer.
Sullivan: beschrijving van interpersoonlijke gebeurtenissen.
Psychoanalyse: beschrijving van intrapsychische conflicten.
6) Voorbeeld ter illustratie:
Zestienjarige jongen kruipt weg in de hoek van zijn kamer.
Fluistert dat hij bang is dat mensen hem kwaad willen doen.
Pupillen wijd van schrik, handen trillen, stilzwijgen.
7) Geen houvast buiten de relatie met de patiënt:
Kritisch tegenover therapeuten die verklaringsmodellen hanteren die hen
geruststellen.
Geen twee cliënten zijn gelijk.
Informatie over een patiënt wordt vervormd door de therapeut.
Therapeut is een onvolmaakte waarnemer.
Therapeut kan enkel terugvallen op de dialoog met de patiënt.
Geen uitgedokterd systeem om de psychè te beschrijven en verklaren.
Elke patiënt is verschillend.
8) Een gecontextualiseerde opvatting van ontwikkeling van de
persoonlijkheid:
Persoonlijkheid wordt gevormd door interpersoonlijke relaties.
Geen onbewuste intrapsychische factoren.
Geen eindpunt aan de ontwikkeling, kinderjaren wel doorslaggevend.
Concrete omstandigheden beïnvloeden de persoonlijkheid.
Effecten van samenleving en cultuur worden meegenomen.
9) Belangrijke theoretische concepten
Anxiety centraal Sullivan = alle grondvormen van emotioneel
lijden.
Angst = waarschuwingssignaal, interpersoonlijk van oorsprong.
Treedt op wanneer iemands gevoel van eigenwaarde bedreigd wordt.
Gradatie erger = paniek.
‘vicieuze cirkel’: anxiety wordt veroorzaakt door problemen in
interpersoonlijk leven.
Angst vermindert het vermogen om problemen aan te pakken.
Doel van psychotherapie: de anxiety verminderen.
10) Veiligheid:
Veiligheid = toestand van ontspannen welbehagen.
3
, Iedereen is altijd bezig met zijn interpersoonlijke relaties zo te regelen dat
hij/zij zich veilig voelt.
Veiligheidsactiviteit = interpersoonlijke handeling om anxiety
kwijt te raken.
Kan gezond of ongezond zijn.
Gezonde veiligheidsactiviteit bereikt zijn doel, een ongezonde ook, maar er
hangt een prijskaartje aan vast.
Elke veiligheidsactiviteit is interpersoonlijk van aard.
Voorbeeld van veiligheidsactiviteiten:
o Sublimatie: onaangename gevoelens afreageren op een
interpersoonlijk aanvaardbare manier.
o Het alsof proces: zich gedragen ‘alsof’ zij/hij iemand anders is.
11) Zelf-systeem:
Zelfbeschermingssysteem: samengesteld uit alle
veiligheidsactiviteiten.
Afweer tegen anxiety en emotionele veiligheid zoeken.
Karakteristieke en gewone interpersoonlijke methoden.
De meeste mensen proberen niet alleen om angst te verminderen, ze
streven ook naar hechte en bevredigende relaties met anderen.
12) The tendency towards health:
Optimisme: persoonlijkheid neigt ertoe om op een gezonde manier te
groeien.
Problemen ontstaan door de complexiteit van de zelfsystemen.
13) Bewustzijn en onbewustzijn:
Verschillend van Freudiaanse stromingen.
Freud: onbewuste geest = blikken bus.
Sullivan: psyche is observeerbaar, subjectieve wordt omarmd als bron van
kennis.
Bewustzijn en onbewustzijn zijn altijd interpersoonlijk gecontextualiseerd.
Voor Freud kan het onbewuste onafhankelijk van de interpersoonlijke
wereld werken.
Voor Sullivan zijn onbewuste gedachten en gevoelens die gedachten en
gevoelens die niet in het middelpunt van iemands aandacht staan.
14) Belang van (on)bewustzijn:
Wie zich niet bewust is van zijn interpersoonlijke ervaringen leert er niks
van.
Onbewustzijn ontneemt iemand de kans om van zijn ‘ervaring’ te leren.
Hoewel (on)bewustzijn enkel in het ‘nu’ bestaat, beïnvloedt het sterk
iemands inzicht in het verleden, en diens visie op de toekomst.
4