Hoofdstuk 3: pro sociaal gedrag
(links H belangrijk openvragen)
Prosociaal gedrag = is gedrag waarbij dat je iets goed doet voor de ander
Inleiding:
Veel mensen gaan ervan uit dat wij in een hedonistische / hedonische maatschappij leven
= vooral gericht zijn op ons eigen genot, we willen zelf zoveel mogelijk, we willen zoveel
mogelijk voor ons eigen voordeel
De mens: is geen goed mens: mens is vooral gericht op wat die zelf wilt
De vraag dit hoofdstuk 3:
hoe kunnen wij er dan zijn voor anderen? Is het mogelijk om je volledig in te zetten voor een
ander?
Altruïsme/onbaatzuchtigheid = da je gedrag gaat stellen met als intentie de situatie van
andere beter te maken zonder daar zelf voordeel uit te halen (meestal ter koste van
jezelf)
Alter = de ander
gedrag met de bedoeling de situatie van anderen beter te maken
uitsluitend?
geen baten/voordeel voor onszelf/onbaatzuchtig/kosten?
bestaat dat?!
Bedenkingen altruïsme:
• Ken en het ticket voor U2’s concert -> ik heb mijn zeer dure ticket aan mijn beste
vriend gegeven en hij is in mijn plaats mogen gaan (het is geen altruïsme want hij
kreeg er applaus voor) -> er is altijd baat bij voor jezelf
• intentie is niet observeerbaar (evenmin als de te verwachten beloningen): zeggen
dat je er niets uit hebt gehaald en ook niet altijd weten of er beloningen zijn
• gedrag = vaak oorzaak meerdere factoren: wanneer dat iemand iets doet voor
iemand anders is dat nooit enkel het gevolg van jou bedoeling alleen, gedrag wordt
gestuurd door allerlei factoren
• prosociaal gedrag = goed doen, ongeacht: daarom wordt er in de wetenschap meer
gesproken van prosociaal gedrag dan van altruïsme, net omdat er een stevige
discussie is
prosociaal of altruïsme = is gedrag dat je stelt om goed te doen voor de ander, om de situatie van de
ander beter te maken ongeacht of da je daar zelf ook baat of kosten bij hebt als iemand hulp nodig
heeft en je helpt die het zou die een zorg wezen of je daar dan zelf is uit haalt kunnen we iets doen
voor iemand anders los van het feit dat je er zelf iets uit kan halen
1
,hoe onderzoek je dat in wetenschappelijk onderzoek? (link H2: sociale normen/waarden)
sociale norm: altruïstisch gedrag wordt gepromoot, het is wenselijk om andere mensen
te helpen, het is de bedeling dat als je goed wil leven dat je jou gaat inzetten voor andere
mensen
hoe kan je dan altruïstisch/ hulpvaardig/ pro sociaal gedrag bestuderen?
Als je gaat vragen aan mensen of ze eens willen helpen gaan ze natuurlijk ja zeggen: dus er
zit een: sociale wenselijkheid! -> gewoon doen wat je vraagt want dat is de norm
vandaar: ‘cover story’
vaak gebruikte cover story: je komt als proefpersoon naar het laboratorium er wordt jou
gezegd we gaan even een gesprek doen en je moet bv vertellen hoe jou leven op kot is of als
student en dan gaan ze een noodsituatie creëren, dus dan gaat er toevallig iemand passeren
die een hoop papieren laat vallen en dan wordt er gekeken in hoeverre gaat die helpen of
niet -> (ecologische validiteit)
3.1 onderliggende motieven van prosociaal gedrag / waarom helpen mensen
3.1.1 genetische verwantschap (link H2)
de invalshoek van de evolutiepsychologie: wordt heel vaak gebruikt om het gedrag van
mensen te verklaren
de evolutie psychologische invalshoek = zegt dat gedrag dat de meeste kans heeft om
tot onze overleving bij te dragen, dat is gedrag dat gaat blijven bestaan
we leren gedrag af als dat geen goede bijdrage levert aan een grotere
overlevingskant
het egoïstische gen = onze genen zijn egoïstisch/ willen zich voortplanten/overleving
altruïsme kan volgens deze visie niet bestaan WANT: je gaat iets doen voor iemand
anders waardoor jou genen in gevaar kunnen komen
de evolutie psychologie zegt: dat we vooral die gedragingen zullen stellen die der
voor zorgen dat die overlevingskansen groter worden
verwantschapsselectie = wij helpen vooral ander mensen aan wie wij genetisch verwant
zijn
(kinderen zou je sneller redden dan een vreemd iemand)-> zeker dat jou genen zich
kunnen voortplanten
de wederkerigheidsnorm = dat wij andere gaan helpen die niet genetisch aan ons
verwant zijn omdat we dan ooit ook door andere kunnen geholpen worden
wederzijds / wederkerig altruïsme = ik doe iets voor jou en dan ga ik er vanuit
dat jij ook iets voor mij zal doen zelfs als we dan niet genetisch verwant zijn
het ‘samenwerkings’gen = wij hebben ook een gen dat instaat voor het kunnen
behouden van de groep, jammer genoeg zien we groepen als mensen van onze eigen
soort (zelfde taal,kleur,achtergrond…)
2
,3.1.2 sociale uitwisseling
sociale uitwisseling = we gaan tussen mensen iets uitwisselen ( -> helemaal geen
altruïsme)
balans opmaken tussen wat wil ik door hulp te
bieden en welke kosten maak ik door hulp te
bieden -> als de nadelen te voordelen overstijgen:
we helpen niet
wegen gunstige gevolgen op tegen ongunstige
gevolgen?
instrumentele conditionering = gedrag dat beloond
wordt ga je meer beginnen stellen of gedrag dat afgestraft wordt ga je minder stellen
welke versterkers en straffen voor helpend gedrag
ruilverhouding: houden we in het oog of we gaan helpen of niet
afweging van kosten en baten van behulpzaamheid
• hulp bieden = is versterkend MAAR kan ook bestraffend zijn (je verliest tijd, je
riskeert je eigen leven, schaamte…)
• geen hulp bieden = is ook bestraffend KAN ook versterkend zijn (geen tijd verliezen,
geen schaamte…)
pay it forward = je doet iets voor iemand en dat geeft jou een beloning omdat die
persoon dan iets gaat doen voor iemand anders in de plaats van iets gaat doen voor jou
Waarom zou hulpvaardig gedrag dan niet belonend mogen zijn?
Experiment van Dunn (2008): positief psycholoog
Ze gaf aan haar proefpersonen of wel 5 of 20 dollar en er werd tegen de proefpersonen gezegd in de
ene conditie: doe daar iets mee voor jezelf OF: doe daarmee iets voor een ander -> zowel voor als na
het experiment werd het welbevinden gemeten -> het bleek dat het welbevinden hoger lag bij de
mensen die het geld hadden uitgegeven aan iemand anders en liefst niet iets materieels maar samen
iets doen
Geven aan een ander is ook iets geven aan jezelf waardoor je nog iets goed gaat doen
Vrijwilligerswerk = je doet dit wegens eenzaamheid, op cv zetten… je kan van
mensen niet verwachten dat je iets gaat doen volledig voor een ander
3.1.3 onberekende dienstbaarheid
empathie = (wordt te pas en te onpas gebruikt) niet zo van zelfsprekend dat veel mensen
dat zijn
aangeboren en aangeleerd: kan groeien en worden beperkt gedurende het leven
empathie en ons brein | de Waal: onderzoek gedaan bij dieren over empathie te
voelen
vooral empathisch tegenover ‘eigen soort’: genetisch verwanten
3
, cognitieve component (C) = ik kan mij inbeelden om in jou schoenen te staan,
kan ik in mijn hoofd veronderstellen wat het moet zijn om in diens persoon
schoenen te staan
affectieve component (A)= voel ik de pijn van de ander, kan ik werkelijk
invoelingsvermogen hebben, kan ik inschatten hoe de ander zich voelt
risico: als je het al hebt meegemaakt, je gaat het kijken vanuit je eigen perspectief -> best
zeggen dat je niet begrijpt hoe de ander zich voelt (geen enkele situatie hetzelfde)
empathie | Brené Brown: maatschappelijk werker, doet veel onderzoek naar de kracht
van kwetsbaarheid en de moed van imperfectie
ze zegt dat empathie niet hetzelfde is als sympathie
sympathie = je gaat willen oplossen, je wilt dat de negatieve gedachtes/gevoelens snel
weg kunnen zijn
empathie:
het perspectief van de ander nemen
geen oordeel hebben
emoties herkennen (verdriet, boos…)
verschilt van sympathie:
I feel for you: ik vind het erg wat je doormaakt
I feel with you
empathie-altruïsmehypothese | Batson: sociaal psycholoog
Batson: neemt het standpunt in dat het toch mogelijk is volledig iets te doen ter voordelen
van de ander op voorwaarde dat we empathie voelen
als je dat empathisch inlevingsvermogen hebt dan is het mogelijk echt met als
bedoeling de noden van de ander te beantwoorden ongeacht de baten die je hebt
voor jezelf -> de start van je hulpvaardig gedrag is wel gericht op de hulp van een
ander
twee gevoelsmatige reacties wanneer we iemand in nood zien:
kan jij het perspectief van de ander innemen:
JA: bezorgdheid om de ander-> motief: altruïstisch -> volledig om het leiden van de
ander te verminderen
NEE: onaangename gewaarwording bij jezelf -> motief: egoïstisch -> de ander
helpen om dat je slecht gevoel bij jezelf wil wegwerken
4
(links H belangrijk openvragen)
Prosociaal gedrag = is gedrag waarbij dat je iets goed doet voor de ander
Inleiding:
Veel mensen gaan ervan uit dat wij in een hedonistische / hedonische maatschappij leven
= vooral gericht zijn op ons eigen genot, we willen zelf zoveel mogelijk, we willen zoveel
mogelijk voor ons eigen voordeel
De mens: is geen goed mens: mens is vooral gericht op wat die zelf wilt
De vraag dit hoofdstuk 3:
hoe kunnen wij er dan zijn voor anderen? Is het mogelijk om je volledig in te zetten voor een
ander?
Altruïsme/onbaatzuchtigheid = da je gedrag gaat stellen met als intentie de situatie van
andere beter te maken zonder daar zelf voordeel uit te halen (meestal ter koste van
jezelf)
Alter = de ander
gedrag met de bedoeling de situatie van anderen beter te maken
uitsluitend?
geen baten/voordeel voor onszelf/onbaatzuchtig/kosten?
bestaat dat?!
Bedenkingen altruïsme:
• Ken en het ticket voor U2’s concert -> ik heb mijn zeer dure ticket aan mijn beste
vriend gegeven en hij is in mijn plaats mogen gaan (het is geen altruïsme want hij
kreeg er applaus voor) -> er is altijd baat bij voor jezelf
• intentie is niet observeerbaar (evenmin als de te verwachten beloningen): zeggen
dat je er niets uit hebt gehaald en ook niet altijd weten of er beloningen zijn
• gedrag = vaak oorzaak meerdere factoren: wanneer dat iemand iets doet voor
iemand anders is dat nooit enkel het gevolg van jou bedoeling alleen, gedrag wordt
gestuurd door allerlei factoren
• prosociaal gedrag = goed doen, ongeacht: daarom wordt er in de wetenschap meer
gesproken van prosociaal gedrag dan van altruïsme, net omdat er een stevige
discussie is
prosociaal of altruïsme = is gedrag dat je stelt om goed te doen voor de ander, om de situatie van de
ander beter te maken ongeacht of da je daar zelf ook baat of kosten bij hebt als iemand hulp nodig
heeft en je helpt die het zou die een zorg wezen of je daar dan zelf is uit haalt kunnen we iets doen
voor iemand anders los van het feit dat je er zelf iets uit kan halen
1
,hoe onderzoek je dat in wetenschappelijk onderzoek? (link H2: sociale normen/waarden)
sociale norm: altruïstisch gedrag wordt gepromoot, het is wenselijk om andere mensen
te helpen, het is de bedeling dat als je goed wil leven dat je jou gaat inzetten voor andere
mensen
hoe kan je dan altruïstisch/ hulpvaardig/ pro sociaal gedrag bestuderen?
Als je gaat vragen aan mensen of ze eens willen helpen gaan ze natuurlijk ja zeggen: dus er
zit een: sociale wenselijkheid! -> gewoon doen wat je vraagt want dat is de norm
vandaar: ‘cover story’
vaak gebruikte cover story: je komt als proefpersoon naar het laboratorium er wordt jou
gezegd we gaan even een gesprek doen en je moet bv vertellen hoe jou leven op kot is of als
student en dan gaan ze een noodsituatie creëren, dus dan gaat er toevallig iemand passeren
die een hoop papieren laat vallen en dan wordt er gekeken in hoeverre gaat die helpen of
niet -> (ecologische validiteit)
3.1 onderliggende motieven van prosociaal gedrag / waarom helpen mensen
3.1.1 genetische verwantschap (link H2)
de invalshoek van de evolutiepsychologie: wordt heel vaak gebruikt om het gedrag van
mensen te verklaren
de evolutie psychologische invalshoek = zegt dat gedrag dat de meeste kans heeft om
tot onze overleving bij te dragen, dat is gedrag dat gaat blijven bestaan
we leren gedrag af als dat geen goede bijdrage levert aan een grotere
overlevingskant
het egoïstische gen = onze genen zijn egoïstisch/ willen zich voortplanten/overleving
altruïsme kan volgens deze visie niet bestaan WANT: je gaat iets doen voor iemand
anders waardoor jou genen in gevaar kunnen komen
de evolutie psychologie zegt: dat we vooral die gedragingen zullen stellen die der
voor zorgen dat die overlevingskansen groter worden
verwantschapsselectie = wij helpen vooral ander mensen aan wie wij genetisch verwant
zijn
(kinderen zou je sneller redden dan een vreemd iemand)-> zeker dat jou genen zich
kunnen voortplanten
de wederkerigheidsnorm = dat wij andere gaan helpen die niet genetisch aan ons
verwant zijn omdat we dan ooit ook door andere kunnen geholpen worden
wederzijds / wederkerig altruïsme = ik doe iets voor jou en dan ga ik er vanuit
dat jij ook iets voor mij zal doen zelfs als we dan niet genetisch verwant zijn
het ‘samenwerkings’gen = wij hebben ook een gen dat instaat voor het kunnen
behouden van de groep, jammer genoeg zien we groepen als mensen van onze eigen
soort (zelfde taal,kleur,achtergrond…)
2
,3.1.2 sociale uitwisseling
sociale uitwisseling = we gaan tussen mensen iets uitwisselen ( -> helemaal geen
altruïsme)
balans opmaken tussen wat wil ik door hulp te
bieden en welke kosten maak ik door hulp te
bieden -> als de nadelen te voordelen overstijgen:
we helpen niet
wegen gunstige gevolgen op tegen ongunstige
gevolgen?
instrumentele conditionering = gedrag dat beloond
wordt ga je meer beginnen stellen of gedrag dat afgestraft wordt ga je minder stellen
welke versterkers en straffen voor helpend gedrag
ruilverhouding: houden we in het oog of we gaan helpen of niet
afweging van kosten en baten van behulpzaamheid
• hulp bieden = is versterkend MAAR kan ook bestraffend zijn (je verliest tijd, je
riskeert je eigen leven, schaamte…)
• geen hulp bieden = is ook bestraffend KAN ook versterkend zijn (geen tijd verliezen,
geen schaamte…)
pay it forward = je doet iets voor iemand en dat geeft jou een beloning omdat die
persoon dan iets gaat doen voor iemand anders in de plaats van iets gaat doen voor jou
Waarom zou hulpvaardig gedrag dan niet belonend mogen zijn?
Experiment van Dunn (2008): positief psycholoog
Ze gaf aan haar proefpersonen of wel 5 of 20 dollar en er werd tegen de proefpersonen gezegd in de
ene conditie: doe daar iets mee voor jezelf OF: doe daarmee iets voor een ander -> zowel voor als na
het experiment werd het welbevinden gemeten -> het bleek dat het welbevinden hoger lag bij de
mensen die het geld hadden uitgegeven aan iemand anders en liefst niet iets materieels maar samen
iets doen
Geven aan een ander is ook iets geven aan jezelf waardoor je nog iets goed gaat doen
Vrijwilligerswerk = je doet dit wegens eenzaamheid, op cv zetten… je kan van
mensen niet verwachten dat je iets gaat doen volledig voor een ander
3.1.3 onberekende dienstbaarheid
empathie = (wordt te pas en te onpas gebruikt) niet zo van zelfsprekend dat veel mensen
dat zijn
aangeboren en aangeleerd: kan groeien en worden beperkt gedurende het leven
empathie en ons brein | de Waal: onderzoek gedaan bij dieren over empathie te
voelen
vooral empathisch tegenover ‘eigen soort’: genetisch verwanten
3
, cognitieve component (C) = ik kan mij inbeelden om in jou schoenen te staan,
kan ik in mijn hoofd veronderstellen wat het moet zijn om in diens persoon
schoenen te staan
affectieve component (A)= voel ik de pijn van de ander, kan ik werkelijk
invoelingsvermogen hebben, kan ik inschatten hoe de ander zich voelt
risico: als je het al hebt meegemaakt, je gaat het kijken vanuit je eigen perspectief -> best
zeggen dat je niet begrijpt hoe de ander zich voelt (geen enkele situatie hetzelfde)
empathie | Brené Brown: maatschappelijk werker, doet veel onderzoek naar de kracht
van kwetsbaarheid en de moed van imperfectie
ze zegt dat empathie niet hetzelfde is als sympathie
sympathie = je gaat willen oplossen, je wilt dat de negatieve gedachtes/gevoelens snel
weg kunnen zijn
empathie:
het perspectief van de ander nemen
geen oordeel hebben
emoties herkennen (verdriet, boos…)
verschilt van sympathie:
I feel for you: ik vind het erg wat je doormaakt
I feel with you
empathie-altruïsmehypothese | Batson: sociaal psycholoog
Batson: neemt het standpunt in dat het toch mogelijk is volledig iets te doen ter voordelen
van de ander op voorwaarde dat we empathie voelen
als je dat empathisch inlevingsvermogen hebt dan is het mogelijk echt met als
bedoeling de noden van de ander te beantwoorden ongeacht de baten die je hebt
voor jezelf -> de start van je hulpvaardig gedrag is wel gericht op de hulp van een
ander
twee gevoelsmatige reacties wanneer we iemand in nood zien:
kan jij het perspectief van de ander innemen:
JA: bezorgdheid om de ander-> motief: altruïstisch -> volledig om het leiden van de
ander te verminderen
NEE: onaangename gewaarwording bij jezelf -> motief: egoïstisch -> de ander
helpen om dat je slecht gevoel bij jezelf wil wegwerken
4