DEEL 6: DE VERBINTENISSEN
HOOFDSTUK 1 DE VERBINTENISSEN ALGEMEEN
§1. Wat is een verbintenis?
Een verbintenis is een juridische plicht om iets te doen, niet te doen, te geven of de juridische
plicht om iets te garanderen (prestaties die u mag eisen). Deze is afdwingbaar.
= Is een rechtband waardoor een schuldeiser van een schuldenaar de uitvoering van een
prestatie mag eisen (art. 5.1 BW).
Het gaat om een juridische plicht.
Verbintenis niet gelijk aan een overeenkomst.
De schuldeiser heeft een vorderingsrecht; de schuldenaar heeft een schuld.
De schuldenaar moet iets geven, doen of nalaten.
Derden staan buiten deze relatie, buiten de juridiche plicht.
§2. Verbintenissenrecht en zakenrecht
Een verbintenis niet hetzelde als een zakelijk recht.
Een verbintenis schept een verhouding tussen personen; een zakelijk recht schept een
verhouding tussen personen en een zaak.
Het geven van een zaak is een verbintenis. Alleen wie een zakelijk recht heeft, geniet
voorrang.
Zakelijke rechten zijn beperkt
Verbintenissen of vorderingsrecht zijn onbeperkt
§4. Bronnen van verbintenissen: waaruit kunnen verbintenissen voorkomen
1) rechtshandeling
= rechtshandeling die gesteld wordt door iemand met de bedoeling om juridische
gevolgen te creeëren; kaneenzijdig zijn (juridische verplichting; voor 1 persoon, bv:
aanbod) of weederkerig zijn (jurisdische verplichtingen; aan beide partijen, bv: koop-
verkoop)
2) Wetgeving
Vb: auteursrecht; als je de auteursrechten krijgt van een auteur dan ontstaat er een
expatatieverplichting: door de wetgeving
3) Buitencontractuele aansprakelijkheid
= Stel u begaat een fout en u veroorzaakt daardoor schade, dan zal u de schade die u
dankzij u fout heeft gemaakt, moeten vergoeden.
Artikel 6:5 BW
Vb: Stel iemand hele tijd aan het praten, ik gooi mijn micro; er is schade; u heeft een
hersenschudding, er was op voorhand geen contract gemaakt; ik heb dan de
verbintenis om alle schade te vergoeden
, 4) Oneigenlijk contracten
= verbintenissen die voortvloeien uit vrijwillige daden van personen
Voorbeeld: ik moet een overschrijving doen, ik doe iets verkeerd en ik schrijf het over
naar een vriend van de persoon die ik geld moest. Er gaat een verbintenis rusten op de
vriend die het geld heeft ontvangen. Er is geen overeenkomst of geen contract maar
het is een oneigenlijk contract
§5. Soorten verbintenissen
1. Verbintenis met tijdsbepaling
= u gaat de verbintenis koppelen aan een toekomstige maar zekere gebeurtenis.
o Opschortende tijdsbepaling:
= uitvoering na zekere toekomstige gebeurtenis.
Bv: op moment dat u 23 jaar wordt dan pas ga ik u elke maand 30 euro betalen.
o Ontbindende tijdsbepaling:
= verbintenis eindigt bij gebeurtenis.
Bv: Op de moment dat u 23 jaar wordt stopt verbintenis van de betaling van elke
maand 30 euro
2. Voorwaardelijke verbintenissen
= u gaat de verbintenis koppelen aan een toekomstige maar onzekere gebeurtenis
o Opschortende voorwaarde:
= ontstaan afhankelijk van voorwaarde.
Bv: u bent afgestudeerd, u zoekt een woning, woning te koop; u belt aan: u sluit een
verbintenis met de verkoper dat u de woning koopt op voorwaarde dat u eeen lening
krijgt
Als u geen lening krijgt, dan kan u de woning niet kopen (onzekere gebeurtenis)
o Ontbindend:
= einde bij intreden voorwaarde.
Bv: Ik betaal u elke maand 30 euro, maar als u de lotto wint moet u mij alles
terugbetalen
Als u dat wint, is een onzekere gebeurtenis
Lauter potestatieve voorwaarde
= de verbintenis koppelt aan de vrije wil van één van de partijen.
BV: We sluiten een overeenkomst en we komen overeen dat één van de partijen de verbintenis
uitvoert wanneer de ene partij dat wil.
Dit is NIET toegestaan; dan wil u u niet echt verbinden, gaat de geldigheid van de
overeenkomst aantasten.
Zuiver potestatief = nietig.
Pagina 29: deel 2
,3. Splitsbare verbintenis en hoofdelijke verbintenis
= bij deze verbintenissen zijn er meerdere schuldeisers; wie is er gehouden tot wat
Splitsbaarheid is regel
= als er een schuldvordering bestaat en u heeft meerder schuldenaren dat u weet wie
tot wat gehouden is door de schuld te delen door de aantal schuldenaren.
Vb: Vijf studenten lenen geld van 1 ouder; ze moeten hem samen 500 euro; dus ik
weet dat elke student me 100 euro moet.
o Probleem? Vele verbintenissen niet splitsbaar: krijg je een hoofdelijke
verbintenis
Ondeelbare verbintenis → hoofdelijkheid.
= de volledige schuld terugvordere van elke schuldeiser
Niet splitsbaar
o Actieve hoofdelijkheid: meerdere schuldeisers.
Vb: we lenen iemand 3000 euro, beide personen kunnen aan de persoon 3000 euro
opvragen
o Passieve hoofdelijkheid: meerdere schuldenaars, schuldeiser kan ieder aanspreken. =
de spiltsbare verbintenis
Aansprakelijkheid in solidum en ondernemingen-medschuldenaars = afwijkingen.
4. Resultaats- en middelenverbintenissen
o Resultaatsverbintenis:
= resultaat moet bereikt worden; vermoeden van aansprakelijkheid bij mislukking.
Bv: schilder moet een muur schilderen; resultaatsverbintenis; het resultaat is een
geschilderde muur
o Middelenverbintenis:
= verbintenis waarbij dde schuldenaar het resultaat niet kan garaderen. Het resultaat
is afhankelijk van externe factoren. De schuldenaar zal alle mogelijke middelen in te
zetten om het beoogde resultaat te bereiken.
Bv: Met advocaten; de advocaat gaat proberen een vrijspraak te bekomen; het
resultaat is afhankelijk van de rechter, hij probeert wel alle mogelijke middelen in te
zeten.
5. Intutu personae verbintenissen
= Verbintenissen gebonden aan de persoon
= verbintenissen waarbij de tegenpartij de doorslaggevende reden is om de overeenkomst
te sluiten
U wilt enkel met persoon x de overeenkomst sluiten, niet met iemand anders
Vb: arbeidsovereenkomst; hij sluit een overeenkomst met u omdat u degene bent dat hij
wilt dat komt werken bij u.
Verschil tussen verbintenissen dat u als persoon uit maakt of niet (bv als u iets
gaat kopen in de supermarkt, maakt ni uit wie u bent)
1. Het lot van één van de partijen
= vb: einde vna de arbeidsovereenkomst als de persoon sterft,…
2. Uitvoering van de verplichting
= vb: als u document moet ondertekenen, dan moet u dit zelf doen,…
3. Overdracht van de verplchting
, = vb: niemand kan jou spullen ophalen, jou loon krijgen,…
Aan al deze criteria moet voldaan zijn om een intutu personea verbintenis te zijn
Indien niet gebonden aan persoon → overdraagbaar. Oorspronkelijke partij blijft
verantwoordelijk tenzij nieuwe overeenkomst wordt gesloten.
HOOFDSTUK 1 DE VERBINTENISSEN ALGEMEEN
§1. Wat is een verbintenis?
Een verbintenis is een juridische plicht om iets te doen, niet te doen, te geven of de juridische
plicht om iets te garanderen (prestaties die u mag eisen). Deze is afdwingbaar.
= Is een rechtband waardoor een schuldeiser van een schuldenaar de uitvoering van een
prestatie mag eisen (art. 5.1 BW).
Het gaat om een juridische plicht.
Verbintenis niet gelijk aan een overeenkomst.
De schuldeiser heeft een vorderingsrecht; de schuldenaar heeft een schuld.
De schuldenaar moet iets geven, doen of nalaten.
Derden staan buiten deze relatie, buiten de juridiche plicht.
§2. Verbintenissenrecht en zakenrecht
Een verbintenis niet hetzelde als een zakelijk recht.
Een verbintenis schept een verhouding tussen personen; een zakelijk recht schept een
verhouding tussen personen en een zaak.
Het geven van een zaak is een verbintenis. Alleen wie een zakelijk recht heeft, geniet
voorrang.
Zakelijke rechten zijn beperkt
Verbintenissen of vorderingsrecht zijn onbeperkt
§4. Bronnen van verbintenissen: waaruit kunnen verbintenissen voorkomen
1) rechtshandeling
= rechtshandeling die gesteld wordt door iemand met de bedoeling om juridische
gevolgen te creeëren; kaneenzijdig zijn (juridische verplichting; voor 1 persoon, bv:
aanbod) of weederkerig zijn (jurisdische verplichtingen; aan beide partijen, bv: koop-
verkoop)
2) Wetgeving
Vb: auteursrecht; als je de auteursrechten krijgt van een auteur dan ontstaat er een
expatatieverplichting: door de wetgeving
3) Buitencontractuele aansprakelijkheid
= Stel u begaat een fout en u veroorzaakt daardoor schade, dan zal u de schade die u
dankzij u fout heeft gemaakt, moeten vergoeden.
Artikel 6:5 BW
Vb: Stel iemand hele tijd aan het praten, ik gooi mijn micro; er is schade; u heeft een
hersenschudding, er was op voorhand geen contract gemaakt; ik heb dan de
verbintenis om alle schade te vergoeden
, 4) Oneigenlijk contracten
= verbintenissen die voortvloeien uit vrijwillige daden van personen
Voorbeeld: ik moet een overschrijving doen, ik doe iets verkeerd en ik schrijf het over
naar een vriend van de persoon die ik geld moest. Er gaat een verbintenis rusten op de
vriend die het geld heeft ontvangen. Er is geen overeenkomst of geen contract maar
het is een oneigenlijk contract
§5. Soorten verbintenissen
1. Verbintenis met tijdsbepaling
= u gaat de verbintenis koppelen aan een toekomstige maar zekere gebeurtenis.
o Opschortende tijdsbepaling:
= uitvoering na zekere toekomstige gebeurtenis.
Bv: op moment dat u 23 jaar wordt dan pas ga ik u elke maand 30 euro betalen.
o Ontbindende tijdsbepaling:
= verbintenis eindigt bij gebeurtenis.
Bv: Op de moment dat u 23 jaar wordt stopt verbintenis van de betaling van elke
maand 30 euro
2. Voorwaardelijke verbintenissen
= u gaat de verbintenis koppelen aan een toekomstige maar onzekere gebeurtenis
o Opschortende voorwaarde:
= ontstaan afhankelijk van voorwaarde.
Bv: u bent afgestudeerd, u zoekt een woning, woning te koop; u belt aan: u sluit een
verbintenis met de verkoper dat u de woning koopt op voorwaarde dat u eeen lening
krijgt
Als u geen lening krijgt, dan kan u de woning niet kopen (onzekere gebeurtenis)
o Ontbindend:
= einde bij intreden voorwaarde.
Bv: Ik betaal u elke maand 30 euro, maar als u de lotto wint moet u mij alles
terugbetalen
Als u dat wint, is een onzekere gebeurtenis
Lauter potestatieve voorwaarde
= de verbintenis koppelt aan de vrije wil van één van de partijen.
BV: We sluiten een overeenkomst en we komen overeen dat één van de partijen de verbintenis
uitvoert wanneer de ene partij dat wil.
Dit is NIET toegestaan; dan wil u u niet echt verbinden, gaat de geldigheid van de
overeenkomst aantasten.
Zuiver potestatief = nietig.
Pagina 29: deel 2
,3. Splitsbare verbintenis en hoofdelijke verbintenis
= bij deze verbintenissen zijn er meerdere schuldeisers; wie is er gehouden tot wat
Splitsbaarheid is regel
= als er een schuldvordering bestaat en u heeft meerder schuldenaren dat u weet wie
tot wat gehouden is door de schuld te delen door de aantal schuldenaren.
Vb: Vijf studenten lenen geld van 1 ouder; ze moeten hem samen 500 euro; dus ik
weet dat elke student me 100 euro moet.
o Probleem? Vele verbintenissen niet splitsbaar: krijg je een hoofdelijke
verbintenis
Ondeelbare verbintenis → hoofdelijkheid.
= de volledige schuld terugvordere van elke schuldeiser
Niet splitsbaar
o Actieve hoofdelijkheid: meerdere schuldeisers.
Vb: we lenen iemand 3000 euro, beide personen kunnen aan de persoon 3000 euro
opvragen
o Passieve hoofdelijkheid: meerdere schuldenaars, schuldeiser kan ieder aanspreken. =
de spiltsbare verbintenis
Aansprakelijkheid in solidum en ondernemingen-medschuldenaars = afwijkingen.
4. Resultaats- en middelenverbintenissen
o Resultaatsverbintenis:
= resultaat moet bereikt worden; vermoeden van aansprakelijkheid bij mislukking.
Bv: schilder moet een muur schilderen; resultaatsverbintenis; het resultaat is een
geschilderde muur
o Middelenverbintenis:
= verbintenis waarbij dde schuldenaar het resultaat niet kan garaderen. Het resultaat
is afhankelijk van externe factoren. De schuldenaar zal alle mogelijke middelen in te
zetten om het beoogde resultaat te bereiken.
Bv: Met advocaten; de advocaat gaat proberen een vrijspraak te bekomen; het
resultaat is afhankelijk van de rechter, hij probeert wel alle mogelijke middelen in te
zeten.
5. Intutu personae verbintenissen
= Verbintenissen gebonden aan de persoon
= verbintenissen waarbij de tegenpartij de doorslaggevende reden is om de overeenkomst
te sluiten
U wilt enkel met persoon x de overeenkomst sluiten, niet met iemand anders
Vb: arbeidsovereenkomst; hij sluit een overeenkomst met u omdat u degene bent dat hij
wilt dat komt werken bij u.
Verschil tussen verbintenissen dat u als persoon uit maakt of niet (bv als u iets
gaat kopen in de supermarkt, maakt ni uit wie u bent)
1. Het lot van één van de partijen
= vb: einde vna de arbeidsovereenkomst als de persoon sterft,…
2. Uitvoering van de verplichting
= vb: als u document moet ondertekenen, dan moet u dit zelf doen,…
3. Overdracht van de verplchting
, = vb: niemand kan jou spullen ophalen, jou loon krijgen,…
Aan al deze criteria moet voldaan zijn om een intutu personea verbintenis te zijn
Indien niet gebonden aan persoon → overdraagbaar. Oorspronkelijke partij blijft
verantwoordelijk tenzij nieuwe overeenkomst wordt gesloten.