1
HOOFDSTUK 12 DE BUDGETTAIRE POLITIEK
1. INLEIDENDE CASES
Case 1: Onhoudbare overheidsfinanciën in België
Slechte toestand v/d overheidsfinanciën veel inspanningen nodig
Case 2: De kosten van de vergrijzing
Pensioen en gezondheidsuitgaven stijgen omdat er een stijging is v/d
vergrijzing
2. INLEIDING
Vrijemarkteconomie: veel productie van goederen die negatieve effecten
hebben (antwoordt ook vaak niet aan de sociaal gewenste verdeling)
3. MACRO-ECONOMISCHE BETEKENIS VAN DE OVERHEID
Belang van overheid in macro-economie is belangrijk
Overheidsbestedingen (G): betrekking op de aankopen door de overheid
van goederen & diensten (betrekking op aggregatieve vraag)
overheidsconsumptie (bv. aankoop van computers voor de administratie) &
overheidsinvesteringen (bv. aanleg van wegen)
Transferuitgaven: van overheid voor gezinnen (pensioen, kindergeld,
studiebeurs,…)
Er is een verschil tussen overheidsbestedingen (rechtstreeks) en
transferuitgaven (uitkering)
Overheid heeft ook inkomsten (belastingen):
- Directe belastingen: geheven op inkomen of op vermogen
(inkomstenbelastingen)
- Indirecte belastingen: geheven bij transactie of besteding (btw,
accijns)
Ook hebben ze bijdragen voor de sociale zekerheid
Gezin verliest inkomen door belastingen maar krijgt dan weer door
transfer:
Beschikbaar inkomen = nationaal inkomen – belastingen +
transferuitgaven v/d overheid
4. ECONOMISCHE KRINGLOOP EN EVENWICHTSVOORWAARDEN
Geldkringloop
voor een gesloten
economie met
overheid
HOOFDSTUK 12 DE BUDGETTAIRE POLITIEK
1. INLEIDENDE CASES
Case 1: Onhoudbare overheidsfinanciën in België
Slechte toestand v/d overheidsfinanciën veel inspanningen nodig
Case 2: De kosten van de vergrijzing
Pensioen en gezondheidsuitgaven stijgen omdat er een stijging is v/d
vergrijzing
2. INLEIDING
Vrijemarkteconomie: veel productie van goederen die negatieve effecten
hebben (antwoordt ook vaak niet aan de sociaal gewenste verdeling)
3. MACRO-ECONOMISCHE BETEKENIS VAN DE OVERHEID
Belang van overheid in macro-economie is belangrijk
Overheidsbestedingen (G): betrekking op de aankopen door de overheid
van goederen & diensten (betrekking op aggregatieve vraag)
overheidsconsumptie (bv. aankoop van computers voor de administratie) &
overheidsinvesteringen (bv. aanleg van wegen)
Transferuitgaven: van overheid voor gezinnen (pensioen, kindergeld,
studiebeurs,…)
Er is een verschil tussen overheidsbestedingen (rechtstreeks) en
transferuitgaven (uitkering)
Overheid heeft ook inkomsten (belastingen):
- Directe belastingen: geheven op inkomen of op vermogen
(inkomstenbelastingen)
- Indirecte belastingen: geheven bij transactie of besteding (btw,
accijns)
Ook hebben ze bijdragen voor de sociale zekerheid
Gezin verliest inkomen door belastingen maar krijgt dan weer door
transfer:
Beschikbaar inkomen = nationaal inkomen – belastingen +
transferuitgaven v/d overheid
4. ECONOMISCHE KRINGLOOP EN EVENWICHTSVOORWAARDEN
Geldkringloop
voor een gesloten
economie met
overheid